Minister van Buiteniandsclie Zaken, zoodat hun invloed te klein
was om eenige hervorming uit te werken.
Integendeel was de invloed van China, omdat het de Koninginne-
partÿ aan zyne zyde had, zeer sterk en het nog in Seoel in garnizoen
zjjnde Chineesche leger telde thans 3000 man, terwyl de Japansche
troepen, welke het Gezantschap bewaakten, slechts 130 man telden.
China voorzag Korea van wapens en in werkelÿkheid schreven
de Chineesche offleieren Go-tsjo-kei '), Go-tsjio-joe en En-sei-gai2)
aan de Koreaansche Regeering maatregelen voor naar instructies
van Li-hoeng-tsjang, die ook aan Korea 200.000 rio voorschoot uit
de kas der Chineesche Scheepvaart-Maatsehappü en den Duitscher
Mollendorff en andere vreemdelingen als instructeurs en adviseurs
naar Korea zond. China verkreeg van Korea het recht, waarbÿ
aan Chineesche kooplieden werd vergund filialen in Seoel op te
richten en de 2000 onderdanen van het Hemelsche Ryk, die de
Koreaansche hoofdstad binnendrongen, overvleugelden verre de
scherpzinnigheid van het handjevol Japansche redacteuren en politieke
avonturiers. Daarom keerden de laatsten, de een na den ander,
teleurgesteld naar Japan terug; en Japans zaak scheen voor eenen
tyd verloren in Korea.
Maar in 1884 begon Frankrÿk een gewapend conflict met China
en het afgeleefde oude Ry'k scheen geene party voor de krachtige
republiek van het Westen. De Japansche party in Korea zag nu
eene goede gelegenheid, de Chineesche party eenen beslissenden
slag toe te brengen en het is waarschyniyk, dat eenige der politici
in Japan deze poging min of meer aanmoedigden.
De Japansche Gezant Takezojé, die eenige maanden in Tokio
was geweest, keerde. in October 1884 naar Seoel terug en begon
eenen levendigen omgang met de personen, van wie hy veronder-
stelde dat zÿ tot de Japansche party behoorden. Hy sprak nu
vrÿelÿk van de naderende verwoesting van China en van de goede
gelegenheid voor Korea om zieh volstrekt onafhankelÿk te verklären.
Den 2den November werd de Gezant door den Koning van
Korea in gehoor ontvangen en nadat de gewone ceremonie was
afgeloopen, deed hy, in het gesprek tête-à-tête met den monarch,
formeel de verklaring, dat zÿn verheven meester, de Keizer van
Japan besloten had aan Korea-de 400.000 jen, die nog van de
schadevergoeding van 1882 te betalen overbleef, te schenken, op
voorwaarde, dat de Koning ze voor militaire hervormingen zou aan-
wenden. Hy legde den Koning ook den Staat van zaken in het Oosten
') In den Engelsehen tekst ook gespeld: „Go-chjto-kei”.
*> » » n » » » „ Jen-sei-gai”.
Ve b t .
uit, de onrechtmatigheid van Chineesche interventie in de binnen -
landsche aangelegenheden van Korea en van de gevangenhouding
van Tai in-koen enz. en verzekerde hem, dat de Japansche Regeering
zeer biyde zou zyn te zien, dat Korea zijne werkelyke onafhankelykheid
naar internationaal recht deed gelden ten aanzien der gansche wereld.
Den 3den November werd in het Japansche Legatiegebouw de
verjaardag van den Japanschen Keizer gevierd en midden onder
het gala-diner, waartoe de Koreaansche Minister van Buitenlandsehe
Zaken, de Gezant der Vereenigde Staten, de Britsche Consul-Generaal
en de voornaamste, tot de Japansche party behoorende Koreanen
waren uitgenoodigd, werden redevoeringen gehouden door de Japansche
gasten tegen China en ten gunste van het verbond tusschen
Japan en Korea. Zy maakten zelfs den aanwezigen Chineeschen
Consul belachelijk, die de Japansche taal niet verstond.
Den 8sten November werd aan het Japansche Gezantschap bericht,
dat de Chineesche officier En-sei-gai verscheidene dagen lang aan
zyne Soldaten last had gegeven ten volle gewapend te zyn en
klaar voor onmiddellyk optreden, dag en nacht, en dat Bin-ei-jokoe,
een der hoofdpersonen van de Koninginneparty, den Kroonprins
met gewapenden bewaakte. In het holle van den nacht van 11 op
12 November oefenden de Japansche troepen zieh in het schieten
aan den voet van den Zuidelyken Heuvel, en maakten den armen
Koning bang. Toen men hem uitleg vroeg, antwoordde de Japansche
Gezant, dat het buiten zyn medeweten gebeurd was, maar
dat zulke maatregelen, volgens den Japanschen officier die over de
Gezantschapswacht het bevel voerde, noodzakelyk waren ten einde
by de Soldaten den plicht levendig te houden tegenover de Chineesche
Soldaten, die dag en nacht klaar werden gehouden voor het gevecht.
Het gerucht werd nu algemeen, dat Japan met China in Korea
zou gaan vechten.
Kin-giok-kin, een der hoofdfiguren der Japansche party, schryft
in zijn dagboek, dat hy in ’sKonings tegenwoordigheid werd toe-
gelaten in den nacht van den 29sten op den 30sten November en
daar er niemand anders in het vertrek wasv legde hy den Koning
den staat van zaken in het buitenland uit en deed hem het gevaar
voor Korea inzien, indien Japan er toe kwam met China over de
Koreaansche kwestie te vechten. Hy vertelde den Koning, hoe de
Japanners de Chineezen haatten om hunne händige zetten in Korea
en dat, indien Japan, in gemeen overleg met Frankryk, China zou
verslaan, het zeker Korea zou inlyven, ten einde te voorkomen,
dat het de prooi werd van zynen mededinger. De Koningin, die
achter de deur naar het gesprek had zitten luisteren, vertoonde
zieh nu en vroeg ernstig aan Kin-giok-kin, wat er gedaan moes^