voet (Engelsch) niet te boven, terwijl de groote meerderheid niet
meer dan 28 voet (Engelsch) meet. Ten gevolge van het feit dat
visschersbooten voor het meerendeel worden voortbewogen door
liemen, zyn zy zonder kielen en hebben algemeen een platten
bodem. De eigenaardige vormen van deze vaartuigen zyn het
resultaat van eene lange ervaring der zeeen, waarmee zy moeten
strijden en van de verschillende soorten van visscheryen, waarvoor
zy worden bestemd. De walvischvaarders en bonito-booten worden
dubbel sterk gemaakt, zoodat zelfs wanneer de masten en zeilen
wegwaaien, de opvarenden er gewoonlyk in slagen zieh te redden
door naar de riemen te grypen. Toch wordt algemeen erkend, dat
de booten niet volgens wetenschappelyke beginselen worden
gebouwd en de bevoegde autoriteiten zijn onlangs begonnen het
onderwerp in overweging te nemen, met het effect dat de Euro-
peesche manier om een dek te maken en luchtdichte schotten
reeds in zwang begint te komen.
De verschillende soorten van in gebruik zynd vischtuig zyn te
talryk om op te noemen; maar in het ruwe gesproken, kunnen
zij verdeeld worden in de twee gebruikelyke verdeelingen van net-
visschery en met den hengel. Het groote pondnet (?)') wordt gebruikt
om haring, zalm, tonijn, enz. te vangen, terwyl zegens in gebruik
zijn voor sardines en andere in scholen levende visch. Dryfnetten
worden gebruikt voor visch aan de oppervlakte, en het kieuwnet
wordt op den bodem der zee uitgezet voor haring, kabeljauw, gar-
nalen, enz. Dregnetten zyn de regel voor schelvisch en zeekom-
kommer en er is eene uitvinding, genaamd sjiki-ami of spreidnet,
hetwelk op den bodem wordt uitgelegd en opgeheschen, wanneer
het gebeurt dat er visschen in komen. Hengeltuig is van de soort,
die over de geheele wereld gebruikt wordt. Het totaal aantal in
1891 gebruikte netten werd geschat op 1.103.978. De waarde der
in het jaar 1900 gevangen visch wordt in de officieele opgaven
opgegeven als ongeveer £ 5.683.315, welke werd verkregen van
meer dan veertig soorten van hetgeen er leeft in de zee. Het
gemiddeld aantal walvisschen per jaar gevangen gedurende de
vyf jaren eindigende met 1897, was 121, gesteld op eene gemid-
delde waarde van £ 22.000. De waarde van hetgeen de visschers
hadden vastgelegd in booten en tuig werd op ongeveer £ 1.240.000
berekend in 1891 en is sedert toegenomen. Eene van de hardste ken-
merkende omstandigheden der visschery is, dat sedert de afschaffing
van een oud gebruik van leeningen van de Regeering tegen läge rente,
ten einde de werkers van het eene seizoen in het andere te helpen
*) Engelsch: Ponnd net. Vert.
een verbazend gedeelte van hen genoodzaakt zyn geweest hunne
toevlucht te nemen tot geldschieters, die buitensporige renten
afdwingen en die e8n onderpand vragen van de vangst, waarop wordt
vooruitgeloopen, van het körnende seizoen. Onder deze omstandigheden
gaat het leeuwenaandeel der winsten in de koffers van de
geldschieters.
Vischteelt wordt thans op uitgebreide schaal gedreven en strekt
zieh uit tot karper, bytende schildpad (?)'), gryze baardvisch, aal,
oester, zalm en forel. Gedurende de tien jaren, eindigende met
1901, werden meer dan 17,000,000 jonge zalmen in drie districten
losgelaten.
VII. Het Bladtabakmonopolie
OPGEMAAKT DOOR
DEN HEER NOEO,
Directeur van het Tabakmonopoliebureau.
In Januari 1876 bracht de Keizerlyke Regeering van Japan voor
het eerst de belasting van tabak onder eene systematische regelin g
door in werking te stellen de pas uigevaardigde „Wet betreffende
de Tabakbelasting” .
Niettegenstaande veelvuldige verbeteringen, bleef het aldus inge-
voerde tabakbelastingsysteem gedurende eenige jaren — vele
jaren — feitelyk onveranderd; het hoofdkenmerk was het opleggen
van eene zegelbelasting op bewerkte tabak, buiten en behalve de
bedryfsbelasting, welke de bewerkers van en handelaren in tabak
evenals andere klassen van handelslieden te betalen hadden.
Om verschillende, belangrijke openbare ondernemingen na den
Japansch-Chineeschen oorlog van 1894 — 1895 met succes te kunnen
voortzetten, achtte de Regeering het noodzakelijk de nationale inkom-
sten te vermeerderen. Aan deze noodzakelykheid werd te gemoet
gekomen eenerzyds door de oplegging van nieuwe beiastingen en
anderzyds door de vermeerdering der bestaande beiastingen.
Van de op deze wyze weder in orde gebrachte oude vormen van
belastingheföng werd de Tabakbelasting het uitgebreidst getroffen,
daar de verkoop van bladtabak het monopolie der Regeering werd
gemaakt by de „Wet op het Bladtabakmonopolie”, welke werd
*) Engelsch: „snapping turtle”, Yekt .