VI. B e la s tin g ,
door het Ministerie van Financien.
De grondbelasting. — De bedrijfsbelasting. — De inkomstenbelasting.—
De Saké-belasting. De Soja-belasting. — De suiker-accy’ns. — De
beursbelasting. — De mijnbelasting. — Tonnegelden. — De belasting
op patentgeneesmiddelen. In- en uitgaande rechten. — Post-
zegels. — De druk der belastingen en schulden per hoofd . . . . 410
VH. De n a tio n a le sch u ld en ,
door het Ministerie van Financien.
De eerste openbare leening na de Restauratie. — Openbare leeningen
vpor het voortzetten van puhlieke werken. — Openbare leening voor
militaire uitbreidingen. — Openbare leeningen voor de regeling van de
financieele adminístrate. — Het bedrag der publieke leeningen welke
zijn afgelost en die nog u i t s t a a n .........................................................................447
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Het b a n kw e z en .
I. De o n tw ik k e lin g v a n h e t b a n k s te ls e l in J a p a n ,
door het Ministerie van Financiën.
Regiementen der Nationale banken in 1872. — De verandering van
nationale banken in particulière banken. — Het gebruik van cheques en
kredietbrieven. — De Speciebank te Jokohama. — De Bank van Japan. —
Plaatselijke industrieele banken. — De Bank van Formosa.:— Het aantal
banken. Banken onder contrôle van de Regeering. — De rechten en
plichten van de Bank van Japan. — Verschillende banken en haar
privileges. — Bankiers-associaties en clearinghouses. — Gewone banken
en s p a a r k a s s e n ....................................................... 4^4
ü . H e t b a n k s te ls e l,
door den heer JAMAMOTO, Ex-Beheerder van de Bank van Japan.
He t gezond verstand van het volk. — De vermeerdering der welvaart. —
Aanmoediging to t spaarzaamheid. — De beteekenis van de depressie
van 1900 1901. De noodzakelijkheid van het betrachten van spaarzaamheid.
— Onbeperkte nationale hulpbronnen. — Concurrentie met
andere landen op gelijken v o e t ............................................................................... 445
HI. De financieele c ris is v a n 1900—1901,
door TADAMASA HAJASJI.
Financieele spanning en aanval van ziekte. — 011 verniijde 1 ijke perio-
dieke wisselvalligheden welke noodzakelqk op een snelle uitbreiding
moeten volgen. — Het beoordeelen van den nationalen rijkdom op eene
verkeerde basis. — Buitenlandsche handel is niet het eenige criterium
van nationalen rijkdom. — De buitenlandsche handel en zijne merkwaar-
dige ontwikkeling gedurende tien jaren. — De nationale schuld per
hoofd lager dan die van eenig ander land. — De lessen van de crisis . 447
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Handel en Nijverheid.
I. Algemeen o v e rz ic h t v a n den to e s ta n d d e r N ijv e rh e id ,
door Baron EIITSJI SJIBOESAWA.
De werkelijke kracht van vooruitgang zit in de zaken, niet in de
politiek. — De noodzakelijkheid van coöperatie. — Vier eigenaardigheden
van het Japansche karakter. — Vele punten van onvolledigheid in
Japans o n tw ik k e lin g .^S De noodzakelijkheid van vreemd kapitaal. —
Een stelsel van curatorschap (trustee’s) voor den vreemden belegger.
Mededinging op Amerikaansche en Europeesche markten. — De handel
der Oostersche landen Japans natuurlijk aandeel. — De hulpbronnen
van Japan. — De noodlottige gevolgen van te veel militarisme. —
Noodzakelijke maatregelen tot het verzekeren van vooruitgang in de
toekomst ............................................................................................. 453
II. Algemeen o v e rz ich t v a n de in d u s trie e le e n financieele
to e s ta n d e n ,
door Baron EIITSJI SJIBOESAWA.
Inkomsten en uitgaven. — De openbare schuld. — In omloop zijnd
geld. — Wissels. — Rentestandaard. ggj- Prijzen van handelsartikelen. —
Loonen. — Het stelsel van vennootschappen. •— Banken. — Spoor-
wegen. — Scheepvaart. — Buitenlandsche handel. — De thee-nijverheidt-*-.
Rijst en graan. — De weefnijverheid. — De katoenspinnijverheid. — Ruwe
zijde. — Mijn-nijverheid.............................................................................................459
HI. F in an c ie e le en eco n omisch e kw e s tie s v a n den d a g ,
door den heer SOJEDA.
Toltarief en buitenlandsche handel. De Effecten- en Rijst-beurzen. —
De Karners van Koophandel. — Openbare en particulière spaarzaamheid.
— Consolidate van plaatselijke schulden. — Verkorting van den
militairen diensttijd. — Invoer van kapitaal. — Bevolking en kolonisatie. 478
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Belangrijke takken van nijverheid.
I. Landbouw,
door het Ministerie van Handel en Landbouw.
Landbouw is de voornaamste industrie. — De neiging van de landelijke
bevolking om naar de steden te trekken. — De suiker-industrie. —
De katoenplanters. — Landbouwproefstations. — Ooft . . . . . 484