GELDERS-SPIJKER, buit. op den Veluwenzoorn, prov. Gelderland,
distr. Veluwe, kw., arr., kant., gem. en 8 min. ten 0. van Arnhem,
finiten de Velper-barriere dier stad gelegen,
Het werd , in den jare 1617, gebouwd niet ver van de plaats , waar
voortijds een molen stond, de Boek-horster-molen geheeten, door
A dolf van Gelder , de kleinzoon van K arel van G elder , eenen der natuur-
lijke zonen van Hertog K arel , zoo als onder anderen blijkt uit een
opschril't, als nog in den achtergevel te zien , waaronder bet wapen
van Gelderland, ten teeken van bastaardij met eenen dwarsbalk voor-
zien. Het werd e r, bij den herbouw van het hnis voor ongeveer
tachtig jaren, weder ingemetseld.
Dit buit. beslaat thans , met de daartoe beboorende gronden , eene
oppervlakte van 11 bund. 19 v. r. 38 v. eil., en wordt thans in
eigendom bezeten en bewoond door den Heer J. H. O osterdijk , rüstend
Predikant van de Hervormde gemeente te Lunteren.
GELDERSWOUDE, Gelderwodde , in de wandeling meestal G eldersou
genoemd, b. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant. en
IJj u. Z. W. van Leyden, gem. en f u. W. Z. W. van Soeterwoude;
met 10 h. en 104 inw.
GELDERSWOUDSCHE-POLDER (DROO GGEMAAKTE-), D roogge-
xaakte G elderwoddsche- polder of D rooggemaakte G eldersoosche- polder ,
pold. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Leyden, gem.
Soeterwoude; palende N. aan den Strookpolder, 0. aan den Droogge-
maakte-Polder onder ßenthuizen , Z. aan den Slootweg, W. aan den
Oude - Gelderswoudsche-polder en aan den Nieuwe-Gelderswoudsche-
polder.
Deze pold., die in het jaar 1766bedijkt is , beslaat, volgens bet
kadaster, eene oppervlakte van 266 bund.; telt 1 0 h., waaronder
4 boerderijen , en-wordt door 3 sluizen op den Rijn van het overtol-
lige water ontlast. Het polderbesluur bestaat uit den Burgemeester,
twee Heemraden en den Secretaris.
GELDERSWOUDSCHE-POLDER (NIEUWE-), N iedwe-G elderwood-
sche- polder of N iedwe-G eldersocsche- pold er, pold. in Rijnland, prov.
Zuid-Holland, arr. en kant. Leyden, gem. Soeterwoude; palende
Ti."aan den Oude-Gelderswoudsche-polder , 0. aan den drooggemaakten
Gelderswoudsche-polder, Z. aan de Elleboogsche-wetering, W. aan de
Noordasche-vliet.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte van 21
bund. 60 v. r. 33 v. eil., telt een h. en wordt door 3 sluizen , op den
Rijn, van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat
uil den Burgemeester en eenen Molenmeester.
GELDERSWOUDSCHE-POLDER (0UDE-), O cde-G elderwoddsche-
tolder of O dde-G eldersodsche- pold er, pold. in Rijnland, prov. Zuid-
Holland, arr. en kant. Leyden, gem. Soeterwoude; palende W. en N. aan
de Noord-Aa , 0. aan den drooggemaakten Gelderswoudsche-polder,
Z. aan denzelfden en aan den Nieuwe-Gelderswoudsche-polder.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 78
bund.; telt 3 boerderijen, en wordt door 5 sluizen op den Rijn van
het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat uit den Bur-
gemeesler en twee Molenmeesters.
GELDERWOUDE, b. in Rijnland, prov, Zuid-Holland. Zie Gel-
DERSWOUDE.
GELDERWOUDSCHE-POLDER , pold, in Rijnland, prov. Zmd-
Holland. Zie G elderswocdsche- polder. *
GELDÖRP , d. in de Meijerij van ’s Herlogenbosch, kw. Peelland,
prov. Noord-Braband. Zie G eldrop.
GELDORP (H00G-), geh. in Ae Meijerij van ’s Herlogenbosch, kw.
Peelland, prov. Noord-Braband. Zie Geldrop (H oog- ) .
GELDORP (HUIS-TE-), adell. h. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch
, kw. Peelland, prov. Noord-Braband. Zie Geldrop (H dis- T e-).-
GELDROP , gem. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch , kw. Peelland,
prov. Noord-Braband, arr. Eindhoven, Derde distr., kant,
Helmond (7 k. d., 23 m. k., 4 s. d .); palende N. aan de gem. Ton-
gelree , N. 0. aan de gem. Mierlo, Z. aan Heeze, W. aan Zesgchuchten.
Deze gem. bevat het vlek G e ld ro p , alsmede de buurtjes G ro o t-
B ra ak h u iz en en K le in -B r a a k h u iz e n . Zij beslaat eene oppervlakte
van 829 bund., waaronder 802 bund. 1 v. r. 88 v. eil. schot-
baar land; telt 236 h., bewoond door 338 huisgez., uitmakende eene
bevolking van 1730 inw., die meest hun bestaan vinden in het fabrijk-
wezen, zijnde hier 13 lakenfabrijken ; lOduffel-, boezel-, baai- en karsaai-
fabrijken ; 10 katoen-, diemet- en vrouwenslreepfabrijken ; 1 mechanieke
wolspinnerij ; 1 lakenvolmolen op de Ru l, en 4 messenmakerijen.
De landbouw wordt er niet sterk uitgeoefend , men heeft er echter goede
landerijen , waarop rogge , boekweit, haver , garst, en aardappelen
gebouwd worden.
De inw., die, op 14 n a , allen R. K. zijn, en onder welke men 1100
Communikanten telt, maken, met die van de burgerlijke gem. Zes-
gehuehten, eene par. u it, welke ruim 2600 zielen en daaronder
1900 Communikanten telt; tot het apost. vic. gen. van 's Hertogenbosch,
dek. van Eindhoven, behoort, en door eenen Pastoor, benevens eenen Ka-
pellaan , bediend wordt. De pastorij is, sedert het jaar 1462 , bediend geworden
door geestelijke Priesters van de Duitsche orde. Na de laatste
omwenteling , bij afsterven en vermindering dier Geestelijken , wordt
zij bestuurd door eenen Priester van de ongeordende geestelijkheid.
De 14 Herv., welke men er aantreft, behooren tot de gem. van
Nunen-Gerwen-Wetten-Geldrop-Mierlo-en-Stiphout, Eertijds was Gel-
dbop eene op zieh zelve staande gem., waarbij gevoegd was Riel, een
der gehuchten, thans de gem. Zesgehuchten uitmakende. De eerste
Predikant werd te G e ld ro p -e n -R ie l beroepen in het jaar 1648, en
was IsAac E nten , die in 1664 overleed. De laatste Predikant was
Martin Coenen , die in 1793 verroepen werd naar Gent-en-Erlekum.
Van 1793 tot 1817 is deze gem. Geldrop-en-Riel vacant gehleven.
In dat laatste jaar werd zij gevoegd bij Mierlo-en-Stiphout, waar toen
in dienst was W ianand van D rongelen , doch bij de organisatie van
1817 is deze gem., even als M ie r lo -e n -S tip h o u t bij Nunen-Ger-
ieen-en-Wetten gevoegd. — Men heeft in deze gem. eene school.
De gem. Geldrop voert den titel van grondheerl., en behoorde voor-
neen den huize van H oorne toe. Aan deze heerl., welke hoog , mid-
delbaar, en laag regtsgebied , alsmede zijn eigen regtbank had, waren
voormaals groote voorregten verknocht, als onder anderen ook de aan-
stclling van den Drossaard, zeven Schepenen , eenen Secretaris en
eenen Vorster ; voorts had de Heer eenen prangwatermolen , op den
jUeinen-Dommel , vrije ja g t, patrijzenvangst en visseherij. Ook eischte
ij het regt van aanstelling des Predikants , doch dit werd hem , in
ei jaar 1708, door de klassis van Peel-en-Kempenland betwist, aan
welke het ook , volgens besluit van 4 Mei 1709 , door den Raad van
täte werd toegewezen. Thans wordt deze heerl. in eigendom bezeten
00r Mejufvrouw S ara H oevenaar , woonachtig te Breda.