Manschappen.
Subalterne offleieren, eerste bootslieden of matrozen, bekwame
bootslui of matrozen 2^e klasse, 3^e klasse of gewone matrozen
worden geëxamineerd in April en October.
Het examen voor de bootsjongens heeft plaats in Mei en November.
De jongens worden gedurende vier maanden geoefend in de
barakken van ieder marine-station en dan naar de naar zee gaande
opleidingsschepen gezonden voor minstens twee maanden, vöördat
zÿ bÿ de schepen van het eskader worden ingedeeld.
Uit de bekwame bootslieden, opwaarts tot en met subalterne
officieren l ste klasse, wordt een zeker aantal mannen uitgekozen en
geëxamineerd, om zee-kanonniers en torpedo-mannen te worden;
de candidaten die slagen, worden opgeleid, de kanonniers op de
artillerie-, de torpedo-mannen op den torpedo-opleidingspost te
Jokosoeka.
Er zy'n drie verschillende cursussen voor de opleiding van matrozen,
kanonniers, torpedo-mannen, torpedo-instructeurs enz.
(1) Een cursus voor zee-kanonniers; (2) een voor geschut-instruc-
teurs; (3) een herhalings- of körte cursus.
Stokers, scheepstimmerlieden en smeden ontvangen hetzelfde
onderricht als de matrozen en worden overeenkomstig hun beroep
als zeelieden op het opleidingsstation tot werklieden geoefend.
Yerdere bÿzonderheden over de opleiding bÿ andere rangen van
mindere officieren en manschappen is onnoodig, daar die inbeginsel
gelÿk is met die voor de klasse der gewone zeelui.
De Marine-Académie.
Onderwÿs voor meer gevorderde zeeoffleieren en ingénieurs wordt
gegeven aan de Marine-Academie te Tokio. Het geschiedt door een
Schout-bij-nacht Superintendant en verscheidene leeraren en offi-
cieren van verschillenden rang, alsook door een staf van Professoren.
De cursussen voor aspirant-officieren zÿn als volgt:
(1) Lange cursus voor officieren, twee jaar; (2) körte cursus
voor offleieren, één jaar; vrÿwillige cursus, één jaar (nagenoeg);
(4) lange cursus voor ingénieurs, twee jaar; (5) körte cursus voor
ingénieurs, één jaar.
Aspirant-officieren worden door den Hoofd-commandant der Marine-
stations en eskaders, en door officieren die hetzelfde gezag hebben,
benoemd, volgens een aanvrage, elk jaar door den Minister van
Marine te doen. Een candidaat voor den langen cursus moet drie
jaar ondervinding van den zeedienst gehad hebben, eene goede
gezondheid, een goed oordeel en kennis van zjjn beroep, benevens
goede getuigschriften hebben. De leerlingen voor officier voor den
vry willigen cursus worden niet benoemd, doch melden zieh aan,
waarby zy de vakken aangeven waarin zjj wenschen te studeeren;
de Minister van Marine geeft zyne toestemming, indien hy geen
bezwaren heeft. Leerlingen voor officier van deze klasse kunnen
worden Kapitein, Commandant en Luitenant.
De voornaamste vakken die aan de Academie onderwezen worden,
zyn: 1. Krygskunde; 2. Zeevaartkundige tactiek; 3. Militaire tactiek;
4. Geschiedenis van den oorlog; 5. Artillerie en Machinerie, met
inbegrip van het geschut, scheepsbouwkunde, stoommachines,
hydraulische en electrische machinerie; 6. Zeevaartkunde, weer-
kunde, kust-opname, enz.; 7. Yersterkingen; 8. Land-opname;
9. Maritieme en Militaire administratie; 10. Internationaal recht.
Yoo r b e r e i d e n d e v a k k e n .H o o g e r e wiskunde. Leer der
krachten. Natuurkunde. Toegepaste dynamica.
P a c u l t a t i e v e vakken. — Maritiem strafrecht. Moderne talen.
Photografie.
De vakken voor Officier-Ingenieur zyn:
Ee r s t e gedeel te. Stoom-werktuigen. 2. Practische Werktuig-
kunde. 3. Het ontwerpen van werktuigen en maehines. 4. Scheepsbouwkunde.
5. Geschut-constructie.
Tweede gedeel te. 1. Theorie van stoom-werktuigkunde.
2. Kinematiek der maehines. 3. Kennis van de sterkte van materiaal.
4. Weerstandsvermogen en voortstuwing. 5. Leer der hydraulische
maehines. 6. EJectriciteit en electrische maehines en toestellen.
Yo o r b e r e i d e n d e v akke n. Wiskunde. Krachtenleer. Natuurkunde.
Scheikunde. Metaal-kennis.
Vrye vakken. Maritiem Strafrecht. Moderne talen. Photografie*
Officieren die den vry willigen cursus willen volgen, mögen een
van de hierboven opgenoemde vakken kiezen, maar de keuze moet
tegelyk met de aanvraag geschieden.
Uitgaven voor de Marine *).
De uitgaven voor de Keizerlyke Japansche Marine worden onder -
scheiden in twee klassen: gewone uitgaven en buitengewone uitgaven.
Onder de gewone uitgaven worden verstaan die voor het
onderhoud der vloot;’ onder de buitengewone, die voor den boüw
van nieuwe etablissementen.
l) De volgende tabel geeft eene vergefijking tusschen Japan en andere