gemelde k erk, De overiga Doopsgezinden hadden zieh vroeger reeds-
m et eene dezer drie gemeenten vereenigd. In 1815 vereenigden zieh-
ook de beide eerstgenoemde gemeenten, waarbij zieh in 1826 ook nog
die der Paltzers voegde. Hadden vroeger hunne k e rk en , zieh uitwen-
dig voordoende als woonhuizen, niets bijzonders, thans hebben zij
gezamenlijk eene fraaije nieuwe, in h e t ja a r 1815 gebouwde, k e r k ,
in de Boteringestraat, welke den 29 October van da t ja a r is ingewijd.
Zij is van eene ovale g ed a an te , en zoo wel u it- als inwendig fraai
betimmerd en voorzien van een voortreffelyk orgel van zestien stemm en ,
twee handklavieren en een aanbangend k lav ie r, geplaatst boven den
sierlijken predikstoel aan de oostzijde. De gaanderij en h e t verwelf
zijn bezienswaardig, doch de kerk is voor de groote Doopsgezinde
gemeente dier s t a d , welke thans 6 0 0 zielen t e l t , te klein.
De Ev. L u th ., die hier 750 in getal z ijn , maken eene gem. u i t ,
Welke to t den ring van Groningen behoort. Vroeger kwamen z ij, die
de Evang. Luthersehe leer toegedaan waren , nu en dan , inzonderheid
des Zondags byeen , om zieh onder elkanderen te atichten , en zieh
met zingen , b id d en , leezen , enz. bezig te houden. Zij ontboden
viermaal in h e t ja a r den Pred ik an t J ülius Caesar, ook wel Bruno ge-
noemd, een Brunswijker v an geboorte, u it Oost-Friesland, om hun
de Bondzegelen toe te dienen. Dit duurde alzoo to t het ja a r 16<>9,.
toen zij Bernardrs Uphof, geboortig van Au rich , to t vasten Predig
, k a n t beriepen. Nadat deze twee ä drie ja re n de gem. als Lecraar
bediend h a d , is hij m et W irrem Bondt, een’ van de Ouderlingen dezer
gem.; n aar Denemarkten gezonden , om bij den Koning eene aanbe-
veling to t vrije uitoefening van godsdienst te bekomen. fe rw ijl hij Af-
gezant w a s, hetwelk nog al eenigen tijd moet geduurd hebben, heeft
de gem. zieh m et voorleezen of soms wel met eenen Candidaat of
Proponent beholpen, en zieh alle vierendeel jaa rs door eenen Predikant
u it Oost-Friesland, met name Aephosios, uit de R iep e , h e t Heilig
Avondmaal laten toedienen. Toen echter de voorstanders vernomen
h a d d en , da t h u n Leeraar in Denemarken overleden w a s, hebben zij
den Candidaat Mr. J esaias F iccius, geboren te B re slau , die zieh te
U tre ch t wegens de studie ophield, to t Leeraar beroepen. Deze heeft
zijn am b t, onder vele vervolgingen en verjagingen, van de eene plaats
d e r stad n a ar de a n d e re , daar de Lutherschen hunne bijeenkomst hiel-
d e n , m et grooten roem tusschen de drie en vier jaren waargenomen,
to t d a t hij van h ier n a ar zijn vaderland is beroepen geworden. On-
geveer twee maanden, na h e t verlrek van Ficciüs, heeft zieh voor-
melde J ueics Caesar, die om de eene of andere oorzaak van H o ltg a s t,
in Oost-F riesland, was weggekomen, met vrouw en kinderen herwaarts
be<mven en eenigen tijd de godsdienst waargenomen, maar strek le
velen to t ergernis. Daardoor werd de gemeente v e rdeeld, want terwijl
hij z ie h , ondersteund door de hem toegedane partij , met geweld zoebt
in te dringen , werd de andere partij bewogen zieh van hem a f te zon-
d e re n , en Berhardus P oppeehan van Reinberg, a d in te rim , to t Pred ik an t
a a n t e n em e n , d ie , nadat hij twee of drie jaren , ten huize van den
schoenmaker C o p e , geleeraard h a d , overleden is. Niet lang daarna werd
genoemde J üeibs. Caesar , wegens o n tu ch t, u it land en stad v e rja ag d ,
waarop de gescheidene en verstrooide gemeente zieh weder vereenigd en
den Candidaat Arkenius Henrici, to t hären Predikant beroepen heeft.
De Predikanten der Evangelisch-Lutherschen predikten to t dus verre
in de Hoogduitsche t a a l ; doch in h e t ja a r 1680 of daaromtrent werd
Abraham R ebrsem , vroeger Predikant te Medemblik en te E d am , to t
Nederduitsch Pred ik an t beroepen, Nadat er alzoo aedurende tiett ja re n
eene Hooffduitsche gemeente en eene Nederduilsche gemeente te U r o -
n i n g e n bestaan h a d , wilde de Regering geen twee Luthersche P re dikanten
meer d u ld e n , waarom aan den Hpogduitschen P red ik an t
Ew o E e o w e n , die tevens de jüngste der beide Leeraren w a s, den
predikstoel verboden w e rd , waardoorde onrust tusschen de H oogduitsch-
sezinden e n d e Nederduitschgezinden niet weinig toenam. Nadat A b r a h a m
R e e r s u m in h e t ja a r 1686 overleden was, werd A l b e r t u s P e t r u s M i h d e e h o r f f
v a n E m m e r ik , to t Hoogduitsch leeraar beroepen; terwijl de g emeente,
bii h e t aanvaarden van zijn am b t , voor h e t eerst vryheid bekwam ,
om op,enlijk godsdienstoefening te houden. Tot dus verre had men
zieh beholpen met een kerkhuis , in de K o s te rstra a t, naby de Kos-
terspang , waarin het v e r lr e k , in hetwelk de k e rk gehouden w e rd ,
bestond u it onderscheidene k am e rs , die van ty d to t tijd , naar gelang
de «emeente to en am , bijeen waren getrokken. Dit gebouw zeer o u d ,
bouwvallig en tevens te klein geworden zijnde, is de gemeente, m et ver-
frnnning van de re g e rin g , in h e t ja a r 1 6 9 4 , begonnen een geheet
nieuw kerkgebotiw, in de Ilarderingestrßat, op te n g te n , w a ara an d en
1 4 Mei 1694 de eerste steen gelegd i s , terwijl h e t in h e t ja a r lo 9 ö
voltooid was. Deze k e r k , ru im 2 6 eilen lang en ongeveer 12 eilen
b r e e d , is een eenvoudig, doch goed in g e rig t, gebouw en van een orgel,
m e t 25 stem m en , voorzien. Het beroep van den P red ik an t geschiedt
door den k e rk e ra a d , m aa r werd to t aan de omwente ing van 1795
n iet bevestigd , voor d a t de beroepene eerst door een der Hervormde
Pred ik an ten was geexamineerd en door den Raad goedgekenra.
De R. K ., van welke men er ongeveer 5500 a an tre ft., maken hier
eene s ta t. u i t , welke to t het a artsp r. van Groningen behoort. De kleine
gemeente d e r , n a de Reductie de r stad Groningbn , overgeblevene
R . K. bleef veertien jaren herderloos. E erst in he t ja a r 1608 kwam
e r een Pastoor , die in een kerkje de dienst waarnam. Hij en zyne
opvolgers konden h e t hier echter dikwjjls naauwelijks u ith o u d e n , de -
wijl zij gednrig in de gevangenis werden geworpen en nitgebannen.
Eigenlijke godsdienstvervolging leden zij evenwel n i e t : want hun
geweten werd niet v e ro n tru s t, en zij ondergingen geenerlei s t r a l , ot
als Roomschen of als Pastoors , m aa r omdat zij bijeenkomsten hielden ,
die hij ’s lands wetten verhoden waren. En deze wetten werden u it-
gevaardigd , terwijl ’s lands Hooge Regering meende te weten , d a t
zulke vergaderingen , hoewel met een godsdienstig doel g eh o u d en ,
e chter dikwyls to t staatkundige oogmerken, en wel ora het lan d
weder onder Spanje ie b re n g e n , m isbruikt werden. Tot aan den
Munsterschen vrede ii^ 1 6 4 8 , en dus zoo lang de Nederlandsche v rjj-
heid nog niet gevestjgd was, wilden de algemeene S ta ten van geenerlei
afsehaffing of verzachting van de wetten en plakaten tegen de Roomsch-
gezinden hooren. Deze moesten zieh te vreden h o u d e n , zoo lu id -
d e hunne ta a l, d a t men h u n geweten vrij liet. Hoewel de p lakkaten
tegen de R. K. nog lang naderhand in wezen h iev e n , gaven de
Staten hun hoe langer hoe meer v rijh e id , en eischten eindelijk niets
van h e n , dan d a t zij zieh als goede Lurgers gedroegen. Dit had ten
gevolge, d a t, terwijl hun getal zeer was toegenomen, zij nog eene
tweede kerk in 1646 bekwamen. Na dezen tijd vermeerderden zij nog
veel ste rk er. In 1663 vinden wij in de stad reeds v ijf en op h e t
lan d drie Roomsche Geestelijken, die gemeenten bedienden* I n dien
ty d werden over h e t voormalig hisdom van Groningen Aartspriesters
aangesteld , die in Grokihgen woondsn. De eerste h eette Jouaw Tihgha.