Onder de openhare gebouwen komt hier allercerst in aanmerking bet
Athen® um, voorheen het hoogeschoolgebouw , thans nog wel het
bezienswaardigste dezer stad , cn zulks te mecr, omdat geene akade-
mie of athenaeum onzes vaderlands met dat van F r a n e k e r kan ver-
geleken worden, wat den gepasten vorm cn doelmatige inrigting
van de akademische.gebouwen en instellingen te zamen genomen, be-
treft. De nette akademiekerk, ter zij de van den ingang en het bin-
nenplein , met de gedenkteekenen van A. F. v an S c h u rm a n , H en r io o s A n-
t o n id e s v an d e r L in d en , P a so r , A m e r s f o o r d t , van D u n t e enz ; de
welingerigte collegiekamers , met de daarbij behoorende verzamelingen,
waaronder die van natuurkuudige Instrumenten bijzonder uitmunt; het
Tbeatrum Anatomicum; de senaatkamer met de afbeeldingen van de
jneeste Hoogleeraren, die hier everleden zijn; de bibliotheek, in
het jaar 1785 met een aanzienlijk legaat van A b r a i ia i i F r e d e r ik van
S c h iirm a n , eenen kleinzoon des broeders van de zoo vermaarde A nna
M a r ia v a n S c h d r jb a n , verrijkt, alwaar, behalve 12,000 of 15,000 boek-
deelen , tevens eene kast bewaard wordt met zeldzaambeden een aan-
tal portretten, werkdoosjes, bijbels enz. van A nna M a r ia v an S c h d b -
jb a n ; alsmede nog eenige portretten der oudste Hoogleeraren en eene
zoogenaamde hout-bibliotheek, bevattende^doozen, in den tränt van
boeken, de bladeren, bloemen, zaden enz. van verschillende boomen;
de onmiddellijk hiernevens gelegen fraaije Hortus Medicus, met de
oranjerie en de ruime woning des Hoogleeraars in de Botanie; het
-afzonderlijke Laboratorium Chemicum ; dit alles is vereenigd op eene
wijze , welke deze voortreffelijke instelling grooten luister bijzet.
Het S ta d h u is , ten decle een oud gebouw , ,is in bet jaar 1591
gestiebt, en zeer net gemaakt naar den smaak van die tijden. Het
Staat met den voorgevel naar het Oosten , doch thans is slechts het
voorste gedeelte van dit oude gebouw in wezen, zijnde het achterste of
Westelijke gedeelte , in het jaar 1760 , zeer fraai geheel nieuvv opge-
bouwd. Men gaatin dit gebouw längs eenen stoep , welke van weers-
kanten zes trappen heeft, door eenen ruimen ouderwetschen ingang,
die met gepaste wapenen, beeidwerk en opscliriften versierd is, en
een ruim voorportaal, dat twee kruiskozijnen ten Oosten en vier ten
Woorden heeft, benevens eene pui met drie ramen. Dit gebouw is
voorts van allezins gcschikte vertrekken voorzien , waaronder eene groote
fraaije raadkamer. Boven op dit gebouw ziet men eenen toren van een fraai
inaaksel, waarin de stads klok. hangt. Ten Zuiden van het oude Stadhuis
is , in het jaar 1760, een net nieuw gebouw gestiebt, dienende be-
neden tot eene woning voor den Kamcrbewaarder en boven tot eene
wachtkamer.
De S ta d sw a a g , in het jaar 1504, door den Hertog van Saksen ge-
octroijeerd , is zeer wel gelegen, als zijnde op de Voorstraat, boven eene
steenen brng gemetseld, waardoor de goederen, aan den achterkant,
door middel van een windas, uit ds doorvarende schepen geligt en ter
wage gebragt kunnen worden. Boven de Waag is een ruim vertrek,
thans dienende tot een Magazijn van k le e d in g en w ap en in g
voor de S c h u tt er ij.
Het G rie te n ijb u is van F ra n e k e r a d e e l, aan de Breede plaats,
zijnde een gedeelte van het Oude D e k am a -h u is , is mede een zeer
doelmatig gebouw,
Hoogst bezienswaardig is het Planetarium of beweegbare Hcmelstelsel,
dat door den eenvoudigen Wolkammer E i s e E i s i n g a van Dronrijp, van
1775 tot 1780, geheel alleen uitgevonden en in zijne snipperuren
vervaardigd is. De beweging van bijna alle de planeten of dwaalsterren
rondom de zon heeft hij aan den zolder van eene binnenkamer , in zijn
woonhuis, voorgesteld en daarboven door een uurwerk in beweging gebragt,
zoo kunstig en naauwkeurig , dat het de bewondering van menschen
uit bijna alle oorden der wereld opwekt. Het rijk is door aan-
koop eigenaar geworden van dit kunststuk en van het gebouw , waarin
het gevonden wordt. Het voortdurend behoud daarvan is dus verze-
kerd, terwijl de dankbare stad of wel de edelmoedigbeid van Jonkheer
I d se r t iE bin ga van IIuualda , voormaals Gouverneur van Friesland, den
maker nog bij zijn leven, vereerde, door het plaatsen van zijne beeld-
tenis op de raadzaal van het stadhuis.
De H o o fd k e rk , thans de eenige, die bij de Herv. gebruikt wordt,
was voor de Reformatie aan den H. Martinds, Bisschop van Tours ,
toegewijd. Destijds waren in deze kerk onderscheidene vikarijen en
prebeuden : als eene vikarij van St. Catharina , eene vikarij van St.
Nicoiaas , eene prebende van St. Jan, eene andere van de H.H. Cris-
finbs en Crispinianüs , eene derde van de Lieve Vrouwe ter nood en eene
vierde prebende, Sjaerdema-leen genaamd. Alle deze vikarijen en pre-
benden werden door Priesters bediend ; zoodat er zes Priesters, gedu-
rende de godsdienstoefening, ten dienste van den Pastoor stonden.
De pastorij bragt 500 goudgulden (450 guld.) op , de eene vikarij 200
goudguldens (500 guld.). Twee prebenden bragten evenveel op als die
vikarij : de twee andere prebenden hadden een inkomen van 1Ö0 goudgulden
(150 guld.) De Proost van de St. Janskerk te Utrecht trok
van de pastorij 51 postulaatguldens (62 guld.). In bet jaar 1545
zijn de vaten , tot de kerkelijke dienst behoorende , uit de hoofdkerk
gestolen. Het gebouw is ruim 88 eil. lang. Van binnen ziet men ,
aan weerskanten, eene rij van 52 pilaren , die geheel om het koor rond-
loopen. De kerk heeft drie ingangen , een in het Oosten , een andere
in het Zuiden en de derde in het Noorden. Tegen het Westen Staat
de toren, ongeveer 65 eil. hoog , zijnde de spils thans iets lager dan
voor den Hemclvaartsdag van 1714, toen de toren, van boven door
den bliksem getroffen , voor een gedeelte afbrandde , hoewel verdere
rampen, door de waakzaamheid der inwoners, tijdig werden gestuit.
Weleerhad deze toren een omgang van zwaren hardsteen , doch thans
bestaat zij uit eene ijzeren ballustrade. In den toren is een uurwerk
met vier wijzerplaten, waarin drie klokken hangen. Binnen in de
kerk, tegen den toren , vindt men een zeer schoon orgel, dat in het jaar
1842 is voltooid, en de plaats vervangt van een sedert lang onbruik-
baar werk. In de kerk zag men voorheen eene menigte gedenkteekenen
van adellijke familien, die hier weleer hebben gebloeid, gelijk
ook van eenige voorname Hoogleeraren. Deze werden in het jaar 1796
weggenomen en later heeft het slechts mögen gelukken twee daarvan
eemgzins te hersteilen. De predikstoel, die eenvoudig doch welgemaakt
is, wordt tegen een der pilaren in het Noorden gevonden. Wat ooste-
Hjker is de bank van de stadsregering , en daar tegenover die der
Hoogleeraren van het athenaeum , hebbende deze banken in het Oosten
beide eenen halven cirkel, waarmede zij nabij elkander komen. Ook
vindt men hier vele gestoelten , weleer door ridderlijke geslachten,
die te Franeker de voornaamste li ui/rn fieEfea, bezeten en gedeeltelijk
tegenwoordig bij die huizen behoorende. Eindelijk hangen in de kerk
vier koperen kaarsenkroonen.
De Doop sgez i n de K e rk , op de Zilverstraat, in een achtcrhuis,
aan den stadswal grenzende, en van voren door eene lange steeg in