zÿner collega’s. Maar met de openhartigheid, den vaderlandslievenden
Japanschen staatslieden eigen, hadden de Ministers van het Kabinet
Okoebo en Ito een onderhoud met Itagaki en Kido van de oppositie
en kwamen zÿ met elkaar tot overeenstemming over een plan tot
hervorming der Regeering op constitutioneelen grondslag. Dit leidde
tot den terugkeer van Kido en Itagaki in de positie van Raads-
heeren en het beroemde Keizerlÿk besluit van den 14den April 1875
werd uitgevaardigd, waarbÿ het Opperste Gerechtshof werd ingesteld
en de opening van den Sehaat en de vergadering der provinciale
Gouverneurs werden aangekondigd als inleiding tot de vestiging van
een vertegenwoordigend regeeringsstelsel.
De Engelsche en Pransche Regeeringen, welke elk 1500 Soldaten
hadden gestationeerd in Jokohama sedert 1863, in kazernes
gebouwd en onderhouden op kosten der Japansche Regeering,
beschouwden thans dien maatregel als nutteloos en ontruimden
uit eigen beweging de stad op den 25aten Februari 1875.
Het was in hetzelfde jaar, dat de reeds lang hangende kwestie
van Sachalin voor goed werd opgelost. Te voren, in 1871, was de
Keizerlijke Raadsheer Sojedjima naar Posjet Baai gezonden
geworden om met den daar resideerenden Russischen Gouverneur
over de grenskwestie te beraadslagen, maar men kon niet tot een
definitief resultaat komen en het gezantschap van Iwakoera, in
St.-Petersburg onderhandelende, kon al niet meer succès behalen.
In den tusschentÿd trokken de Russen party van den niet
geregelden toestand van Sachalin en een plaatselÿk bestuur
vestigend in Alexandrowsk, breidden zij hunne sfeer van actie in
verschillende richtingen uit en drongen zÿ zelfs voorwaarts in
de zuidelÿke gedeelten van het eiland, door de Japansche visschers
geöccupeerd.
Toen Sojedjima werd benoemd tot Minister van Buitenlandsche
Zaken, hoorde hÿ dat Rusland Alaska aan de Vereenigde Staten
had verkocht en vormde hÿ het plan, van Rusland de aanspraken
op het gedeelte van het eiland, ten Zuiden van den 50sten breedte-
graad, te koopen. De Minister van Financiën Okoema stemde toe
2.000.000 rio voor te schieten en met den Russischen Chargé d’Affaires
werden onderhandelingen geopend. Daar de Russische Regeering
het aanbod weigerde, deed Sojedjima het altematieve voorstel, dat aan
Japan de eilanden Oeroep, Koenasjiri en Itoeroep werden toegewezen
en dat Japan aan Rusland geheel Sachalin afstond onder voorwaarde,
dat het laatste toestemde het trekken van Japansche troepen door
het Russische grondgebied te vergunnen in geval van oorlog met
eene Mogendheid op het vaste land. (Sojedjima had zonder twÿfel
eenen inval in Korea van het Noorden uit op het oog). Terwÿl de
grenskwestie nog hangende was, werd Sojedjima in Maart 1878,
gelyk boven gezegd is, naar het Hof van Peking gezonden en toen
hy in Augustus van hetzelfde jaar was teruggekeerd, kwam op
zekeren dag de Gezant der Vereenigde Staten in Tokio by hem en
stelde hem particulier in kennis van het besluit der Russische
Regeering om alle aanspraken op Sachalin aan Japan te verkoopen.
Maar byna op denzelfden dag bracht Raadsheer Itagaki hem een
bezoek en vertelde hem dat het Japansche Kabinet juist beslist
had de inzichten, in de memorie’s van Koeroda, Directeur van het
Vereenigd Bureau van Jeso en Sachalin bepleit, tot de zyne te
maken en het heele eiland aan Rusland over te laten, met of
zonder voorwaarden, al naar het geval mocht zyn. Volgens Koeroda
was het eiland het geld niet waard, dat vereischt werd om het m
bebouwbaren Staat te brengen; want niet alleen was het klimaat
buitengewoon koud, maar de grond was schraal en onvruchtbaar;
behalve dat er voortdurend vrees bestond voor eene botsing met
Rusland, zoolang Japan slechts een deel ervan bezat. Het duurde
niet lang of de Russische vertegenwoordiger in Tokio hoorde van
het besluit waartoe de Japansche Regeering gekomen was. en hy
betoogde nu, dat Sojedjima de eenige persoon in Japan was, die
den afstand van het geheele eiland door Japan aan Rusland in den
weg stond.
Nadat Sojedjima zieh uit zijn ambt had teruggetrokken, werd
Moenenori Terasjima, die de eerste Japansche Gezant was geweest
aan het Hof van St.-James, benoemd tot Minister van Buitenlandsche
Zaken en Vice-Admiraal Enomoto werd als gevolmachtigd Minister
en Buitengewoon Gezant naar Rusland gezonden met instructies,
over de Sachalinsche zaak te onderhandelen. Deze instructies
bestonden hierin, dat men moest maken dat Rusland toestemde
in eene of andere natuurlyke grens tusschen Japansch en Russisch
grondgebied op Sachalin en dat men, ingeval Rusland voor zieh
zelf aanspraak maakte op het geheele eiland, Rusland Japans
souvereiniteit deed erkennen op de geheele groep der Koerilen.
In het laatste geval moest Japan van Rusland vergoeding eischen
voor wegen en andere inrichtingen op Sachalin en ook maken, dat
Rusland de belangen van onze vischvangst in de aangrenzende
zee6n beschermde.
Onderhandelende met de Tokoegawa-Regeering had Rusland er
geredelyk in toegestemd, de drie eilenden der Koerilen-groep
als Japansch grondgebied te erkennen, evenals Sachalin voor de
Japansche vischvangst open te stellen; maar nu het zieh stevig
gevestigd had op Sachalin, weigerde het langen tijd na elke door
den Vice-Admiraal voorgestelde voorwaarde te luisteren, tot ten