II. H et hed en d a a g seh e le g e r
DOOE
VELDMAARSCHALK MARKIES OJAMA,
Chef van den Generalen Staf.
De Keizer heeft als opperbevelhebber van leger en vloot het
oppercommando over de geheele macht. Hij benoemt den Minister
van Oorlog, den Chef van den Generalen Staf en den Directeur-
Generaal van het Militair Onderwijs, als leden van den Militairen
Raad, welke over bijzondere Zaken moet geraadpleegd worden.
De Minister van Oorlog beheert alle militaire transacties, heeft
gezag over de offleieren, Soldaten en militaire beambten en houdt
toezicht over de hieronder genoemde bureau’s:
De Artillerie-Raad; de Raad der Genie; de Militaire Gezöndheids-
raad; de Militaire Gezondheidsraad voor de paarden; het Depot van
paarden voor het leger; het Wapeningsdepartement; het Arsenaal;
het Kanonnendepot; het Departement van versterkingen ; het
Formosa-aanvullingspark; het Centrale Koorndepot; het Departement
van militaire kleeding; de „Sendjoe” -wollen-kleederenfabriek; het
Depot van geneeskundig materiaal voor het leger ; de Geneeskundige
school voor het leger; de Militaire Commissariaat-school; de Militaire
Veeartsenij-sehool. De Chef van den Generalen Staf maakt de plannen
op voor de verdediging van het land en voor de bevelen voor de
manoeuvres van het leger en bekrachtigt die na de Keizerlpke
goedkeuring verkregen te hebben, en brengt ze over aan den
Minister van Oorlog. De Chef van den Generalen Staf heeft het
commando over alle staf-officieren en het directe toezicht over het
Staf-College en het Departement der Topographische Opname.
De Directeur-Generaal van het Militaire Onderwÿs heeft bevel
over de Inspeeteurs-Generaal van de Cavalerie, de Veld-Artillerie, de
Garnizoens-Artillerie, de Genie en de Intendance, en neemt maat-
regelen voor de eenvormigheid en verbetering van de geheele
militaire opvoeding.
De Inspeeteurs-Generaal zÿn verantwoordelÿk voor de opleiding
in hunne eigen afdeelingen.
De Directeur-Generaal van het Militair Onderwÿs heeft de zorg
voor de volgende scholen :
De School voor Artillerie en Genie; de „Tojama-school” (met
inbegrip van de school voor militaire muziek); de Militaire School
de Centrale Cadettenschool; de Militaire Rijschool; de Schietschool
voor Veld-Artillerie en Garnizoens-Artillerie.
Het geheele land Japan is verdeeld in drie Armeekorps-Presidenties
en iedere Presidentie is verdeeld in vier Divisie-Districten en ieder
Divisie-District is verdeeld in vier tot acht Regiments-Districten ;
dat geeft twaalf Divisie-Districten en twee-en-vjjftig Regiments-
Districten in het geheel.
Eenige van de Divisie-Districten hebben van één tot vijf spéciale
Militaire districten, wat men „Kei-bi-Taikoe” noemt, behalve de
Regiments-Districten. Het geheele aantal Spéciale Militaire Districten
in Japan is zeven.
Tot vöör den oorlog met China was het leger samengesteld
als volgt :
1 Divisie Gardes, 6 Divisies van de Linie, 2 regimenten Garnizoens
Artillerie.
Na den oorlog werden er aan toegevoegd:
6 Divisies van de Linie, 2 brigades Cavalerie, 2 brigades Veld-
Artillerie, 3 regimenten en 4 bataljons Garnizoens-Artillerie,
1 spoorweg-bataljon, gendarmes enz.
Bÿ gevolg is de tegenwoordige inrichting van het leger de
volgende :
Gardes: 1 divisie; Linie: 12 divisies; Cavalerie: 2 brigades;
Veld-Artillerie: 2 brigades; Garnizoens-Artillerie: 5 regimenten en
4 bataljons; Spoorweg-bataljon 1; Infanterie (Speciaal Militair
District) 1 bataljon; Formosaansche Gamizoenen: 3 brigades (ver-
eenigd); Gendarmes: 15 districten.
Op vredesvoet bestaat één divisie uit:
Infanterie: 2 brigades; Cavalerie: 1 regiment; Veld-Artillerie :
1 regiment; Genie: 1 bataljon; Intendance-korps: 1 bataljon.
De Infanterie, de Garnizoens-Artillerie en de Genie zÿn be-
wapend met 6 millimeter infanterie-geweer model „het jaar 30”,
dat in de plaats gekomen is van het Murata-geweer, en de Cavalerie
en Intendance-korpsen hebben karabijnen van hetzelfde model; laatst-
genoemd korps heeft ook sabels.
De Veld-Artillerie gebruikt zoowel veld- als berg-batterpen van
snelvurende kanonnen en is bewapend met bajonetten. In tfld
van oorlog, mobiliseert de Keizer een gedeelte of het geheele
leger en stelt de vechtorde der troepen vast.
Gewoonlijk is het leger als volgt samengesteld:
Verschillende divisies Infanterie, brigades Cavalerie en Veld-Artillerie,
Veld-telegraaf, verscheidene troepen Landweer, de Leger-staf.
Zoo noodig, worden er nog de volgende troepen aan toegevoegd:
Voet-Artillerie, Spoorweg-korps.