gcbouwen op afbraak verkocht, zoodat er thans niets meer van te
zicn is , ofschoon de plaats, waar zij gestaan hebben , thans nog het
Klooster genoemd wordt.
EMMAÜS, voorm. kloost, op de Over- Ucluwe, prov. Gelderland,
Zie E maus.
EMMAUS (HET-SLOTJE), heerenhuis iu de Meijerij van ’s Hertogen-
bosch, kw. Peelland, prov. JVoord-Brahand, Herste distr., arr. en 3^ u.
Z. Z. 0 . van ’s Herlogenbosch, kant. en l j u. W. Z. W. van Veghel,
gem. St. Ocdenrode.
Het beslaat, met de daartoe behoorende gronden eene oppervlakte
van 56 v. r. 18 v. eil. en wordt thans in eigendom bezeten door de
erven van den Heer J. H..A. von Schmidt aüf Altenstadt , in de Oost-
Indie overleden.
EMMEKLAAR , E emeklaar , Eheklaab of Emiclaar , heerl. in Eemland,
prov. Utrecht, arr. en kant. Amersfoort, gem. Hoogland; palende N.
aan de heerl. Duits-de-Haar-en-Zevenhuizen, 0 . aan de prov. Gelderland,
.Z. en W. aan de heerl. Hoogland.
Zij bevat het geh. Emmeklaar en eenige verstrooid liggende hui-
zen. — De Herv., die er wonen , worden tot de gem. van Amersfoort
gerekcnd. — De R. K., behooren tot de stat. van Hoogland. —. Men
heeft in deze heerl. geen school.
Het geh. Emmeklaar, E emeklaar , E meklaar of E miclaar , ligt 1 u.
N. van Amersfoort.
De heerl. E mmeklaar was vroeger, henevens L an g e ro d e, thans Langenoorth
genoemd, eene groote hofstede, waarop de K. K. kerk van
het Hoogland staat, leenroerig aan de prov. Utrecht wegens de abdij
van St. Paulus aldaar. In het jaar 1749 werd E verard W i t t e r t , die
reeds te voren Heer van het Hoogland was, ook met Emmeklaar beleend.
EMMELOORD, in oorspronkelijke brieven E mbelwaard of E mmel-
werd gespeld, het Noordelijkste gedeclte van het eiland Schokland,
m de Zuiderzee, prov. Overijssel, arr. en SJ u. N, W. van Zwolle,
kant. en 3 u. N. N. W. van Kämpen, gem. Schokland.
De inw. generen zieh meest met visschen in de Noord- en Zuiderzee,
en arbeiden aan het lands werk, terwijl soinmigen vroeger handel
sareven in granen , welke zij met kagen naar Hamburg, Overijssel en
Amsterdam vervoerden , doch dit heeft sedert vyftigjaren opgehouden.
. De R. K., die hier wonen., behooren tot de stat. van Ens-en-Em-
meloord, voor welke op Emmeloord thans (1842) eene nieuwe kerk
aan den H. Michael toegewijd, met pastorij gebouwd wordt. — De
Herv., van welke men er aantreft, worden mede tot de gem. van
Ens-en-Emmeloord gerekend.
Het was vroeger door een dijkje, de landscheiding geheeten, dat
van het W. naar het 0. dwars door ■ Schokland loopt,' van het zuide-
Hjke gedeelte des eilands , Ens genaamd , afgescheiden , doch dit dijkje
bestaat thans niet meer.
Vroeger, toen hier, nog veel land was, werd het aan het Noordoostr
einde tamelijk volkrijk bewoond, maar door het geweld en het inbre-
ken der zee , welke daar tcr plaatse veel land wegnam , waren de inwo-
jm . genoodzaakt te verhuizen, en zieh in het Zuiden neder te zetten.
Het droeg toen den naam van Maakhuizen , doch vermits E mmeloord
wel het best bekende deel van het eiland was, is de naam van
Maanhu^en allengskens in vergetelheid geraakt.
Men onderstelt eenige overeenkomst des naams in dien van Hame-
land Qf Eemland, waarvan Schokland ten zuiden door de Zuiderzee
is afgescheiden, doch dat het hier aan vast geweest zoude zijn, is uit
de vroegste gedenkstukken van ons Vaderland niet te bepalen. E m-
meloord was vroeger, gelijk geheel Schokland, rondom bedijkt, doch
niet zvvaar, zijnde voorts buitendijks met riet bezet, thans echter
heeft men, in plaats van dezen dijk, een laag steenen oeverwerk,
hetwelk vrij veel tot het behoud van- E mmeloord toebrengt. Bij de
miuste verbefiing van zeewinden Staat het land echter onder water.
De grond binnendijks is: zeer laag, veelal uit gebroken land be-
staande , zoodat men over plankjes van het eene land op het andere
gaan moet. Alles is hier moeras , naauwelijks geschikt om te grazen
voor koeijen of schapen r welke bij storm dadelijk uit den modder
moeten gehaald worden , zoodat hier jaarlijks schapen verdrinken. De
huizen staan er op werven van koemist opgehoogd, die met planken
en palen wel moeten voorzien worden, om bij overstrooming het water
te keeren, dat echter dikwijls in de huizen vloeit. Yele huizen zijn
in het midden afgeschoten f zoodat ze door twee huisgezinnen bewoond
worden. De kerk had weleer eene dergelijke grondslag als de huizen,
namelijk van koemist, en was niet vrij van overstrooming , somtijds
wel van 4 tot 3 voeten hoog, doch dit gebouw is in den jare 1749,
met vier en dertig huizen afgebrand, sedert welke tijd de Hervormden
van Emmeloord met die van Ens vereenigd zijn. De grondslag der h.
moet vroeger veel lager zijn geweest dan thans, daar bij het graven
van putten, als anderszins , op aanmerkelijke diepte, stammen van
boomen enz. zijn ontdekt.
Aan het noorden van Emmeloord buitendijks stond weleer een kaap
of dagbaak, doch deze is verdwenen. Men vindt ook aangeteekend,
dat hier weleer eene kerk gestaan heeft.
Onderscheidene bijzondere Heeren hebben van oude tijden af het ge-
bied over Emmeloord gehad. De oudste, die men heeft kunnen vinden,
is geweest Heer Herman van E dtnre, die er in het jaar 1445 Heer van
was, zoo als blijkt uit eenen bezegelden brief, welke in handen is ge -
weest van J ohannes S anders , omtrent den jare 1690 Predikant te Ens.
Ook heeft men bescheid van zekeren Heer Gerrit L oddenbach , woonachtig
geweest te Utrecht, en na wiens dood het bezeten werd door zijne
nagelatene weduwe, Yrouwe Barbara van Abcoode enz. De laatste is
geweest Heer J ohan van Werve, van wien de stad Amsterdam het
gekocht heeft. Uithoofde der groote gemeenschap , welke E mmeloord
heeft met het naburige E n s , zijn de provincien Holland, Frieslanden
Overijssel, tot welke het eil. Schokland behoorde, sedert den jare 1710,
overeengekomen , gezamenlijk zekere kosten te dragen, ter behoudenis
van Ens, waaraan ter beveiliging van de vaart op de Zuiderzee, veel
gelegen ligt. Holland zou van iedere zestig gulden , aan deze kosten
besteed, aehttien gulden dragen ; Friesland tien en Overijssel twee
en dertig. De meerdere of mindere guldens naar gelang; doch in
het jaar 1737 heeft Holland zwarigheid
om langer voor
Ens in de kosten te dragen, ten ware ook
Friesland en Overijssel dra
gen wilden in de kosten van Emmeloob®. Wat hierop verder besloten
's , is niet gebleken. Burgemeesteren van Amsterdam werden, bij
resolution der Staten van Holland en Westfriesland, van den 12 January
des jaars 1711 , geregligd , om een gelijk ankergeld wegens
Emmeloord te heffen , als de provincien Friesland en Overijssel heften
Regens E n s, namelijk dertig stuivers van ieder sebip , dat aan
, meloord ankerde, en in ffeen dezer drie provincien te buis begemaakt,