De G rav eu rs : P ie t e r N o i p r , geb. in 1601, die tevens eon bekwaam
Schilder was, en A lexander L ie r n d h r , geb. in l76p, f 12October 1818.
De S ta a tsm a n n e n : P e tru s C ornelis van R rederode , die in de
iaren 1880 en 1890 Afgezant der Yercenigde Nederlanden bij de Knitsche
Yorsten was ; F rancois van A a r s s e n , Heer van Sommelsdijk, die
meermalen Gezant van dezen Staat aan ondeçscheidene Hoven was,
geb. in 1872, t 27 December 1641 ; F rançois F a c e l , geb. in lh a9 ,
+ Jn 1746, na 46 iaren het ambt van Griffier der Algemeene Btaten
te hebben bekleed; H e n d r i k F a g e l , geb. in 1706, t 7J .| ’ “ *
Griffier der Algemeene Staten; F r a n ç o i s F a g e i , geb. in 1740., t
April 1775 , als Adjunct-Griffier der Algemeene Staten ; Mr. S e b a s t i a a n
C o r n e l i s N e d e r b u r g h , geb. 7 Maart 1762, f ,3 Augustus 1811, als
Staatsraad in gewone dienst en Directeur van de publieke schatkist ;
Mr. P i e t e r J a c o b d e B u e , geb. 11 December 1766, t 19 December
1836 , als Administrateur van het armwezen en de gevangemssen in
liet Koningrijk der Nederlanden.
De K riig s lie d e n : G oillauhe A nne Baron C onstant R ebecçge de
V i i i a r s , geh. 24 April 1780, f 12 Augustus 1838 t b w t A egost
Baron de i a M ot t e F o e ç c é , gèb. in 1698, t 2 Mei 1774, als Luite-
nant-Generaal in Pruissische dienst ; J ohan J acob R o e p s , geb. 1 January
1803, f in 1840, als Luitenant-Kolonel bij het Oost-Indische leger.
Oo.k de bereemde N e d e rla n d s c h e D ich te re s K atharina_ Wii-
he lhina B il d e r d ijk , geh. S chweickha rdt , wrs. den 3 Julij 177.7 te
’s G havenhage geboren, zij ■{■ den 16 April l830. _
Onder dé lotgeyallen, die ’s G ravenhage betreffen, vinden wij cr
geene vroeger aangeteekcnd dan van het jaar 1479 , wanneer detwee-
spalt tusschen de Hoekschen en Kabeljaauwschen geheel Holland heroer-
de, en in ’s G ravenhage tot dadelijkheid kwam. Dit begon met dedie-
naars en huisgenooten van den Stadbouder W o l fe r t van B obssele Heer
van Ter-Veere, die den Hoeksçhen niet ongezind was, en met de die-
naars van den Heer van W assenaar , een der voornaamste Hoofden van
de Kabeljaauwschen. Onder het wrokkgn qp elkander gebeur.de het,
dat de Valkeniers van den Stadbouder,. naar hms keerende , digt bij
het Hof, door de dienaars der Kabeljaauws.che Heeren overvallen werden
; toen zij echter binnen geraakt waren , schoten zij: van daar op
hunne tegenpartij en doodden er eenigen. Dit bragt de Kabeljaauwschen,
edelen en onedelen , op de been, die,, met bijstand uit de steden
Delft, Heyden, Haarlem en Amsterdam, het Hof belegerden en het met
geweld overmeesterd zouden hebben , indien er door bemiddeling van
Heer P ie t e r L ankhals , niet bij verdrag bedongen ware, dat de dienaars
yan den Stadhouder en de andere Hoekschen vrij en veibg zouden mögen
aftrekken. De Kabeljaauwschen op het Hof gekomen zijnde,
haalden des Stadhouders hengsten uit den stal, sloegen kisten en kotfers
open, en bedreven allerlei moedwil. De Stadhouder, hierover
vergramd, versterkte zieh met die van Dordrecht, Gouda en Schoon-
hoven , en trok met eene Sterke magt, naar ’s G ravenhage , dat door de
Kabeljaauwschen geruimd werd. De Hoekschen sloegen in de huizen
hunner vijanden. de glasen in,, en rigtten. er door plundering groote
schade aan. Toen later de.Stadhouder ïijn volk afgedankt had, en uit
’s G ravenhage vertrokken was, kwamen er de Kabeljaauwschen weder
in, en oefendeD hunne wraak tegen de huizen der Hoekschen.
In het. jaar 1489 werd ’s G ravenhage cn Haag-Ambacht, door de
knechten van Keizer M a x im iiia a n , die tegen Rotterdam optrokken,
onder hrandschatting gesteld.
Zekere schatlingcn en leeningen, en in het bijzonder eene dubbele
belasting op het bier, welke de Regering van ’s G ravenhage , sedert
het jaar 1817 tot het jaar 1524, der gemeente had opgelegd , brag-
ten, hoewel zulks volgens octrooi van Keizer K arel V geschied was ,
het volk, in het laatstgenoemde ja a r, aan het muiten ; voornamelijk
omdat de Procureur-Generaal eenen schuitevoerder , die aan de gemeepte
bier had gebragt zonder accijns te betalen, in eene kerk, waarin hij gevlugt
was, wilde in hechtenis nemen. De schuitevoerder werd met geweld
ontzet, en de Procureur-Generaal met zijne dienaren, eenen geheelen
nacht, in de sakristij van de groote kerk, nu de kerkeraadskamer ,■
opgesloten. Toen brak men de gevangenis open , en haalde er de ge-
vangenen u it, die in vroegere oploopen waren in hechtenis genomen.
Tot demping van dit oproer werd de Stadhouder genoodzaakt, omtrent
drie honderd S o ld a t e n naar ’s G ravenhage te doen komen. Toen deze
eenige muitelingen hadden nedergeschoten , verzocht de gemeente om
vergiffenis, die zij niet anders verkreeg dan voör eene geldboete van
vijftienhonderd gülden, en eene openbare boete van eere, door zekere
personen, voor de geheele gemeente van ’s G ravenhage en Haag-Ambacht,
te doen. Om echter de onheilen voor te komen, die uit het verwijt
dezer straf zouden kunnen ontstaan , gebood Keizer K arel , dat niemand
, uitgezonderd ’sGraven Officieren , door ’s G ravenhagb of Haag-
Ambacht zouden mögen gaan met degens of dergelijk geweer.
Weinige jaren hier n a , in 1528, leed ’s G ravenhage grooten ovcrlast
van M aarten van R osseh , die eenen inval in Holland deed, met welken
togt hij toonde, dat hij het voornamelijk op ’s G ravenhage gemunt had,
werwaarts hij van Utrecht den Rijn afzakte en voorbij Leyden toog,
met twee duizend mannen voetvolk en twee honderd ruiters , of gelrjk
anderen willen , in het geheel met dertien honderd , of ten hoogsten
vijftien honderd mannen, die met keizerlijke vaandels optrokken , oni
geen achterdocbt te geven. Te Kijswijk en tot het Haagsche bosch ge-
naderd zijnde , beval van R osseh , schielijk de Geldersche vaandels
te entrollen en .» Gelder! Gelder !'” uit te schreeuwen. Dit geroep
bragt ieder in verbaasdheid ; velen bergden wat zij konden en het
vlugten was algemeen. Het Geldersch krijgsvolk , geen tegenstand vin-
dende, viel terstond aan het plünderen en verwoesten , waardoor weinige
huizen ongeschonden bleven, en ook de Groote kerk in brand ge-
stoken werd. Een groote huit van goud, zilver, kleederen en andere
sieraden , werd er weggevoerd,, zoodat de vederen uit de beddekussens
geschud werden , om er de kostbaarheden in te bergen. Het slot of hof-
paleis werd aan van R osseh , bij verdrag, overgegeven, en hier liet hij
alles ongeschonden. De^plunderaars bleven hier evenwel niet lang, maar
vertrokken, zoo als eenigen willen, des anderen daags, of, gelijk an-
ereir zeggen, op den derden dag met gijzelaars en pandslieden , voor
hWddtliidUiZend ®U^ en ’ Rßiderschen tot brandschatting bedongen
In de Nederlandsche beroerten , was de inlegering der Spanjaarden
mer voor de ingezetenen nog vrij' gevoeliger, en de verwoesting nog
1 Knu Z0° n%emeen‘ Want, nadat men in ’s G ravenhage , in het jaar
h w ’ d°01 de“ overmoed en onverzaagdheid van twee lieden, de
beeiden uit de kerk had weggenomen , moest men dit in het jaar 1572
1 a® “.’ d“°r den eersten inval der Spanjaarden, die, te Delft niet
«ebbende kunnen binnen geräken, den Hagenarcn noodzaakten, om
en te herbergen. Hetschijnt echter, dat de vijand naderhand ’s G ra -
mhage wederom verlaten heeft ; alzoo men anders, in het jaar 1575 ,