Dit kloost., hetwelk bewoond werd door Nonnen, die naar den derden
regel van den H. F r a n c isc u s leefden , of zoogenaainde Graauwe-Beggijhen,
is in bet jaar 146o gestiebt. Thans is daarvan niet meer dan de naam
en de standplaats overgebleven.
GROEN-DIJK (DE), dijk, prov. Friesland, kw. Westergoo.
Hij sluit zieh San den Steenendijk ten 0. van Sneek-, loopt längs
Offingawier zuidoostwaarts , ontvangt nabij Houwke-sloot een bogt, en
rigt zieh naar het N. 0 . ; wordt vervolgens H em d i jk genaamd, en i n
dczelfde rigting het znidelijke gedeelte van Rauwerderhem doorloopen-
de, beet bij beurteliugs G r o en - d i jk en H em - d u k .
GROEN-DIJK (DE), dus noemt men ook dat gedeelte van den
JÍein dijk, prov. Friesland, kw. tF estergoo, dat Noordwaarts door
Wonseradeel loopt, en zieh ten W. van het d. Arum, met den Slagte-
dijk vereenigt.
GROENE-REDDE (DE), pold. in debar, van Breda, prov. Noord-
Braband, arr. Breda, kant. en gem. Oosterhout; palende N. aan het
Steelhovensche-vaartje, 0. aan bet Sasse-gat, Z. aan de Lage-landen,
W. aan het fort Stcelhoven.
Dezepold., beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 23 bund.
23 v. r. Het zomerpeil is 4 palm boven A. P .; de dijk ligt 1 el 7 palm.
3 duim. boven A. P. Hij wordt door eenen bouten duiker, eerst op de
Steelhovensche vaart en voorts op de Donge, van het overlollige water
ontlast, en Staat onder het bestuur der eigenaren.
GROENE-DEKEN (DE), water, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Tietjerksteradeel, L. van Eernewoude.
Het Staat door de Folkerts-slool met het Hante-meer, door de Meer-
sloot met Ae S a y ter, door den Oude-weg met het R om m e r ts -m e e r ,
en door de Lange-sloot en de Hooidam-sloot met het K ru isdolbe in
verbinding.
GROENEDIJK, voorm. kloost., prov, Friesland, kw. Westexgoo.
Zie Groes d i j k .
GROENEDIJK , geh. in de heerl. Hooge-en-Lage-Zwaluwe, prov.
Ifoord-Braband, Vierde distr., arr. en 2J u. N. van Breda, kant. en
2 u. N. 0. van Zevenbergen, gem. Hooge-en-Lage-Zwaluwe, grenzende
tegen het d. Lage-Zwaluwe, waartoe het behoort; met 32 h. en 330 inw.
GROENE-DIJK (DE), dijk in de prov. Noord-Braband. Zie Ghoe-
NENDIJK.
GROENEDIJK (DE) , voorm. linie van communicatie, op het eil. Zuid-
Beveland, prov. Zeeland, van de Westerschans, hij den mond der
Nieuwe haven van Goes een begin nemende en nabij de boofdpoort
uitkomende. Zie daaromtrent voorts op bet art. Goes.
GROENE-GEMEENTE \ zekere gronden in de Meijerij van ’s Hertogenbosch,
prov. Noord-Braband, kw. Peelland, Z. van Helmond,
N. O. van Slierlo , en N. van Lierop, onder welke laatste gem. zij liggen.
In het jaar 1 3 0 0 , werden deze gronden door J an I I , Herlog van
Braband, aan de abdij van Postei en den ingezetenen van Mierlo uit-
gegeven, waardoor van tijd tot tijd geschillen en regtsgedingen zijn ge-
vallen. *
. GROENE-HEUVEL (DE) of V b í j t - plaats , plaats op de Over- Veluwe,
prov. Gelderland, gem. Doomspijk, N. 0. van het buis Old-Putten.
Van deze plaats, waarop een oude lindeboom, de Yrijboom genaamd,
geplant was, konden vlugtelingen, om de eene of andere misdaad ver-
volgd, niet met geweld weggehaald worden; lerwjjl zij er veertig
dagen van lyfsbehoud verzekerd waren.
GROENEHOUT, naam, onder welken het geh. V r o e n h o u t , in het
markgr. van Bergen-op-Zoom, prov. Noord-Braband, op sommige
kaarten wel eens verkeerdelijk voorkomt. Zie V b o e n h o b t .
GROENEKAN (DE), veelal verkeerdelijk De Gboenekant genoemd,
geh. in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. en 1 u. N. van
Utrecht, kant. en 2 u. 0. van Maarssen, gem. en £ u.Z. van Maar-
tensdijk, met 230 inw. Het is eigenlijk eene Streek van den Mac-
Adamsweg naar den Tolakker zieh uitstrekkende. Er is hier een
herbergje, waar de Groenekan uithangt. Dit is in het jaar 1842
afgebrand , doch sedert berbouwd. — Men heeft hier eene kermis, welke
den laatsten Dingsdag in Juiiij invalt.
GROENENBERG, G r o e s e n b d b g of G r o n e n b e r g , voorm. kast. in het
Gooregt, prov. Groningen, arr., kant. en £ u. 0. van de stad Groningen,
gem. Middelbert, op de Euvelgunne, aan den voormaligen oever der
Hu nse, vöör dat die rivier naar Groningen was afgeleid.
Dit kast. schijnt het stamhuis der G b o e n en b e r g en te zijngeweest, welke
edele ridders , waarschijnlijk , daarvan bunneo naam ontleenden , ten
minste woonden zij aldaar gednrende Utrechts-Bisschoppelijke regering
over het Gooregt, in welk tijdvakzij de Praefectuur, of, wil men liever,
het ambt van ßurggraaf binnen de stad jaren lang hebben bekleed.
Nadat het kasteel in het jaar 1241 geheel was afgebroken, was het
naauwlijks herbouwd , toen het in de tweespalt, tusschen de Gelkin-
gen en Groenenbergen (1), in het jaar 1230, door de Gelkingen , tot
op den grond toe werd gesiecht.
De plaats, waar dit kasteel heeft gestaan , is door hoogten en laag-
ten nog heden duidelijk zigtbaar, hoezeer alles, met den daarbij lig-
genden grond, Weideland is. Hoe groot de omtrek der gronden, tot
bet kasteel hebbende behoord , is geweest, kan niemand meer bepalen.
GROENENBERG, heuvel in Rijnland, prov. Zuid-Holland-, in een
stuk weiland, gem. Wassenaar-en-Zuidwijk, nabij het d. Wassenaar,
zijnde een overblijfsel van de plaats gehad hebbende afzandiDg' dier
landen.
GROENENDAAL , G r o e n d a a i of G r o e n e n d a i , kast. in de Meijerij-van-
’s Hertogenbosch, kw. Oislerwijk, prov. Noord-Braband, Herde distr.,
arr. en 3 u. W. ten N. van Eindhoven, kant en 2 u. W. ten Z. van
Oirschot, gem. en 5 min. Z. 0. van Hilvarenbeek, aan de Hilver.
Dit kast. is een fraai naar den nieuwen tränt gebouwd huis, met
dubbele grachten omgeven. De boschjes en tninen, welke sierlijk
aangelegd zijn , leveren aangename wandelwegen op. Het werd vroeger
in eigendom bezeten door het adellijk geslacht van B r e c h t , en in het
midden der vorige eeuw , door den Heer P h i l i p W il l em d e S c h m e l in g s ,
Raad en Rentmeester-Generaal der Domeinen van Braband.
GROENENDAAL, buit. in den Tielerwaard. prov. Gelderland, Be-
nedendistrikt, arr., kant. en £ u. N. W. van Tiel, gem. en 1 u. N. 0.
van IVadenoijen, 3 min. N. 0. van Drumpt, waartoe het behoort.
Door de liggirig van dit goed, aan de zandwegen van Tiel op Zoelen
en dien , welke van aezen weg op Drumpt loopt, levert de wandeling längs
dit huis , bestaande uit eene laan van opgaande populieren en ijpenboomen
en wandelboschje, digt bewassen met hakhout, eene zeer aangename
(1) Men zie over den oorsprong en de gevolgen van deze tweespalt de horte Schets over de oude
gewoonte om in houten gebouwen te wonen en van derzelver overgang tot steenen w o n in g en , voor ■
namelijk in Groningen, van onzen geleerden medea*beider Mr. H. 0 . F e i th , medegedeeld in d e
Bijdragen voor Vaderlandeche Gesehiedenis en Oudheidkunde, verzameld en uitgegeven door J . A .
N ijh o f f , D. I , bl. 210-2**»
IV. Deel. 86