G EW .
o n ts ta a n , welke eene len g te van 5 5 0 el h ad . - Den 1 Me, 1856 *
kw. M a a s la n d , p r o v . ™ s , M e iie r ij v a n ’s H e rto g en b o sch ,
GEWÄNDE (MARENS-), b . » de ^ T ^ r e n s -G e w a s d e
kw. M a a s la n d j prov. N o o r d -B r a a n , , M e i i e r i j v a n 's H e rtö g en -
GEWANDE-SCHANS, voorm. - „ C g e h . G e » a n ^
hosck, kw. M a a s la n d , prov. oo J j -yerval z ijn d e , na den
Hei was eene kleine sterreschan , Ä andermaal vervallen is.
Belgischen o p s t a n d w e d e r o p g e m a a k t , do L u x e m b u r g . Zie
G EW E N N IC H , g e h . in d e h e e r l . « • * * * » g ro
Gevesich. m M N E GEWEZEN-BOEZEM-yAN-DEN-BINNENNöAB AWN -vY A N -mD EM-Wr EaRbKaEnNd ,.
s tr o o k l a n d s in h e t O u d e L a n d v a n
Z ie W erkes (Gewezm-Boezem-vahd j y oord -H o l la n d . Z ie Geis
GEYN (H E T - ) , n v . m G o o i la n d , p ro v .
(Het) (1). F-iodand k w . Westergoo, g r i e t . Hen-
G E Y N S , v o o rm . s t a t e , V ^ ' / T lsward . b i j Wommels , w a a r to e *ij
n a a r d e r a d e e l, a r r . S n e e , k a . Di a a t s n i e t m e e r a a n t e w ijx e n ,
b e h o o rd e . M e n w e e t th a n s d e ju i s t e p l a a t s
w a a r z i j g e s ta a n b e e f t . ■ v , , t ie r d e r p r o v . U t r e c h t , a r r . en
G E Y N Z IG T , b u i t . m h e t N N W . v a n L o e n e n , gem.
4 u . N . N . W . v a n ^ ^ ^ - ¿ " k o m ' v a n h e t d . L o e n e r s lo o t.
L o e n e r s lo o t-O u k o o p - e n -T e r -A a , in oi n d e „ ro n d e n , e en e opper-
Dit b u it. b e s la a t, » e t S S f f l S W W
v lak te van 50 v . r . “ a J onachtig te YGrayenhage.
R . H . v * s R eeses, w e d . G . Webers , \ H e r to a e n b o s c h , kw . Peel-
G E Y S E N R O O I , g e h . i n d e M e z j e n j v a n s H e r to g e n
la n d . Zie Gijzeskooi. urov. L im b u r g / arr. ea
G E I S T E R E N - , d. in het L a n Ä r s t , gem. en
8 u. N . van R o e rm o n d e , kant. e " ^ ‘ d; t h u n bestaan vm-
Z. van Men telt er f “ die allen R . E . K , j
den in den akkerbouw en de veeteeU a n L im b u r g , dek.WaR
maken eene par. uit welke tot hetv.c. | g g j | De kerk aaa
f e n r H .W ™ o R eo to e g e w i jd , w a s
Ä i r l t T e e T o t d ^ S e l , to e b e h o o r e n d e a a n d e n H e e r
• a g a a a ( S Ä - ) p l- n ,. » , W
G H A W E , o u d e n a a m v a n h e t Q - « a e w » P
te ra o o , g r i e t . fF ym b r its e r a d e e l. Z i e ^ a d w . , t d. G a r s w e r b ,
1 onder bedingv dat TB” ”1E
, . . o . T gwptld , i c k e men op d« soo rd sn Gzi.
(1) AU« de .« o rd en eldew t« 1 0 ,T *” > 1
GHO.
daarvan tot haar onderhoud jaarlijks acht Hoornsche Postulaten (16 guld.)
zoude genieten. ,
GHESTEL , d. in dq Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Kempenland,
prov. Noord-Braband. Zie Gestel (1). | « j n -
GHIJSEN, d. in het Land van Altena, prov. Noord-Braband. Me
' g H I L S E N , vroegera naam van bet d. G i i z e , in de bar. van Breda,
prov. Noord-Braband. Zie G il z e .
GHIOURANA , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes , die uit
het meer Inpara-Karaja ontspringt, en zieh in de Baai’van Äoniontiast.
GHISP , d. in Kennemerland, prov. Noord-Holland. Zie J is p .
GHOERBEEK, naam, onder welken de G h o o r b e e k , prov. Limburg,
wel eens voorkomt. Zie G h o o r b e e k .
GHOOR, voorm. adell. kast. in het Land van Horn, prov._ Limburg,
arr., kant. en 1^ u. N. W. van Roermond, gem. en 5 min. Z. van
Neer, op den Linher-Maasoever. . . . i na-
Dit slot, hetwelk in zijnen vorigen Staat afgebeeld is in de Helices
du Pays de Liege, zoude in de twaalfde eeuw gesticht zijn door zeker
adelijk geslacht d e M o s t f o r t ; ook zou toen reeds de kapel aan de 11.
Maapd toegewijd , gebouwd, en met aanzienlijke voorregten begiftigd
zijn. Den 16 Januarij 1772, stortte deze kapel door eenen hevigen
stormwind in. — Omstreeks het jaar 1500, werd het kast. G h o o r ,
door den Prins van Luik belegerd en ingenomen ; in dien tijd vindt
men als Heer van G h o o r vermeld, G o v e r t v a s M il e s d o s c k , die van
zijne moeders zijde afstamde van H e n d r ik d e M o s t f o r t , en gehuwd
was met M a r ia v a s B r e d e r o d e .
Eene Ereule v a s M i l e s d o s c k , bewoonde G h o o r van 1620 tot 1630.
Later kwam het kasteel in het bezit van den Graaf d e H o r io s , doch
daar het alstoen niet bewoond werd, geraakte hetweldra in verval. In
1790 , begon men het af te breken en thans bestaat er niets meer
van dan de stallingen die in eene boerenwoning zijn veranderd.
In 1836, ontdekte men, bij het wegvoeren van het puin , eenen
put , die men nog in eenen goeden Staat bevond en dus besloot te
reinigen ; doch onder in dien put vond men eene menigte messen en
ijzeren punten tusschen de steenen uitstekende; de vloer was met meu-
schenbeenderen bedekt , waaronder nog 5 of 6 doodshoofden in hun
geheel waren. Men houdthet er voor, dat deze put gediend heeft, om
de ter dood veroordeelden in te werpen , die alsdan tusschen de messen
omkwamen ; meer dan 500 zulke messen zijn tusschen de steenen uit-
genomen , waarna men den put weder gevuld heeft.
Thans behoort G h o o r aan de Baronnesse d e K e v e r b e r g h d ’A ld ek -
ghoor , wonende te Halen.
GHOOR of GOOR , moeras in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw.
Peelland, prov. Noord-Braband, gem. en | u. W. van Soerendonk.
Van het W. naar het O., heeft dit moeras de uitgestrektheid van een
half uur. Het beslaat eene oppervlakte van 67 bund. 8 v. r. 90 v. eil.
Het riviertje de Aa, neemt daaruit zijnen oorsprong.
GHOORBEEK, ook wel eens Ghobrbeek gespeld, riv. in de prov.
Limburg, arr. Roermond, die op de grenzen van Belgie uit het Vive-
tersbroeh voortkomt, längs Stamproy noord-oostwaarts stroomt, tot bij
Grathem, waar zij zieh in twee armen splitst, van welke de eene den
(1) Allo de overige namen , elders wel eens Gh gespeld, doch hier niet geronden wordende, zock«
op .G,