werdende de kerk, door eonen Pastoor en eenen Kapellaan, en de
bijkerken elk door eenen afzonderlijken Kapellaan bediend.
De enkele Herv., welke er gevonden wordt, behoort tot de gem.
van Eysden.
Men heeft in deze gem. drie scholen, als: ¿¿ne te Gronsveld ,
¿¿ne te Ekkelrade en ¿¿ne te Heugem, welke gezamenlijk, ge-
middeld door een getal van 160 leerlingen bezocht worden.
Deze gem. maakte voorheen eene beerlijkheid ui t , welke in de vijf-
tiende eeuw, door bet overlijden van C atharina , de laatste, uit bet
oorsponkelijke geslacht van Gronsveld , aan de Heeren van Bronkhorst
is overgegaan. Toen in het jaar 1688, J odocus van B ronkhorst,
door Keizer R udolf I I tot Graaf verheven, zonder kinderen overleed,
aam zijnen broeder den titel van Graaf van Gronsveld aan. Deje
buwde met S isilla , Gravin Van E bersiein , en liet drie zonen na , waar-
van de oudste was, J odocbs Maximiliaan , Graaf van Gronsveld E bers
ie in , in welk geslachtf, het tot het laatst der vorige eeuw is gebleveu
toen de grafelijke regten vernietigd zijn. De eerste Heer van Gronsveld
, die in de geschiedenis voorkomt, is geweest W illem , Edelheer
van G ronsveld, gemeld in eene oorkonde van 1241, toen werd de
naam Grunsveld , ook wel Gronsele geschreven (1).
Het d. Gronsveld, Gronsvelt, Grondseeld of G ronseeld, ligt 1 u.
Z. 0. van Maastricht, 1 j u. Z. ten W. van Meerssen , in een zeer aan-
geoaam oord. Men telt er in de kom van het d. 127 h. en 600 inw,
De kerk, aan den H. Martinos toegewijd, is van toren en orgel
voorzien. — De dorpschool wordt door een gemiddeld getal van 70 leerlingen
bezocht. — Yoorheen stond hier het kasteel der Graven van
G ronsvelt. Zie het volgende ' art.
De iermis valt in den vierden Zondag van September.
In het jaar 1646, werd dit d. door de Hessen ingenomen, maar
weihaast door de Luiksche troepen weder veroverd.
GRONSVELD (KASTEEL-VAN-), voorm. kast. in het Land-van-
Valkenburg, prov. Limburg, distr., arr. en 1 u. Z. O. van Maastricht,
kant. en 1{- u. Z. ten W. van Meerssen, gem. en len W.
van Gronsvelt, in het midden des dorps.
De bouwvallen zijn in het jaar 1831 weggebroken; doch de Heer A ndre
A dolphe Gaddiot , heeft die door een heerenhuis naarden tegenwoordigen
sntaak vervangen, beslaande, met de daartoe behoorende gronden, eene op-
pervlakte van 9 bund. 3 v. r. 70 v. eil., thans in eigendom bezeten en be-
woond wordende door gemelde Heer Gaddiot , Burgemeester van Gronsveld.
GRONSVELT, d. in het Land-van-Valkenburg, heerl. Gronsveld,
prov. Limburg. Zie- G ronsveld.
GRONSVELT (KASTEEL-VAN-), voorm. kast. in het LandTvan-
Valkenburg, heerl. Gronsveld, prov. Limburg. Zie Gronsveld (Kas-
TEEL-VAN-).
GRONTERP, d., prov. Friesland, kw. Weslergoo, griet. Wonseradeel.
Zie Greonterp.
GRONWEGEN , oude naam van het voorm. d. Groenwegen, prov.
Zeeland. Zie Groenwegen.
(1) Zie E r n s t , Tableau Historique et Chronologique des Suffragans ou Co-Eveques de Liège 9 page
XIV, note 2. Zie o o k over de genealogie der Heeren en Graven van G r o n s v e lt het Algemeen His.
torisch-Genealogisch. en Geographisch Woordenboek, door A. G. L u ïs c iu s , en Ch. Quiae Sloss
u n d Ehemalige Verschafte Rimburg, die Besitzer derselben, vorzüglich die Grafen un d Freiherren
tu n G ro n s f e ld , Achen 183$, 3, 42 und folg.
GRONZEN (DE-), meertje, prov. Friesland, kw. Westergoo, gnet.
Hemelumer-OldepItaert-en-Noordwolde. Zie Gronsen ( D e - ) -
GROODAK, oud d. in Oost-Indie, np het Sandasche eif. Java,
ads. resid. Krawang*
H e t t e l d e i n h e t b e g i n d e r v o r i g e e e u w , m e t d e d . P a n o r a r o e p a n ,
T j i t a p i n e n K a b o e a n t e n g , r n im 600 h u i s g e z i n n e n .
GROOT-BARANG, onbewoond eil. in Oost-Indie, in de Zee van Banda.
GROOTDAMMER- POLDER, pöld. in bet balj. van Brederode, in
de heerl. Schoorl, arr. en kant. Alkmaar, gem. Schoorl-Groet-Harger-
en-Camp; palende N. aan het Noordhollands-kanaal, 0 . aan War-
menhuizen , Z. aan Katrijp, W. aan Bregdorp.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 263
bund., waaronder 262 bund. schotbaar land., en wordt door eenen mo-
len van het overtollige water ontlast. Het land ligt beneden A. P.
Het polderbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf en drie Poldermeesters.
GROOTDIEP, water, prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Stellingwerf-Oosteinde.
Dit water ontspringt niet ver van Fochteloo, loopt noordwaarts aan,
en vereenigt zieh, voorbij Oosterwolde, in eene westwaartsche rig-
ting , met de Kuinre.
GROOTE-A A, gracht in Zwolle, prov. Overijssel. Zie Aa (Groote-) (1).
GROOTEBROEK, voorm. stede in Dregterland, prov. Noord-Holland.
Zij had haar regtsgebied van den banne van Enkhuizen af, west-
waarts tot aan het regtsgebied der stede Westwoude, en bevatte de
dorpen en bannen van Grootebroek, Bo ve n ca r s p e l , Lu t je -
broek en Hoogcarspel . B o v e n c a r sp e l schijnt allereerst met
Grootebroek vereenigd geweest te zijn, en zij werden, te zamen,
volgens handvest van Hertog A lbrecht van B eijeren van het jaar 1364,
tot eene stede verklaard, onder den naam van G rootebroek , of van d i e
S tedb B roek met dezelfde voorregten als Graaf F loris V, in het jaar
1288, aan die van Medcinblik" gegeven had, en scdert werden de in-
gezetenen der plaats doorgaans poorters genoemd; ook heeft de plaats
eertijds twee poorten gehad. L u tje b ro e k werd, bij een handvest van
30 October 1402, met Grootebroek tot eene stede verklaard. Dit
deze zelfde handvest blijkt, dat Hoogcarspel er toen nog niet mede
vereenigd was. Doch uit een handvest van het jaar 1403 ziet men ,
dat Hoogcarspel toen met een zelfde poortregt en stedevrijheid werd
beschonken. Andijk , gelegen längs den Dregterlandschen noorder zee-
dijk, was toen begrepen in en verdeeld onder de dorpen Bovencarspel,
Grootebroek en Lutjebroek en maakte slechts een gehucht ui t , dat
geen afzonderlijke regering had , zoo als de opgenoerade dorpen. In
het jaar 1449 wetd er ten dienste van deze stede eene haven aange-
legd , ter plaatse | alwaar nu het gehucht Broekerbaven ligt (zie dat
woord). Die van Grootebroek hebben , in tijden van oproer, dikwijls
htm ne voorregten verkocht, doch gedurig teruggekregen. Dikwijls
zijn zij, voor en na de verandering der 'Regering hier te lande, ter
algemeene dagvaart van ’s Lands Staten versehenen, en wordt de
plaats in een privilegie van den 26 Maart 1676, in naam van Fi-
l ip s II gegeven, gepriviligeerde siede genoemd j ook hebben die van
G rootebroek van tijd tot tijd hun verzoek, om mede ter gemelde
dagvaart beschreven te worden, trachten levendig te houden. Zij
(1) Alle de met G a o o t of G r o o t e beginnende artikels, w e lk e hier niet gevonden worden, soeke
m e n pp de woorden van onderscheiding.-
IV. D eel. 6 2