„den naar de Mogendheden, met ons in vrede levende; en nu Wy
„het volstrekt noodzakelyk achten er een te zenden, hebben wy
„aan den gezonden wordenden Minister, Tomomi Iwakoera, Minister
„van de Eechterzyde, Ons vertrouwen gegeven en volmacht als
„byzonder Afgezant eh benoemd tot gevolmachtigden 2d® klasse:
„Kido, Eaadsheer; Okoebo, Minister van Financien; Ito, Onder-
„Minister van Openbare Werken, en Jamagoetsji, Tweede Onder-
„Minister van Buitenlandsche Zaken.
„Zy moeten met volmacht zieh begeven naar de Yereenigde
„Staten en de Eegeeringen van Europa, hun Onze welwillende
„bedoeling mededeelen, en de vriendschappelyke betrekkingen, die
„gelukkig tusschen Ons en die Eegeeringen bestaan, uitbreiden en
„vermeerderen.
„De tyd voor herziening der bestaande verdragen zal binnen een
„jaar komen, en Wy wenschen ze aanmerkelijk te herzien, in die
„mate, dat Japan op voet van gelykheid worde geplaatst met de
„beschaafde volken en Wy wenschen Onze rechten en belangen
„die daaruit voortvloeien te behouden. Maar aangezien de gebruiken
„en wetten van Japan veel verschillen van die in vreemde landen,
„is het niet Onze bedoeling de herziening terstond ter hand te
„nemen. Wy zullen eerst de instellingen der beschaafde naties
„bestudeeren, de voor Japan meest geschikte overnemen en gelei-
„delijk Onze Eegeering en gewoonten hervormen, zoodat Wy eenen
„toestand bereiken, gelijk aan dien der beschaafde naties. Diens-
„volgens zenden Wy nu het gezantschap naar de Eegeeringen der
„Yereenigde Staten en andere landen met instructies om aan hen
„den staat van zaken in Japan uit te leggen en met hen te beraad-
„slagen over de beste wyze van hervorming Onzer instellingen.
„Wy zullen de kwestie van de herziening der verdragen overwegen
„na ontvangst der rapporten van het gezantschap, en dan Ons
„standvastig verlangen ten uitvoer leggen.”
Maar toen het gezantschap in Washington aankwam, vertelde de
Staatssecretaris der Vereenigde Staten aan de leden, dat in de
diplomatic eene uitsluitend mondelinge gedachtenwisseling geen
bindende kracht zou hebben voor de toekomst en dat, naar zyne
meening, het beste, wat Japan doen kon, zou zyn, dadelyk formeel
met voorloopige onderhandelingen te beginnen over de herziening.
Men zegt dat President Grant den Edelen Feer Iwakoera eveneens
den raad gaf, dadelyk ter -plaatse de onderhandelingen te openen.
Daarvoor ontbrak echter de volmacht. Okoebo en Ito werden
daarom teruggezonden naar Japan om de volmacht te vragen,
tegelykertyd de volgende punten ter zake van herziening der verdragen
aan het oordeel van het Keizerlyk Kabinet onderwerpende:
1. Daar het te vroeg is, het geheele binnenland van Japan voor
het verkeer met het buitenland te openen, zou men den vreemde-
ling alleen binnen voorgeschreven grenzen moeten laten wonen en
zou hem vergund moeten worden, vryelyk te reizen binnen een
bepaald aantal my len van de concessie-terreinen, welke afstand
geleidelyk moet worden vergroot.
2. Voorbereidingen behoorden te worden gemaakt voor de
instelling van rechtbanken en om die vreemdelingen onder dezelfde
rechtspraak te plaatsen als Japansche onderdanen, in ruil voor de
afschaffing der ex-territorialiteit en herstel van het recht der rechts-
bevoegdheid van Japan. Maar voorloopig moesten tydelyk wetten
worden afgekondigd, onderworpen aan geleidelyke hervorming;
totdat de vreemdelingen voldaan waren over de onpartydigheid der
rechtbanken en de vryzinnigheid der wetten.
8. Ofschoon het Japansche strafwetboek Christen-bekeerlingen
niet straft, zou toch, zoolang het artikel bestaat waarby het Christendom
verboden is in de Kosatsoe (tafel van wetten, op openbare
plaatsen opgehangen), Japan een barbaarsch land schynen te zyn,
dat geen vryheid van eeredienst erkende en daarom onwaardig
was op voet van gelykheid gesteld te worden met andere Volkeren.
Daarom behoort het genoemde artikel geschrapt te worden.
In Tokio werd het ontwerpen van het nieuwe verdrag toever-
trouwd aan Ito en Sojedjima; en toen het ontwerp was voltooid
en goedgekeurd, werd volmacht verleend en werden de onderhandelingen
over herziening geopend te Washington. Zy werden
echter op eene zeer eigenaardige wyze onderbroken. De Heer von
Brandt, Duitsch Gezant in Tokio, die over het algemeen zichjegens
Japan niet zeer vriendelyk had betoond, kreeg juist toen ter tyd
verlof en kwam op zyne thuisreis in Washington om aan den
Edelen Heer Iwakoera mede te deelen, dat naar zyne meening de
manier om van Staat tot Staat te gaan voor onderhandelingen over
herziening der verdragen voor Japan zeer onvoordeelig was, omdat
op grond van de meest-begunstigde-natie-dausule, welke in elk verdrag
zou moeten worden opgenomen, elk land zonder moeite alle
rechten zou verkrygen die aan de reeds voorgetrokken landen
waren verleend geworden en het in de herziening niet zou toestem-
men, tenzy het eene nieuwe speciale concessie kreeg; zoodat ten
slotte Japan' veel meer zou verliezen dan ingeval met alle Mogendheden
te zamen onderhandeld werd. Dat verschrikte ons gezantschap
en de onderhandelingen werden afgebroken, want de Edele Heer
Iwakoera deelde aan de Eegeering der Yereenigde Staten mede, dat
Japan van plan was de vertegenwoordigers der Mogendheden in
Parjjs bijeen te verzamelen en daar eens voor al te onderhandelen.