landen werd het verkeer geopend door tusschenkomst van de Postadministratie
van Groot-Brittannie en die van Hongkong.
Gedurende het eerste jaar van de invoering van den postwisseldienst
, toen deze zieh bepaalde tot de meer belangryke steden van
het Ryk, bedroeg het aantal kantoren en post-agentschappen, ge-
machtigd tot het verzenden en uitbetalen van postwissels, slechts
272, en het aantal verzonden postwissels 115.703, waärvan de
totale waarde 5.310.365 franc bedroeg; doch deze dienst heeft eene
jaarlyksche uitbreiding ondergaan geövenredigd aan de vermeerde-
ring van de brievenpost. Het aantal kantoren en agentschappen
was aan het einde van het dienstjaar 1898 tot 3407 gestegen en
het aantal verzonden postwissels tot 6.338.456, eene totale waarde
vertegenwoordigende van 140.502.449 franc. Deze vermeerdering
was toe te schrijven aan het feit, dat de Post-administratie den
•dienst niet alleen by nagenoeg alle kantoren in het binnenland van
Japan en Formosa, maar ook bij de in China en Korea gevestigde
kantoren invoerde. De internationale postwisseldienstu aanvankelyk
in 1880 ingesteld in de kantoren te Tokio, Kioto, Osaka, Joko-
hama, Kobe, Nagasaki en Hakodate, werd in 1885 bij 120 nieuwe
kantoren ingevoerd.
In 1892 werd aan alle kantoren, die belast waren met den bin-
nenlandschen postwisseldienst, toegestaan om deel te nemen aan
den internationalen dienst, behalve de hulpkantoren en die, geves-
tigd in Korea en Sjanghai. Dit laatste kantoor werd echter gemach-
tigd tot het houden van een postwisseldienst met de Yereenigde
Staten van Amerika.
Sedert de invoering van den internationalen dienst in 1880 is
de jaarlyksche verzending van postwissels afwisselend geweest,
terwijl het aantal ter uitbetaling ontvangen wissels voortdurend
toeneemt.
Gedurende 1898 was het aantal postwissels door Japan verzonden
4414, totale waarde 283.489 franc, en het aantal postwissels in
Japan ontvangen ter uitbetaling was 15.078, vertegenwoordigende
eene totale waarde van 2.169.718 franc.
Gedurende de eerste negen jaren, dat de internationale dienst in
werking was, van 1880 tot 1888 beliep het aantal verzonden post-
wissels meer dan het dubbele van dat ter uitbetaling ontvangen
wissels, maar sedert 1889 hebben de laatste de overhand gehad.
:Sinds 1891—1892 steeg het cyfer van deze aanhoudend toenemende
vermeerdering, zelfs gedurende het dienstjaar 1898, tot meer dan
achttien maal het aantal in hetzelfde jaar verzonden postwissels.
Deze ontwikkeling was hoofdzakelyk te danken aan de toenemende
ontwikkeling van handel en nyverheid in Japan.
m
ver-
Postspaarbanken.
De postspaarbanken werden opgericht in 1875. Met het doei deze
mStelling te ontwikkelen, verspreidde de Postadministratie onder
het publiek het begrip, dat de spaarbanken een middel waren om
spaarzaamheid en zuinigheid te bevorderen. De rente, op de deposito’s
toegekend, werd langzamerhand verhoogd, en er werden gemakkebedra^
n 0l6n g6maakt V00r het terugnemen en inbrengen van
In 1882 werd het speciale regiement op postspaarbanken,
1875 opgericht, vervangen door eene nieuwe wet, die vele 3
beteringen in de werking der wet aanbracht.
Dank zyj de voortdurende aanmoediging van de zyde der Postadministratie
en de ontwikkeling van economische en industrieele
begnppen onder het volk, hebben de transacties der postspaar-
banken zieh sinds 1885 zeer ontwikkeld.
Van 1885 tot 1888 werden de Japansche postkantoren in China
en Korea gevestigd in het postspaarbankstelsel opgenomen.
In 1890 werd eene nieuwe wet, waarby bepaaldelijk de postspaarbanken
geregeld werden, uitgevaardigd, volgens welke het
maximum van persoonlyke inleggelden, met inbegrip van rente
bepaald werd op 500 jen per jaar. Dezelfde wet regelde den aan-
koop van Staats-obligaties door de inleggers, die hunne inlegsommen
boven het toegestane maximum wenschten te verhoogen.
De Postadministratie, steeds verlangende, het gebruik der postspaarbanken
aan te moedigen, vereenvoudigde zooveel mogelyk de
wijzen van terugvraag en inleg van gelden, en in 1898 werd de
rentevoet verhoogd.
Het postspaarbankstelsel werd ingevoerd in 1896, in verband
met alle postkantoren in Formosa ten tijde van de oprichting der
brievenpost.
De ontvangsten en uitgaven van de post, die een bijna voortdurende
jaarlyksche vermeerdering aantoonden, stegen in 1898 tot
81 089.848 franc wat de eerste, en tot 18.178.250 franc wat de laatste
betreft. Gedurende de eerste vyftien jaar van de oprichting van den
postdienst waren de ontvangsten gewooniyk onvoldoende om de
uitgaven.te dekken van het werk, noodig voor de ontwikkeling en
verbetenng van den dienst, maar sinds 1886 heeft het tegenover-
gestelde plaats gehad en de ontvangsten hebben aanhoudend de
i 7nnVnnn°Jertr0ffen; t0tdat Zij “ 1897 de 4.700.000 franc overtroifen. uit^ v e n met meer dan