S c b e lle b a n k , zfjndo volgcrland van Greveningen, groot 24 bund.
27 v. r. 86 v. ell., welke zes laatstgenoemden in Belgie liggen,
en alzoo niet afzonderlijk in bijzonderheden zullen behandeld worden.
De watering is dus groot 741 bund. 76 v. r. 42 v. ell. Hiervan
zijn thans ruim 94 bund. Nederlandsch, zijnde al het overige Belgisch.
De grootte is overgenomen uit de polderregistersen bevat
dus evenmin de dijken als het dorp St. Anna. Omstreeks het jaar
1622 werd de beruchte versterkte linie midden door deze watering,
gelegd, die, ten gevolge van den mislukten aanslag van Don A n d b e
d e C a n t e im o , in 1640, de linie van C ant e lm o wordt geheeten. Deze
was verdedigd, behalve door het fort van St. Donaas, door nog drie
andere, St. Frederik, St. Anna of het Sterrefort en Izabelle , met.eene
groote uitwaterings- en inundatiesluis in het Zwin. Van welk belang
deze werken waren , kan blijken uit hetgeen daarover in H u n n iu s , Zeeuw-
sche buise, bladz. 52—62 gevonden wordt. Na den Munsterschen vrede
zijn deze werken weder grootendeels gesiecht , echter is de sluis als uit-
watering geblevcn , zijnde die bij het Hazegras. De boogswijze lijn ,
die deze linie beschreef, wordt op vele kaarten aangewezen, en is 00k
allezins belangrijk. De grens toch welke, ten gevolge van den Munsterschen
vrede, in 1664, te Brussel werd vastgesteld, kwam nagenoeg
met de tegenwoordige overeen ; doch bij het gewijzigd barriere-tractaat,
werd , ten jare 1718, eene nieuwe limiet bepaald, waardoor bet geheele
Zwin aan de Stalen kwam , en die voorts de linie van C ant e lm o volgde.
Al wat tusschen deze en de vorige grens gelegen was, droeg den naam
van St. Anna-ten-Vrije. Door de tegenstribbelingen der Vlamingen,
kon evenwel de Staat van Nederland niet in het volle bezit komen ,
hoeveel moeite de. regering van St. Anna-ter-Muiden, toen met stads-
regten begiftigd , daartoe aanwendde, zoodat alle acten betrekkelijk
St. Anna-ten-Vrije voor het Vrije van Brugge , in plaats van voor het
Vrije van Sluis , gepasseerd werden, en er veel haspelarij nopens de
dienst der tolbeambten plaats had. De Herv. godsdienst werd er echter
gehandhaafd, en de inwoners, die haar bijna allen toegedaan waren ,
behoorden tot de kerk van St. Anna-ter-Muiden , zijnde tevens door
kleeding, tongval en gebruiken van de Vlamingen onderscheiden. Bij
het eindigen der laatste onlusten tusschen de Republiek der Vereenigde
Nederlanden en Oostenrijk, werd dit gedeelte bij acte van 8 November
1785, weder aan laatstgenoemde Mogendheid afgestaan.
Toen tienjaren later Staats-Viaanderen door de Franschen wasver-
meesterd, werd St. Anna-ten-Vrije met St. Anna-ter-Muiden, tot eene
burgerlijke gemeente vereenigd, en kwam alzoo niet, gelijk het overige
der watering, bij het Departement der Leije, maar tot dat der Schelde.
Bij de kerkelijke organisatie, onder N a p o l e o n , bleven de Herv. bij
St.-Anna-ter-Muiden, en de R. K. werden tot de kerk van Sluis gebragt.
Toen behoorde dus tot Sint Anna, een grooter deel van eigen-
lijk Greveninge en bijna de helft van Klein-Reigersvliet , de geheele
Brixus-polder en de Zoutepanne-polder, als ook de St. Jacobs-en-
Tands-polder en de Noord-polder; doch daar buiten viel nog ver het
grootsle deel van Greveninge en van Klein-Reigersvliet, geheel de
Baespolder, de Schellebank en het Nieuwland. Het grondgebied van St.
Anna-ter-Muiden in de Watering besloeg toen , zonder de dijken en het
dorp, 260 Fund. 99 v. r. 71 v. ell. Dit is de grootte op de kaart
van P a c w bedocld , welke kaart met de linie van C a n t e lm o eindigt,
waarbij bij denkelijk liet dorp en de dijken genomeh , en alzoo 646
gcmclcn (285 bund.) verkregen bccft j doch er zijn nog ruint 480 bund.
der watering, die nooit tot ons Vaderland beboord badden, door hem
niet medegerekend geworden. Toen Nederland in 1813 hersteld werd,
moest volgens de uitspraak der Geallieerden de limiet van 1794 worden
aangenomen , maar die limiet is te St, Anna gelijk àan die van
1664, zoodat St.-Anna-ten-Vrije aan de Vlaamsche zijde viel, zoo als
zulks 00k bij de laatste schikkingen met België gebleven is. Wat het
kerkelijke betreft behooren de Hervormden, die nog steeds het notabelste
gedeelte der opgezetenen uitmaken, tot de gemeente van St. Anna-
ter-Muiden , en zij worden in den kerkeraad en andere kerkelijke collégien
gekozen. De R. K. zijn eerst, door de onlangs tot stand ge-
komene schikkingen, van Sluis gescheiden en met Belgische gemeenten
vereenigd. Voorts zijn de deftigste opgezetenen van het voormalige
St. Anne-ten-Vrijein kleeding, spraak, manieren en gezindheid, Noord-
Nederlandsch.
Vele dijken, die in oude tijden de verschillende polders seheidden ,
zijn van over lang gesiecht j zij zijn thans landwegen , worden bezaaid
of liggen met de weiden gemeen, zoodat zij sleckts door personen ,
der zaak kundig, kunnen aangewezen worden, welk laatste het geval
is;met een groot gedeelte van den dijk rond den Brivus-polder en de
dijken tusschen Sluis en het d, St. Anna, De oostelijke dijk echter
is bewaard gebleven en wordt in de polderregisters G r a a f - J ansdijk
genoemd ; doch is in de wandeling bekend onder den naam van
D ik k e n d ijk , en was zulks 00k in de Belgische onlusten bij de
krijgslieden , dewijl de grens uit den Gouverneurs-polder in den Brixus-
polder vallende , over dezen dijk loopl, en de vijandelijke voorposten
hier tegen elkander stonden. De straatweg van Sluis op Brugge loopt
door deze watering, bepaaldelijk door den Brugsche-polder en door
Greveninge. De Brugsche polder en de Zoutepanne-polder hebben in
de Belgische onlusten veel door onderwaterzetting geleden.
De eerste bedijking is geschied bij octrooi van 1282 (1) ; doch onder
de regering van J a n , zonder Vrees, Graaf van Viaanderen, in het
begin der vijftiende eeuw , heeft eene nieuwe bedijking plaats gehad,
waarvan de dijk den naam ontleent. Ook deze watering leed door verschillende
watervloeden en werd door den vloed van 1 en 2 November
1570 geheel overstroomd (2). De herdijking moet echter spoedig gevolgd
zijn, alzoo in het jaar 1601 , volgens aanteekening in den omlooper,
de watering geheel hermeten is, waarbij geen gewag gemaakt wordt
van overstrooming, maar wel » Dewijl er van Greveninge verscheidene
» (niet overeensteminende) om’oopers bestünden, en er van Klein-Rei-
» gaersvliet geene tevinden was; terwijl de omlooper van 1510 daarbij
tot grondslag genomen werd. Misschien was R e ig e r s v lie t eerst korte-
lings met G re v e n in g e vereenigd. üikwijls leed de watering door latere
overstroomingen , zoo als door die van 1621. Ook, vindt men , in
de kerkelijke rekeningen , posten in uitgaaf gebragt wegens reparalie
van den vloer des gebouws, die door de overstrooming van 1681 in-
gestort was. De kerk Staat op het hoogste gedeelte van Greveninge.
In de AVa t e r in g van G r e v e n in g e - e n - K l e in - R e ig e r s v l ie t staan , behalve
het dorp S i nt - A nn a-1 e r-Mu ide n , 38 woningen , waaronder 15
hofsteden, doch daarvan op Nederlandsch gebied, zoo als het thans
(•) Zie het helangrÿk werk van onien geleerden medearbeider J . An U t r e c h t D r r s s r l b u i s .
Oud-ZeeUm d , b l. 79.
(2) Zie hierover mede hot werk van borengenoemden Scbrgver , getiteld: l i t t ify r ie t Sluis in
Waanderm, bl. ¿ 6 ,