» 8 4
28 December 1697 , w aarin gezegd wordt, dat de dijk, niettegenstaande
den tegenstand Tan de Soldaten Tan den Staat, die daarop de wacht
hadden , echter, op twee plaatsen , door gewapende lieden was doorge-
stoken , en , ten geTolge daarvan , meer dan 14,000 morgen land , in
het kwartier Maasland gelegen , overstroomd waren , met last aan de
Gecommitteerden Tan den G r o e n e n d i jk , om de Teroorzaakle schade, door
parate executie, op die Tan Ravestein te TerhaleD, enz. Deze magt-
spreuk en Terdere bedreigingen geen invloed hebbende , besloten de Staten
Generaal, den 21 September 1754, ter vervanging van den dijk,
op het grondgebied van de Generaliteits-landen, beneden het graaf-
schap Megen, alwaar zij den magtigen Vorst Tan Ravestein niet te
dachten hadden , den Schietlakenschen dam te leggen. Dat de veron-
derstelling Tan de Staten Generaal, dat dezen nieuwe dam bestand zoude
zijn om het opper-, peel- en kwelwater, uit het kwartier van. Maasland
te weren, geen voldoende sterkte had, bewijst een besluit van gemelde
Heeren, van den 17 Junij 1778, waarin , onder anderen, wordt ver-
klaard: dat de Drossaard 's Lands van Ravestein, vergezeld van acht
honderd gewapende boeren , den G r o e n e n d i jk had doorgestoken , dat
die reeds van de vroegste tijden af, tot afweering zoo niet van het
winter-, dan toch van het zomerwaler had gediend, dat die van Ravestein
zieh tegen het digten van den G r o e n e n d i jk in regten konden
voorzien , en dat de Schutlakenschen dam niet bestand' was , om het af-
komende water te weren enz. Deze, bij natte jaren , voor den polder
’s Lands van Megen zoo nadecligen toestand , bleef dezelfde, tot dat
de Fransche omwenteling, voor die van Megen, een gelukkig ge-
"volg had, doordien de Schutlakensche dam geopend , en de polder
van Megen hierdoor in al zijn oud regt van uitwatering hersteld
werd.
Het natte zomersajzoen van het jaar 1816, deed de Ingelanden der
verschillende polders naar eene verbeterde waterloozing verlangen. Het
door de Regering ontworpen plan van algemeene uitwatering, door de
Ingelanden van de hand gewezen zijnde, werd in het jaar 1821 , den
Schutlakenschen dam en , in het jaar 1822, ingevolge besluit van
Heeren Gedeputeerde Staten, van 31 October 1821 , lett. T , den
G r o e n e n d i jk gedigt. welke digting dan ook ten gevolgs had , dat de
oude drift van de zestiende , zeVentiende en achttiende eeuw , om den
dijk door te sleken , weder .op nieuw in de borst der landzaten Tan
Ravestein ontgloeide, zoo als zij dan ook, na het jaar 1822, jaar-
lijks, en nog laatstelijk in den nacht van den 13 Janjnarij 1843,
hebben ten uitvoer gebragt, tenzij den dijk door de Soldaten bewaakt
werd , die tot dat einde in den zoraertijd , door de hooge magt, zijn
gezonden geweest. Om aan deze Groenendijksche oorlog, welke reeds
van het jaar 1563 had voortgeduurd, een einde te maken , zijn dan
eindelijk de Gedeputeerde Staten van Noord-Braband in zoo verre ge-
slaagd , dat, met goedkeuring der Ingelanden , door de Genie en door
de Waterstaat , in het jaar 1840, een plan van kanaal is opgemaakt,
aanvang nemende even beneden de vesting Grave, en schietende te Was-
pik in het Oude-Maasje ; hebbende de graving van dit kanaal twee
oogmerken : 1°. oui de landen , in tijd van oorlog, onder water te
zetten, en 2°. om het overvloedige water uit de polders te lozen. De
kosten van dit kanaal zijn begroot op eene som van 3,968,000 gulden
, welk plan , naar men verneemt, reeds door den Koning is goed-
gekeurd. Dit kanaal tot stand gebragt wordende, zal de Groenendijk-
sehe vrede gemaakt en onbreekbaar gevestigd blijven.
GROENENDIJK, voorm. kloost., prov. Friesland, kw. Westergoo.
Xie G r o e n d i jk .
GROENENDIJK, geh. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. Leyden,
kant. van Alphen, gem. Hazerswoudc.
Er is hihr eene R. K. kerk, aan den H. Michael gewijd, behoorende
tot de stat/wan Koudekerk, zijnde een gebouw, zonder toren, doch van
een orgel vobrzien.
GROENENDIJK, geh. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant.
en i u. Z. W. van Leyden, gem. en | u. N. van Soeterwoude, aan
den Rijn.
| De R. K. van dit geh. behooren tot de stat. van Leyderdorp-en-
Soeterwöude, welke hier eene kerk hebben , die door eenen Pastoor
Vbediend wordt. Het is een gebouw, zonder toren, doch met een orgel.
GROENENDIJK (DE) , platte rijweg in de bar. van Breda, prov.
Noord-Braband, in den Vuytpolder, onder Teteringen, zieh uitstrek-
kende van het midden van den gezegden polder, naar den straatweg van
Breda op den Moerdijk.
GROENENDIJK (DE), weg of dijk in Fivelgo, prov. Groningen , tus-
schen Schildwolde en Scharmer.
GROENENDIJK (DE), dijk in de heerl. Steenbergen, prov. Noord-
Braband j N. O. van de polders Oud-Cromwiel en Nieuw-Cromwiel, in
de gem. Steenbergen, zieh uitstrekkende van de Welberg naar da
Boomdijk.
GROENENDIJK (DEN), geh. in de bar. van Breda, prov. Noord-
Braband, arr. en 2J u. N. 0. van Breda, kant., gem. en 1 u. 0 . van
Oosterhout, £ u. W. van ’s Gravenmoer; met 7 of 8 h. om de kom
van de haven , van denzelfden naara.
De inw., wier getal 40 of 30 kan bedragen, bestaan meest-van scheep-
vaart en handel.
GROENENDIJK-EN-LAGEN-DIJK (BINNEN-GELEGEN-), dijk in
het balj. van Blois, prov. Noord-Holland. Zie A ssexdelver-Z e ed ijk .
GROENENDIJKSCHE-HAVEN , vaart in de bar. van Breda, prov.
Noord-Braband.
Deze haven begin t een uur Oost van en onder de gemeente Oosterhout,
aan het geh. den Groenendijk, en loopt bijna ten volle noord-
waarts tot aan het fort en veer Borstlappe, alwaar zij zieh met de
Donge of ’s Gravenmoersche-vaart vereenigd. — Deze haven is voor
rekening van de gem. Dongen , op het grondgebied van Oosterhout,
omtrent of even na de helft der vorige eeuw aangelegd, kost veel aan
oiiderhoud en is zeer aan opslibbing onderhevig, waarom de regering
van Dongen , in het jaar 1840, heeft ondernomen om een gedeelte
van het water der rivier de Donge, door een kanaal, af te leiden en
in het boveneinde der haven te spuijen , welk kanaal echter, na het
veroorzaken van groote kosten , werd bevonden , zoo al geen nadeel
door het vorraen van zandplaten , te doen, echter geen nut te bewer-
ken en veel kwelwater in den polder te brengen.
GROENENDIJKSCHE-POLDER(NIEUWE), pold. in Rijnland, prov.
) Zuid-Uolland, arr. Leyden, kant. Alphen, gem. Hazerswoude.
\ GROENENDIJKSCHEPOLDER (OÜDE-) , pold. in Rijnland, prov.
LZnid-Holland, arr. Leyden, kant. Alphen, gem. Hazerswoude.
GROENEN POLDER , pold. in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr. Utrecht, kant. Loenen, gem. Abcoude-Baambrugge.
GROENENSTEIN, buit. in het Overkwartier der prov. Utrecht:
Zie G roenestein.