onverschrokkenbeid van den Advocaat van N is p en , beveiligde de bedoelde
slagtoffers. M o bra n d , dadelijk gegrepen zijnde, werd, na weinig tijds,
tot de doodstraf veroordeeld , doch de edelmoedige tnsschenkoaist van
de bedreigde Staatsieden, tot ontferming bewogen door eene smee-
kende echtgenoote, moeder van zes nog jonge kinderen , bewerkte de
verzacbting van dit vonnis lot eene eeuwige gevangenis. Om echter
den meesten indruk te geven, werd het schavot opgerigt en dcze ver-
andering van bet vonnis in ketzelfde oogenblik, dat men er de uitvoering
van verwachtte., bekend gemaakt,. door welken maatregel, gevoegdbij
de wijze dier aankondiging zelve, deze welgeplaatste zachtbeid de
lieilzaamste gevolgen voortbragt.
De woelingenin de hofplaats bleven onopboudelijk voortduren, zelfs met
verachting van allebevelen van den Souverein. Ook telde men aldaar twee
Oranje-Societeiten, die groolen toeloop hadden. Haarlem en Dordrecht
drongen derhalve ten sterkste aan, om een gedeelte van het korps van
S alm tot krijgsbezelting in ’s G ravenhage te leggen, verklärende anders
geene Afgevaardigden te zullen zenden. Het besluit hierop marrende,
bleven deze beide steden, als ook de Afgevaardigden van Amsterdam,
den Pensionaris B erckel uitgezonderd , van de vergadering afwezig. Zelfs
de I'ranscke Ambassadeur bad reeds verklaard , niet gaarnein eene on-
veilige residentieplaats te verblijven. Dit had ten gevolge, dat de be-
zetting met eenige manschappen van van P abst en van B ylandt versterkt
werd en in den bijzonderen eed van Holland genomen. Te meerdere reden
tot deze voorzorg gaf eene gebeurtenis , die ten bewijze strekt van
de verregaande losbandigbeid van die dagen. Op bet vaandel van bet
regement lijfgardes te voet van Holland, waaronder de wacht, op
den 18 February , was opgetrokken, vond men eene galg verbeeld, van
welke eene streep tot aan den kop van den leeuw, een strop voorstelde.
De vaandrig van der H oop deswege verdacht, nam de vlugt, en op de in-
daging niet versehenen zijnde, werd hij voor altijd ten lande uit gebannen.
Het vertrek van bet vorstelijk gezin in 1798 , bragt der stad eene
aanmerkelijke schade toe, en bij vele ingezetenen eene groote; droef-
heid te weeg. Van nu af aan werd hier de zetel van het nieuwe
bestuur gevestigd , en de vaderlijke grond door Franseben overstroomd.
Ook werd bet verbond met Frankrijk geleekend , waarbij wij onzc
onafbankelijkheid voor eene som van 100 millioen guldens, koopen
moesten. De leus van vrijheid , gelijkbeid en broedersebap , wisseldc
de oude oranjekreten a f , en de stad deelde, gelijk niet anders kon,
in alle opvolgende rampen van een gedurig veranderd Staatsbestuur.
R d t g e r J a n S c r im m e lp e n n in c k bield , sedert 1808 , als Raadpensionaris,
alhier zijn verblijf; in 1806, de Fransche Koning L o d e w i jk , en einde-
lijk de Fransche Prefect d e S t a s s a r t , wiens naam in onze geschieden!«
gebrandmerkt Staat. Een geweldige slag trof de stad, toen Koning L od
e w i j k het goed vond | den zetel der regering naar Utrecht, daarna
naar Amsterdam te verplaatsen. Dit gemis beroofde haar al dadelijk
van alle voordeelen, welke de hofhouding en bet landsbestuur de sla
aanbragten. Doch deze ellendige toestand , werd nog vergroot dooru.de
inlijving van het land (in 1810), bij het Fransche Keizerrijk , waar-
door een aantal andere rampen volgden , de tierceriug der renten; de
zwerm van hongerige Fransche ambtenaren, welke hier de aanzien-
lijkste landsbetrekkingen innamen ; de zware belastingen , welke me®
ons oplegde, enz. Allerjammerlijkst zag het er ook in de Hofstad ge-
durende dien tijd, dat wy onder het Fransche juk gebukt gingen , uit
D« stad verarmde zoozeer, dat 644 hnizen, in drie jaren tijds, gesloopt,.
en vele voor eenen spotprijs verkocht werden. Nog heeft men ledige
plaatsen aan te wijzen , waar vroeger fraaije geboiiwen stonden , doch
die onder de möker van den slooper vielen. Deze jammervolle toestand
n a m echter eene gelukkige wending, toen', in 1 8 1 5 , de hand derVoor-
zjehipheid den werelddwinger in het hart van Frankrijk terug dreef.
Geen wonder dat de Hagenaars, bij de eerste stralen der verlossing, die
zieh in de verte aan den staatkundigen hemel vertoonden, door gepaste
ondernemingen, het geheele vaderland voorgingen , om het juk der
ovcrheersching weder af te werpen , hoewel ook deze omwenteling
niet zonder eenige zeer bange oögenijlikk”en werd tot stand gebragt.
Niets oyertrof het vreugdegejuich waarmede W i l l e m , ' Prins van
Oranje, die den 5 0 November 1 8 1 3 , te Scheveningen weder voet aan
den vaderlandschen wal gezethad , door de gansche bevolking., in ’s G r a -
v e n rag e werd binnen gehaald. Wel nimmer levertle de hofstad treffender
blijken van hare verknochtheid aan het slamhuis v a n O r a n j e ,
dan bij de afwerping van het Fransche juk der overheersching. Nadat
de Prins van Oranje kort daarna , in Amsterdam, tot Souverein Vorst
der Nederlanden was nitgeroepen , werd ’s G r a v e n h a g e , tot de residen-
tiestad verlieven ; terwijl zij naderhand , toen ons land met Belgie tot
een Koningrijk vereenigd werd, even als Brussel, eene residentieplaats-
van dat rijk was, waarin zieh beurtelings het Hof en de Staten bevon-
den , tot aän de afscheiding van Belgie en Noord-Nederland ;! iri 1 8 3 0 ,
sedert welken tijd ’s G r a v e n h a g e , alleen met de residentie des Konirigs
en het hooge landsbestuur is begunstigd gebleVen.
Het wapen van ’s G ravenhage bestaat uit een veld van goud , beladen
met eenen ojevaar ,in natuurlijke kleur, met een gekronkeld aaltje of
slangetjeih den roödeh bek. Het zegel ten zaken, gelijk men heUwemt,
dat bij de Wethouders in gebruikwas, had äl van het jaar lo86 af,
en heeft nu nog de afbeelding van eenen bürg, doch is ten allen tijd
niet eveneens geweest. Dan weder wordt er de ojevaar in gezien , dan
weder'niet, gelijk o.ok niet in alle de zegels, daar hij gevonden wordt,
op dezelfde: p l a a t s , . 8
GRAVENHAGE: (’S) , verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Perikakreck, ter regterzijde in het afvarenj . palende
bovenwaarts aan de plant. Amsterdam, benedenwaarts aan de plant.
Brouwershayen. Zij is thans vereenigd met de plant, udlida.
GRAVENHOEK (’S), oudtijds H o e k e , heerl. in Noord-Beveland, prov.
Zeelandf arr. Goes , kant. Kortgene, gem. Wisseherke-Geersdijk-’s Gra-
venhoek-en-Kampens-lSieuwland; palende N. aan de Roompot, H 0 . en
Z. aan de heerl. Noord-Beveland, het Gemeene Ambächt en de heerl.
Geersdijk en Wissekerke , W. aan de heerl, Weel-en-Vliete en Quwelik.
Beifi heerl. bevat gedeelten van den Vlieten-polder en van den polder
Nieuw-Noord-Beveland, alsmede de schorrenvan de voormalige polders
Nieuw-’s Gravenhoek en Oud-’s Grävenhoek. Men heeft er noch dorp
noch gehuebt. Deze heerl, belioert kerkelijk tot W is s e k e rk e , al-
waar de kinderen ook ter school gaan.
GRAVENHOEK (NIEUW-’S), voorm. pold. in Noord-Beveland, prov.1
Zeeland; palende N. aan den Roompot, 0 . aan Oud-’s Gravenhoek en
Nieuw-Noord-Beveland, Z. enZ.W. aan den Vliete-polder, W. aan Ouwelik.
Deze pold. is , in het jaar 1732, ondergevloeid en bestaat thans uit
eenige schorren tegen den Roompot. •
GRAVENHOEK (OUD-’S), .voorm. pold. in Noord-Beveland, prov.
\ Seeland; palende N. aan den Roompot, Z. Z. 0. aan Oud-Noord-Beve-
land, Z, aan Nieuw-Noord-Beveland, W. aan Nieuw-’sGravenhoek.