GEMPOL of Gohpol , distr. in Oost-Jndie , op het Sundasche eil.
Java, resid. Passoeroewang, d istr. Bangil.
GEMUNDE of G e u o b d t , d. in de Meijerij van 's Hertogenbosch,
prov. Noord-Braband, gedeeltelijk kw. Oisterwijk, gedeeltelijk kw .
Peelland. Zie G e bo h d e .
GENAU WERT , voorm. Nonnenklooster, prov. Friesland, kw. Oos-
tergoo, griet. Ferwerderadeel. Zie N azareth.
GEND, d. in de Over-Betuwe, prov. Gelderland. Zie G eh t .
GEND (KLEIN), naam , welken men meestal geeft aan het d. W e s i -
dorpe , in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland. Zie G eht (K l e ib ) .
GEND (SAS WAN), voorm. vesting in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland.
■ Zie. S as- van-G e b t .
GENDER of Einde , oudtijds Ebde of Asde riviertje in de Meijerij van
's Hertogenboscli, kw. Kempenland, prov. Noord-Braband, datzijnen oor-
sprong neemt uit twee adertjes , waarvan het eene bij Steenzel en het
andere bij Knegsel ontspringt, het stroomt vervolgens längs en door \ eld-
hoven, längs bet Kasteei en de kerk van Blaarthem; maakt de scbeiding
tusschen Strijp en Gestel; vormt voor bet grootst gedeelte de grachten
van Eindhoven ; scheidt dat stadje ten Noorden en Oosten van Woen-
sel, en ontlast zieh niet ver van daar in den Dommel.
GENDERDIJKE-POLDER of beter G e e sd e r d ijk e - P older , voorm. pold.
in Staats-Vlaanderen, in Axeler-Ambacht, prov. Zeeland, welke in den
strijd met Spanje, benevens de omliggende polders , eerst op den 26 Julij
1574 en later op den 5 Februarij 1584, door de bezetting van Neuzen
verwoest werd, terwijl de polder vervolgens , nadat M a drits , Prins van
Oranje, zieh , den 17 Julij 1586 , van de stad Axel had verzekerd, ter
beveiliging dezer vesting, met de meeite polders in Axeler-Ambacht,
op last van den Prins onder water werd gezet. Na den vrede van
Munster in 1648, werd er, den 12 Dec. van dat jaar , octrooi ver-
leend tot bedijking van den Polder van Zaamslag, waarbij 10o6 gemet.
105 r. (461 bund. 79 v. r. 75 v. ell.) van den G e sd e r d ijk e - P older zijn
ingedijkt, zoodat die polder bijna geheel in den Polder-van-Zaamslag
is opgenomen.
GENDEREN, heerl. in het Land van Heusden, prov. Noord-Braband,
arr. 's Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Heesbeen-Eethen-en-
Genderen; palende N. aan de heerl. Aalburg, 0. aan de heerl. Hees-
been, Z. aan Doeveren , W. aan Eethen.
Deze heerl. bevat het d. Genderen en eenige verstrooid liggende
huizen, telt 7 5 h. en 500 inw., die meest hun bestaan vinden in den
landbouw en veeteelt. Ook heeft men er vele hop- en hennep-akkers,
alsmede eenen korenmolen.
De Herv., van welke men er 450 aantreft, die in deze heerl. eene
kerk hebben , behooren tot de gem. Doeveren-en-Genderen, doch van
welke in het jaar 1854, het grootste gedeelte zieh afgescheiden heeft
en thans eene afzonderlijke gem. uitmaakt.
De R, K., van welke men ,er ruim 40 aantreft, worden tot de stat.
van Hemden gerekend. De enkele Evang. Luth., die hier woont, be-
hoort tot de gem. van Heusden. — Men heeft in deze heerl. eene
school.
Het d. G ebd e r es , ligt 5 u. W . ten N. van ’s Hertogenbosch , 1 “■
• W. van Heusden en J u. N. W. van Heesbeen. Het is eene kleine
doch vermakelijke plaats, rondom in het geboomte gelegen. Omtrent
dit d. bestaat er eene overlevering, dat men in oude tijden , aldaai
eene stad heeft willen aanleggen , waartoe inen eenigen grond meent
te vinden in de regte en breede stra'ten , die op een groot plein uit-
loopen, welk plein tot een groot marktveld kan dienen. Men vond
hier vroeger ook de adellijke hofstad L u ite n d a a l, van welke nog
een overblijfsel, in eene kleine boerenwoning onder dien naam, aan-
wezig is. De kerk is vrij fraai, doch niet zeer groot; zij heeft een
laag, spits , met leijen gedekt torentje. Het hooge kerkhof is door
eenen munr omgeven. — In het jaar 1841, is hier eene nieuwe kerk,
voor de Afgescheidenen gebouwd.
De dorpschool wordt door een gemiddeld getal van 55 leerlingen
bezocht. — De kermis valt in den tweeden maandag in October.
Bij den verschrikkelijken watcrvloed van 18 November 1421 , toen
door eene doorhraak, de geheele Zuid-Hollandsche-waard onderliep, vloeide
dit d. ook geheel onder, waardoor vele menschen hun leven verloren en
andere groote schade aan huis en have leden. Eene andere rarnp trof dit d.
den 21 Junij des jaars 1767, toen een vreesselijke hagel eensklaps de
blijde verwachting der landlieden, voor een groot gedeelte, deed ver-
dwijnen, daar al het te veld staande koren en gewas , nagenoeg ge-
heel verpletterd werd ; terwijl bovendien , in bijna alle de woningen vaii
het d., de glazen verbrijzeld werden.
Deze heerl., werd op het einde der vorige eeuw in eigendom hezeten
door den Heer V ibcert G üstaae , Graaf van Hompesch, beschreven in
de Ridderschap van Holland , benevens Kolonei van het regement garde
dragonders enz., enz. Thans is zij het eigendom van den Heer Crris-
TIAAN VAB DEB H eüVEL.
GENDEREN (POLDER-VAN-), pold. in het Land van Heusden,
prov. Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch, kant. Heusden, gem.
Heesbeen-Eethen-en-Genderenpalende N. aan het Poldertje-tusschen-
de-Lage-Steegen , 0. aan den PoIder-van-Aalburg en den Polder-van-
Heesbeeu, Z. en W. aan den Polder-van-Doeveren.
Deze pold., beslaat, volgens hetkadaster, eene oppervlakte van 515
bund. 15 v. r. 44 v. eil. In het midden van dezen polder is gelegen het
d. Genderen, bij hetwelk omstreeks 1417 eene ridderlijke hofstad be-
stond, genaamd L u ite n d a a l, waarvan nog een klein overblijfsel in
eene boerenwoning bestaat; de polder wördt door eenen watermolen, op
et Oude Maasje malende , drooggehouden of van het overtollige water
ontlast. Het land ligt 6 a 7 palmen boven A. P. Het polderbestuur
bestaat uit eenen Schout tevens Secretaris en vier Leden.
GENDERINGEN, d.,in het graafs. Bergh, prov. Gelderland. Zie
wENDRISGEB.
GENDERLINGEN, oude naam van het d. G endribg en, in het graafs.
ßergh, prov. Gelderland. Zie G endringen.
GENDISSON , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Ujapara. Zij loopt, met eene noordelijke rigting, in de Zee-van-Java
,"t ’ km» alleen kleine en boomvaartuigen (diokoeng) drasren.
GEND-NAAR-NEUZEN (KANAAL-VAN-), kanaal in Staats-Flaan-
7\F P r0V‘ Zeeland. Zie N e u z e b (K a b a a l v a r - ) .
GENDRINGEN, gem. in het graafs. Bergh, prov. Gelderland, kw.
n distr. Doesborg-en-Zevenaararr. Zutphen, kant. Terborg ( 12 m. k.,,
j * *’ | f‘ ^*) j palende N. 0. aan den Ouden-IJssel , die haar van
Di’i i , ^ scheidt, 0. aan de heerl. Anholt, in de Pruissische
„ ■ K'Jnland, Z. mede aan de Pruissische prov. Rijnland , W. aan
ae gem. Bergh.
Deze gem. bevat de heerl. Gen d rin g en en E t t e n , en daarin de
• « en d rin g en , E tte n , Megchelen en ü l f t , benevens de buurs;