/V^AArfD1^R 7ÜIREN’ # eh' ’ Prov> Friesland} kw. Oostergoo, griet. Femoerderadeel arr en 3 „. N. ten 0 . van Leeuwarden, kant. en ^ u
L a - , T C Ä 20 z - ° ' ™ m <i° ■ 1« ;
r o f 'k f - T E L ’ Verke,erd® sPel|ing van Vaeshartek , k a st. in h e t L a n d
PA ACM A 7 ’ pr0V- LlmhurrJ - Zie Vaeshartee.
n i t ’ Puf SMl’ voorm- state- prov. F r i e s l a n d , kw.
k a n t n \ ® i K o ll^ meX la n d - e n - N i e u w -K r u i ^ d , a rr. L e e u w a r d e n ,
PA a t™ ”* ' t "• Z - ° - Van * * “ " * » waartoe zij behoorde.
<M Zie Fatdb Pr0V‘ Sland’ kw‘ f'^ e rg o o , griet. Franekera-
YfiE/’ d.‘ ln Oosi-Indie, op bet Moluksche eil. Xoela-Besi,
üat tot de Xoela-eilanden behoort.
FACKER , naam, welken de Negers geven aan de katoenplant. Crom-
P AT'KFtlV'^Tnnn r l m’ koL Suriname- Zie C rom eu n s-g zft.
in Fakkerhoop , voorm. katoenplant., thans koslgr.,
kerziidl ‘ K r ' S) " lname> aan d« Tapoeripakreek, ter linrzyde
m het opvaren; palende bovenwaarts aan de kofiliplant. Hofwiik
beeft rWu rt« ar ka‘0enPlant- Breda- Z« is 730 akk. groot, en
T7AT»ATTTS r S1laven- Negers noemen haar Fakkri.
, n j ° PAD0“L. eil. in Oost-Indie, in de Zuidwester-eilanden
van Banda, tot de Key-eilanden behoorende, W. van Klein-Key: 5° Bl'
■ . ’ .. . , ' k Met heeft omtrcnt 3 mijlen in den omtrek en
is tamehjk hoog en boscbrijk. De bevolking is scbaars, doch vrede-
lievend en zachtaardig. ’
FAESMA, voorm. state, prov. Friesland, kw .Oostergoo, griet. Kol-
lumerland-en-lSleuw-Kruidand. Zie Faasba (1 ).
FAGOEDE, d. in Oost-Indie, op het Moluksche eil. Xoela-Besi, tot
ue Aoela-eilanden behoorende.
FAHRHAUS, geh. in het balj. van Echternach, grooth. Luxemburg,
a rFAinr.T7Ur'A t6M • m tM U r * * kant., gern .Echternach.
1-AIRMELD smkerplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Boven-Commewijne, ter regterhand in het opvaren ; palende
bovenwaarts aan de verl. plant. Ostage, benedenwaarts aan de suiker-
plant. Vossenburg; 2413 akk. groot 5 met 101 slaven ; met eenen molen
wawtw T Se ei.en wordt- De Negers «oemen haar Mac-Intossoe.
EA1 1 1E, kaap in Oost-Indie, aan de Westkust van het Sundasche
eil. Borneo; 09 37' Z. B., 127° 16' 0. L.
FAKKRI, naam , welken de Negers geven aan de kostgr. F ackerts-
" T a tW tWederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie F ackehtshoop
EALAÜW of F aeoe, d. in Oost-Indie, op het Moluksche eil. Xoela-
ßesiy dat tot de Xoela-eilanden behoort.
naam van de Veidwe> prov. Gelderland. Zie Veeüwe.
FALBURIMARCA, oude naam van het d. Vaebbrg, in de Over-
Betuwe, prov. Gelderland. Zie Varbürg.
FALCKENSWEERT, vl. in de Meijcrij van 's Hertogenbosch , kw.
Kempenland , prov. Noord-Braband. Zie Varkekswaard.
FALDENS, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Baardera-
deel, arr. en 2£ n. Z. W. van Leeuwarden, kant. en 2 u. N. W.
vatL f (^ cerd> ^ win. Z. 0. van Baard, waartoe het behoort.
„. M 7 geF. in Friesland, kw. Westergoo, griet. Franekerudeel•
Zie Eatoh.
(1) Ereoeons zoeke men de oierige wooriten, welke men elder» FAB g«»peld vin d t, op f a a of FA.
FALKENS WAARD, vl. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch. kw.
Kempenland, prov. Noord-Braband. Zie V a e k e n sw a a r d .
FALOE, d. in Oost-Indie. Zie F a e a ü w .
f f AMANNEN 0f F a b e n n e n , naam van een der oude volken , die het
noorderdeel van het voormalige hertogd. Luxemburg bewoond hebben.
Zie PbEBAHNEN.
FAN of Aijoe-Eiearden , groep van onderscheidene kleine eiandjes
en klippen in Oost-Indie', resid. Ternate, N. van het Papoesche eil.
Waigioo ; 0° 24' N. Br. Het voornaamste eiland is Aijoe-Baba. Zij
behooren eigenlijk tot Australie. Men heeft er vele schildpadden.
FANTEE, F a n t eh , F a n t b e e , F a k t u r , F a k t i of F a n t ib , stranddistr.
in Opper-Guinea, aan de Goudkust, 0. van Saboe, waarvan het door
het l mijl lange IJzergehergte is afgescheiden.
Het is zeer vruchtbaar , en de regeringsvorm aristokratisch rcpubli-
kcinsch , daar de voornaamste hoofden der natie, aan welken een raad
uit de oudsten des volks is toegevoegd, de oppermagt in handen hebben.
Ondertusschen benemen de gediirige twisten der opperhoofden alle
veerkracht aan "het Gouvernement, en d it, zoo wel, als sedert
1811, de gedurige invallen der Assianties, aan wien het land onder-
jvorpen geweest is, zijn zeer nadeelig voor den landbouw en de bevol-
Aing. Voorheen waren hier de inw. het talrijkste en magtigste van de
Goudkust, daar hunne magt zieh van kaap Coast Castle tot de grenzen
van Akra uitstrekte.
De wetten worden bij hen wel in acht genomen , en roof en moord
zijn e r, omtrent elkander, zeer zeldzaam. De jongens waren voorheen
reeds op hun twaalfde , en de meisjes op hun tiende jaa r, huwbaar;
doch zij beginnen 00k reeds te vervallen op jaren , wanneer de mensch ,
onder andere luchtstreken eersl tot rijphcid komt. De veelwijverij heeft
hier, gelijk in geheel Afrika, plaats. De vrouw wordt voor eenen vast-
gestelden prijs gekocht, waarhij gewoonlijk eenige geschenken gevoegd
worden, en alsdan wordt zij het eigendom van den man. De eerste
vrouw echter heeft alleen het huisselijk bestuur. ,De hier heerschende
slavenhandel veroorzaakt de schandeiijksle misbruiken.
De inw. gaan allen naakt, met een stuk stof los om het lijf geslingerd.
De vrouwcn dragen gewoonlijk den boezem bloot , en bedekken de
schaamdeelen met een schortje, dat zij tombah noemen, en bij de
grooten met zilver belegd is. Alle de inw. onderscheiden zieh van de
overige Afrikanen door eene kleine insnijding boven de kakebeenen in
den nek. Beide seksen zijn zeer zindelijk. Visch en gevogelte zijn
hunne voornaamste spijzen , welke vooial met peper worden toebereid,
die zij zelfs bij hunne jamskoeken en brood van niais gebruiken. De
voornaamste plaalsen zijn : Anikan, Anamuko, Aga of Adscha, Amaka,
klein Cormantijn en het kleine Eng kasteel, Fantunqnem, terwijl wij
bij Cormantijn het fortje Amsterdam hebben.
FANTUN, strandistr. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goudkust.
Zie het voorgaande art.
FARICA , voorm. state, prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Barradeei. Zie F a r n ia .
FARMESSUM, oude naam van het d. F a rm s ü m , in Fivelgo, prov.
Groningen. Zie het volgende art.
FARMSUM , oudtijds F e rm e s h e im of F e r b e s b e k , en later F e r b s d b ,
00k wel F a r b e s s u b geheeten , d. in Fivelgo, prov. Groningen, arr., kant.
en 1 u. 0. van Appingedam, gem. en onmiddellijk palende aan de
vesting Delfzijl; van daar, dat de Franschen bij de versterking van