Uit vorenstaande tabel is het verrassend te zien, hoeveel kleine
spoorwegmaatschappijen er bestaan.
Het is onnoodig te zeggen, dat het aanleggen van spoorwegen
ontzettende sommen gelds kost. Het totale kapitaal, dat aan het
einde van het vier-en-dertigste boekjaar voor spoorwegaanleg
gebruikt was, bedroeg 340.000.000 jen, met inbegrip van de
kosten van aanleg voor onvoltooide Ipnen. De bjjzonderheden ervan
worden in de volgende tabel aangetoond:
DE STA A T .
Kosten van aanleg voor geopende lpnen.
» „ „ „ onvoltooide Ipnen
Vast w e rk k a p ita a l....................................
Reserve-kapitaal..........................................
Diversen . . . ....................................
Totaal
100.590.209 jen.
22.334.382 200.000 „
2.215.000 „
1.893.261 „
127.167.852 jen. ')
PARTICULIERE MAATSCHAPPIJEN.
Kosten van aanleg voor geopende hjnen . . . 202.804.045 jen.
„ „ „ „ onvoltooide lflnen . . 4.598.747 „
Vast werkkapitaal, reserve-kapitaal, diversen. . 12.306.640 „
Totaal . . . . 219.709,432 jen.
Wanneer wij de som gelijkelijk over de bestaande maatschappijen
verdeelen, is het evenredig bedrag, door elk gedragen, eene gemid-
delde som van 8.600.000 jen. Volgens de laatste statistieken
bedraagt het aantal particulière maatschappijen van allerlei soort
in het heele rjjk 8598, en het totale daarin gestoken kapitaal
779.000.000 jen. Er zijn in het geheel slechts ruim veertig spoor-
wegmaatschappijen, terwijl hun geheele kapitaal een derde bedraagt
van de totale som, in Japansche maatschappijen belegd.
Bp de Staatsspoorwegen werd een groot gedeelte van het oor-
spronkelijke kapitaal verkregen door spoorweg-obligaties, terwjjl
een zeker deel van het benoodigde grondkapitaal verkregen wordt
uit de spoorweg-inkomsten. Bjj de particulière maatschappijen wordt
het kapitaal, bijna zonder uitzondering gevormd door de uitgifte
van aandeelen, schuldbrieven of zelfs door tgdelijke leeningen.
*) In e e n T a n d e g e t a l l e n s c h n i l t b lr jk b a a r e e n e font, d a a r m e n bij o p te l-
lin g T e r k r i jg t ; 127.232.852. VfiST.
De bijzonderheden van de laatste bron van het spoorwegkapitaal
der particulière maatschappijen worden hieronder aangegeven:
A an d e e len ................. 192.811.305 jen.
Schuldbrieven............ 12.839.000 „
Obligatie-leeningen 6.955.404 „
Andere b ro n n e n .......................... . 7.103.723 „
Totaal . . . . 219.709.432 jen.
Wanneer wÿ het kapitaal geljjk 100 stellen, is het bedrag door
aandeelen verkregen 88, door schuldbrieven 6, door leeningen 3,
en door andere bronnen de rest, of 3. De gemiddelde kosten van
aanleg per mijl tot aan het einde van het vier-en-dertigste boekjaar
waren 75.422 jen. De gemiddelde kosten van aanleg per mijl aan
het einde van het vier-en-dertigste jaar van verschillende spoorwegen
worden in de volgende tabel aangegeven en vergeleken:
Naam van den Spoorweg. Gemiddelde kosten
per mpl.
N is jin a ri................................................................... 440.000 jen. ‘)
Tsjoejo (Staat), Ooster S e c tie ................................. 265.000 „
Sjinononi „ .............................. 207.000 „
Kioto . . ^ 153.000 „
Kanan 30.000 „
Hokkaido-Staatspoor 34.000 „
T sjoe je tsoe 38.000 „
Nanao 41.000 „
B i s a i ......................................................................... 44.000 „
Soboe ......................................................... 47.000 „
Het verschil in aanlegkosten van de verschillende lijnen is gedeelte-
lijk toe te schrjjven aan het verschil in den marktprijs der waren
en in de loonen der werklieden, doch voornamelijk aan den aard
van den ten uitvoer gebrachten aanleg. Het zou dus in het geheel
niet biHtjk zijn, de aanlegkosten te vergelijken door eenvoudig de
cijfers na te gaan, die de gemiddelde kosten per mijl voorstellen.
Om de verhouding te leeren kennen, welke bestaat tusschen
spoorweginkomsten en spoorweguitgaven en de voorwaarden van
de vermeerdering ervan, is de volgende tabel volgens de laatste
statistieken opgemaakt:
*) Onder dit getal zijn ook andere onkosten, welke met de aanlegkosten
niets te maken hebben, begrepen, waarom het onmogelijk ter vergelijking
met de andere gebrnikt kan worden.