bouwtrant duidelijk in bet oog. Het torcntje dat op bet middeldak
Staat, versiert grootelijks het gebouw. Alleropmerkelijkst is dehoogte
van deze kerk , zonder dat zij door pilaren onderschraagd wordt, zijnde
de daken zoo kuristig in elkander gevangen, dat het ontberen van
pilaren geen Linder aan de bestendige duurzaamheid van het gebouw
zal toebrengen , waarom deze kerk , door alle kenners, als een mees-
terstuk van bouwkunde geprezen wordt. Het orgel, dat zieh, in het
jaar 1702, op den dankdag voor de overwinning van de Spaansche
zilvervloot, bij V i g o s , door de Vereenigde Engelscben en Nederland-
sche vloten, voor de eerste inaal deed hooren, slrekt de kerk tot een
groot sieraad, zijnde de vier deuren beschilderd, niet zoo vele geschie-
denissen uit de godgewijde bladeren, te weten : die van D a v i d , toen de
propheet N a t h a n hem bestraffende , om dat bij het volle had doen teilen,
liem dekeus gaf van drie plagen; die van den Priester Z a c h a r i a s , om zijn
ongeloof met stomheid gestraft; de groete van E l i z a b e t h aan M a r i a ;
en S im e o n in den tempel het kind J e z u s omhelzende. De predikstoel
is zoodanig geplaatst, dat alle de toehoorders, op zeer weinigen na , den
Predikant niet alleen kunnen hooren , maar ook tevens' zieu. Rondom
is een bestraat kerkhof, aan drie zijden omgeven van eenen muur
waarin drie groote poorten of ingangen zijn , bebalve nog twee voor
de koetsen aan iedere zijde van de poort op het spui, allen thans met
ijzeren , in plaats van houten liekken of deuren, voorzien ; welke fraaije
verbetering en tevens het wegnemen van den muur aan de spuizijde,
als ook het stellen van een ijzeren hek tusschen pilaren van ßenthemmer
steen , met fraaije knoppen daarop, in het jaar 1732 geschied is. Hier
plagt weleer begraven te worden, doch sedert bet aanleggen van een
ander kerkhof, in het jaar 1716, is dit nagelaten.
De Waalsche gem. van ’s G b a v e n h a g e , wordt door drie Predikan-
P eze Semeente is opgerigt, doordien , in het jaar
1589, de Waalsche Predikant van Delft, P i e r r e M o r e a u , van tijd
tot tijd voor de Prinses L o u i s e d e C o l i g n y , Weduwc van W i l l e m I ,
Prins van Oranje, te ’s G r a v e n h a g e kwam prediken. In het jaar 1392,
werd als gewoon Waalsche Predikant, in deze gem. beroepen J o a n n e s
U i t t e n b o g a e r t , een der Haagsche Leeraren in de Nederduitsche Hervormde
kerk, bij wien J o a n n e s L a m o t i u s , als tweede Predikant gevoegd werd,
in het jaar 1604. Naderhand is het getal dergewone Waalsche Predikanten
tot drie vermeerderd. Doch toen de Herv. in den jare 1683 uit
Frankrijk moesten vluglen, en vele hunner Predikanten in de Nederlan-
den overkwamen,^zijn er ook vier van dezen als buitengewoneLeeraars
in de kerk van ’s G r a v e n h a g e geplaatst. Na het uitsterven van dit
getal, zijn de gewone Predikanten in het jaar 1720 op vier gebragt;
terwijl tegenwoordig de dienst weder slechts door drie wordt waargenomen
Deze gem. had vroeger tot kerk de Hofkapel, sedert het jaar 1807
bij de R. K. in gebruik. De tegenwoordige Fransche Hervormde
Cr ^6* ^ 00r(^em^e7 °P bevel van Koning Lodewijk in het
jaar 1807 van den grond af opgebouwd, en is een fraai en ruim gebouw
, met. een welluidend orgel.
De Engelsche Presbyterianen , maaklen hier vroeger mede
eene gem. uit. De eerste die in deze [gem. het leeraarambt heeft
waargenomen is geweest J o h a n n e s W i n g , die in het jaar 1396 hier
, J eene kerk, vooraan in het Noordeinde, welke eertijds
de Kapel was van het Sacraments Gasthuis. Dit kerkje, dat niet
beel groot was, werd, in den jare 1898, aan de Engelschen voor
unne godsdienstoefening ingeruimd. De eerste Predikers werden hun
uit Engeland toegevoegd, doch in 1626 verwierven zlj van de Staten
van Holland vergunning, om eenen eigen Predikant te mögen beroepen.
In den jare 1623 of 1626 is, bij verdrag en overeenkomst, der Hoogduitsche
gemeente toegestaan., om in dit kerkje mede bare Godsdienst
te mögen oefenen; zij werdbediend door eenen Predikant, die, ofsekoon
bij in de Hoogduitsche taal leeraarde, echter onder het getal der gewone
Predikanten van ’s G r a v e n h a g e werd gerekend. In het jaar 1617 ,
toen de:scheuring tusschen de Rem onst ranten en Cont raremon-
stranten,, openlijk uitbarstte, werd dit kerkje ook aan de afgezonderda
gemeente oyergegeven tot haar gebruik, onder belofte van geen afzonder-
lijken kerkeraad te maken ; maar zij, deze belofte in den wind slaande,
verlieten weihaast deze yergaderplaats, en namen de kloosterkerk in.
Ook verstrekte dit kerkje voormaals to t. eene catechizeer- of oefenplaals
voor degenen, die zieh in de gronden van de Hervormde Godsdienst
wilden, laten onderrigten, hetgeen des Donderdags na den middag, bij
vierendeeljarige beurten, door eenen van de vier jongste Nederduitsche
.Hervormde Predikanten, geschiedde. Tweemaal des jaars versehenen
daar ook de Curatoren van de voormalige Latijnsche, scholen ,
thans het Gymnasium, ten wier,overstaan alsdan de gewone peijzen
door den Rector werden uitgereikt. ln het jaar 1841 is dit kerkje
van stadswege verkocht en in bijzonderen eigendom overgegaan, waarna
het is afgebroken , en te dier plaatse een prächtig gebouw, tot eene
doorloopende tentoonstelling van schilderijen , gesticht.
De Évange l i sch-Luther schen, die hier 3000 in getal zijn,
maken eene gemeente ui t , welke tot den ring van ’s G r a v e n h a g e be-
koort,• en door drie Predikanten bediend wordt. De eerste, welke in
deze gem. het leeraarambt beeft waargenomen, is geweest D a n i e l F e t t i u s ,
die in 1611 hier kwam en in 1618 overleed, na dat hem in zijnen
ouderdom (1614) tot medelielper toegevoegd was A n d r e a s P i e t e r s v a n
d e r L i n d e , die. ,om de veertien dagen dan te Delft en dan te s G r a v
e n h a g e predikte, zoo als. F e t t i u s zulks vroeger gedaan had. Sedert
dien tijd heeft deze gemeente twee Leeraren gehad, van welke de
eene in de Hoogduitsche , de andere in de Nederduitsche taal predikte,
tot in het jaar 1737, toen aldaar tot derden Predikant beroe- , ■ y
pen is G a s p a r u s v a n . d e r H e i d e n , die er ook overleed, van, de drie
Predikanten moesten twee in de Nederduitsche en ééne in de Hoog-
duilsche taal,.prediken, In het jaar 1766 besloot men vier Predikan-
ien bij de Haagsche gemeente te hebben, waarvan twee in de. Ne-
derdnitsche, en t\yee in de Hoogduitsche taal zouden prediken. Tot
in l7Ö8 liad men vier Predikanten , toen stierf J. G. L o h m e y e r , de
tweede JÖpogdnitsche Predikant, terwijl J. K l a b naar Amsterdam beroepen
was. In, beider, plaats werd, den 16 Maartl769,de Predikant
J. :H. V o r s t i u s beroepen van Alkmaar , waarna er de gemeente slechts
door drie Predikanten bediend is. De laatste Hoogduitsche Predikant
kij de Evangelisch-Luthersclie gemeente te ’s G r a v e n h a g e , was Joh
a n n e s H e i n r i c h S prö , die in het jaar 1832 overleed, en in wiens plaats
beroepen werd,. om in het Nederduitsch te prediken, R. T. F. R e u d l e r ,
die in, 1833 van Utrecht herwaarts kwam. je De kerk Staat op fePamir isqraclil tusschen de Boekhorststraat en de Zustcrsloot, welke gracht,
st iert de Stichling dezer kerk, daarvan in het gemeen den naam van
de Luthersche-burgwal heeft behoüden- De eerste Luthersche, lterk,
welke te ’s.G r a v e n h a g e gestaan heeft, was voor een gedeelle in het jaar
162Q gestiebt , en de grond daarloe bet jaar te voren aangekocht,
Ga dat de gcmcqnte, welke in het begin niet groot was, eerst hare
IV . D eel. ‘ H