beraten vele, indien niet alle de voorregten , die aan beslotene steden
■waren vergund, als onder anderen het heffen van stads accijnsen op
de bieren, de wijnen , het gemaal, den turf en dergelijke. Burge-
meesteren van G r o o t e b r o e k namen hunne poorteren den eed af van
doleantie over de gemeenelandsmiddelcn. Zij hadden ook het regt
van exue; zij verleenden hrieven van voorschrijving tot het verwerven
van brieven van cessie en beneficie van inventaris en wat dies meer zij.
In het jaar 1727 hadden de Staten van Holland en West-Friesland
G r o o t e b r o e k mede op de lijst der verkoopingen van de ambaGhtsheer-
lijkheden in West-Friesland gebragt; doch, op het inlevcren van een
request, door Regenten , is het uit de tweede lijst der verkooping ge-
bleven, en hebben de gemelde Regenten, volgens resolutie van ’s Lands
Staten , genomen den 16 December des jaars 1758, kunnen volstaan
met het in koop nemen der Recognitie van de sluizen en vissche-
rijen , alsmede van het vendumeesters- en het bodesambt. ln de gemelde
resolutie wordt onder anderen gezegd, dat G r o o t e b r o e k voor het overige
zal blijven in den staat, waarin bet tegenwoordig is, bonder dat
daarin eenige scheiding van jurisdictie gemaakt, noch de ambachts-
heerlijkheid van dien verkocht zal worden. Uit alle deze omstandig-
heden werd bij velen beweerd, dat G r o o t e b r o e k niet in den' rang rail
de plattelandsteden moest worden gesteld, maar genoegzaam onder'de
besloten steden behoorde te worden gerekend.
De Schout, die dezelfde in bet crimineel en civiel was , werd door
de Staten van Holland en West-Friesland aangesteld. Er waren vier
Burgemeesters, twee en dertig Raden of Vroedschappen, te weten :
twaalf uit Grootebroek, acht uit Bovencarspel , zes uit Lut -
jebroek, en zes uit Hoogcarspel , zeven Schepenen en eenen Se-
cretaris, vier Vredemakers en vijftien Weesmeesters, als te Hoogcarspel
drie , en op ieder der drie andere plaatsen, vier. De Vroedschappen
waren voor hun leven aangesteld, en werden door het gezamen-
lijke eollegie, bij het open vallen-van ein dier ambten verkoren. De
Burgemeesters der stede G r o o t e b r o e k stelden beurtelings met, die van Enkhuizen
, eenen Heemraad van Dregterland in de Oosterkogge , ook ^ de
Molenmeesters van het Grootslag op de visscherij van welke watering
Schout en Schepenen van Enkhuizen en G r o o t e b r o e k , gezamenlijk
keuren en ordonnantien maakten. De verpachting dier wateren ge-
schiedde insgelijks door de beide Schouten en Schepenen. De Presi-
dent-Burgemeesters van E n khuizen en G r o o t e b r o e k , waren volgens
handvest van Jan van Beijeren, gegeven den 1 Julij 1423, jaar om
ja a r, Dijkgraaf van de Wi j zend , den Zwaagdijk en het Zijd-
werk.
De schutterij der stad G r o o t e b r o e k bestond uit eene compagme
van honderd man , onder eenen Kapitein, Luitenant, Yaandrig enz.
De Hoofden dezer schutterij hadden benevens Burgemeesteren , het
regt der verkiezing van den Waagmeester.
Enkhuizen betoonde meermalen baar ongenoegen over de voorreg-
t e n van G r o o t e b r o e k , en toonde dat inzonderheid met" hare zoo na-
bij gelegene haven.
Het wapen van de stede G r o o t e b r o e k bestond uit een gekroond schild
van azuur i(blaauw), beladen met eenen boom van zilver, verzeld van
drie starren van goud, de kroon is mede van gond.
GROOTEBROEK, d. in Dregterland, voorheen ook alleen onder
den naam van B r o e k hekend geweest, prov. Noord-*Holland, arr. en
2 | u. N. 0 . van Hoorn, kant. en 1 u. W. van Enkhuizen, gein.
Grootebroek-en-Lutjebroek, geheel in de lengte aan de streek of rrjweg
tusschen Hoorn en .Enkhuizen gebouwd.
Men telt er 180 h. en 1030 inw., die meest hun bestaan vinden in
de melkerij, het kaasmaken en den akkerbouw.
G r o o t e b r o e k wordt dus genoemd ter onderscheiding, niet alleen van
L u tjeb ro e k , zoo veel gezegd als K le inbroe k , een der naastbij gelegen
dorpen, maar ook van Broek in W a lle rland, Broek-op-
Langen dijk ■, Spanbroek en Rensbroek , welke allen hunnen
naam ontleend hebben van den broekigen grond, waarop zij gelegen
zijn. In het jaar 1392 gelastte Hertog A l b r e c h t aan die van G r o o t e b
r o e k een Raadhuis in G r o o t e b r o e k te bouwen , hetwelk binnen den
tijd van een jaar voltooid moest zijn. Dit fraaije Raadhuis, hetwelk
met een sierlijk torentje prijkt, dient tevens tot vergaderplaats van het
den 20 Julij 1810 aldaar gevestigd Departement der Maatschappij Tot
Nut van ’t Algemeen , hetwelk 20 leden telt j ook is er eene nette Waag.*
De Herv., die hier ruim 300 in getal zijn, maken eene gern;
uit, welke tot de klass. van Hoorn, ring van Enkhuizen., behoort.
De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen , is
geweest zekere C y p r ia n ü s , die in het jaar 1374 herwaarts kwam, en
in het jaar 1580 in S e f e r id u s P a u l i eenen opvolger kreeg. Het be-
rocp geschiedt door den kerkeraad , uit een door dezen gemaakt drie-
tal van Predikanten. Onder de later liier gestaan hebbende Predi-
kanten vinden wij vermeld den Hoogleeraar I J s b r a n d v an I I a m e l sv e ld ,
welke hier in het jaar 1770 stond, en den Hoogleeraar W il l e m
A l b e r t v an H en g e l , die er van het jaar 1810 tot 1816 Leeraar was.
De kerk, welke vöor de Hervorming aan den H . J o h a n n e s den Doo-
per was toegewijd, werd door de Graven van Holland begeven j
de bevestiging werd bij den Proost van West-Friesland verleend,
Er was voor den Pasloor een woonhuis en 11 morgen lands, die
jaarlijks omtrent 55 Rijnlandsche guldens (49 guld.) en 15 schepel*
(nagenoeg 3f mudde) garst opbragten. De verdere inkomsten moes-
ten uit de offerpenningen der .gemeente komen , zoodat de Pasloor in
alles 72 Rijnsche guldens (100 guld. 80 cents) ’s jaars genoot. In de kerk
stonden eenige altaren; die rijkelijk begiftigd waren , onder anderen
het altaar van de H. H. J o c h e s en A n n a . Het kosterschap werd ook
begeven door de Graven, en bragt jaarlijks bij afwezigheid 10 Rijnsche
guldens (14 guld.) op. De kerk, een schoon groot kruisgebouw,
waarvan het gewelf op twee rijen pilaren rust, heeft een fraai or-
gel. De toren is ter hoogte van ruim 28 eil. vierkant opgetrokken ,
waarboven een spits Staat, medc van ruim 28 eil. hoogte, zonder het
kruis en den appel mede te rekenen.
De R, K., die er ruim 700 in getal zijn, onder welke 500 Commu-
nicanten, maken eene stat. ui t, welke tot het aartspr. van Holland-
en-Zeeland, dek. van West-Friesland, behoort, cn door eenen Pastoor
bediend wordt. De kerk, aan den H. J o ha nn e s den Dooper toegewijd,
is een, in het jaar 1820 aanmerkelijk verbeterd, gebouw, met een
fraai orgel, doch zonder toren.
Ook was er een Weeshuis, waartoe in het jaar 1575 een gedeelte van
het S t. Elizabethsklooster werd ingerigt. Dit Weeshuis heeft
velfe bezittingen in landerijen enz., zoodat het uit eigene middelen
bestaat, daarin worden opgenomen en doelmatig opgevocd , alleweezen
van de Protestantsche godsdienst, uit de dorpen G r o o t e b r o e k , L u tje broek,
B o v en ca rsp e l, Hoogcarspel en A n d i j k , beheerd door
Regenten en Regentessen, mede uit de vijf dorpen , aangesteld wordende'