De dorpschool wordt door een gemiddeld' getal van 78 leerlingen
bezoeht.
Er worden te Geffen jaarlijks twee, vroeger zeer vermaarde , bces-
tenmarktcn gehouden, de eerste den laatsten Yrijdag in April j de
tweede den tweeden Dingsdag in October.
Geffen heeft drie geleerde mannen voortgebragt, zeer behend in
de letterkunde en de wetenschappen, als: den Godgeleerde J ohannes
S eootanos of VAN deh S looten , f den 9 Julij 1860, als Hoogleeraar
in de Godgeleerdheid; den Letterkundige Christophords V laderaccbs,
geb. omtrent het jaar 1826, 18 Julij 1601, na eerst bestuurder der
scholen te Amersfoort , naderhand te ’s Hertogenbosch, en te gelijk
Hoogleeraar in de welsprekenbeid, de Latijnsche, Grieksche en He-
breeuwsche talen te zijn geweest, en den Latijnschen Dichter J ohannes,
naar zijne geboortepl. G effenos of van Geffen genaamd, die in het begin
der zeventiende eeuw leefde; terwijl zijne gedichten en zedekundige
zamenspraken in het jaar 1617 te Antwerpen gedrukt zijn.
ln het jaar 1298, werden reeds zekere gemeentegronden aan de in-
gezetenen van Geffen uitgegeven. In 1497 werd dit d. door de Gelderschen
grootendeels aan kolen gelegd. Een nog erger lot onderging het,
in bet jaar 1812 , toen bet door de Gelderschen , uit Venlo en Roermonde,
geheel werd afgebrand. — In 1787 werd het door het hooge water
overstroomd. — ln 1794 had het veel door zware inkwartiering te lij-
den , als zijnde het middelpunt , tijdens de blokkade van ’s Hertogenbosch
, Grave , en het fort St. Andries. Bij den intogt der Pruissen in
ons land, in 1815 , viel er, tusschen deze en de Franschen, welke uit
de stad Grave kwamen , in de nabijbeid van dit d., een gevecht voor,
waarbij enkelen gesneuveld en gekwetst zijn. De gesneuvelden werden
door de inw. begraven. — In den nacht tusschen 31 December 1833 en
1 Januarij 1834, is de Zomerdijk, in de gem. G e ffen, op twee plaat-
sen doorgebroken, waardoor nagenoeg de geheele gem. onderliep, en
aanzienlijke schade aangerigt werd; terwijl er vele huizen door den
wind en den waterslag instortten of aanmerkelijk beschadigd werden.
Bij deze ramp is echter geen mensch omgekomen , ofschoan zieh on-
dersebeidene huisgezinnen tot den volgenden morgen op de overblijf-
selen van hunne liuÄen hebben moeten behelpen. — Den 18 April
1839 ontstond er brand in deze gem., waardoor een huis geheel in
den asch gelegd en twee huisgezinnen in de diepste armoede gedom-
peld werden.
Het wapen van Geffen bestaat in een Maria-Magdalenabeeld.
GEFFEN (BINNENPOLDER-VAN-), pold. in de Meijerij van ’s Her-
togenboscli , kw. Maasland, prov. Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch
, kant. Oss, gem. Geffen; palende N. aan den Zomerdijk, 0.
aan de gem. Oss en den weg van ’s Hertogenbosch naar Oss, Z.
aan den grooten weg der l c klasse N°. 8 , van ’s Hertogenbosch naar
Grave , W. aan het Zomerdijkje en de gem. Nnland.
Deze pold. beslaat, volgens het kadasler, eene oppervlakte van
826 bund. 35 v. r. 61 v. eil , cn wordt door 2 sluizen in den Polder
van Geffen , en met het water van dien en dat van den Polder van
Oss , op de Hertogewetering, en verder door de Blaauwesluis, op de
rivier de Maas, van bet overtollige water ontlast. Het land ligt
3,88 eil. boven A. P. Het polderbestuur bestaat uit het gemeente-
bestuUr van Geffen.
GEFFEN (KASTEEL-VAN-), voerm. adell. h. in de M e i j e r i j van
’s Hertogenbosch, kw. Maasland, arr. en 2 ^ u. N. 0. van ’s Ilertor
genbosch, kant. en 1 £ u. Z. W. van Oss, gem. en 8 min. Z. van
Nnland.
Het was vroeger een oud, doch zeer goed en fraai gebouw; thans
echter is er niets meer dan een puinboop van overig.
GEFFEN (POLDER-VAN-), meer bekend onder den naam van G e f -
fensche- pölder , pold. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Maasland,
arr. ’s Hertogenbosch, kant. Oss, gern Geffen; palende N. aan
den Kruisenbeendschendijk en de Vaartsche-graaf, tegen de gemeente Oss
en die van Lithoijen, 0. aan de gemeente Oss , Z. aan den Zomerdijk
, W. aan den Kepkensdonkschendijk, ook genaamd Houterendijk.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
808 bund. 28 v. r. 83 v. eil. De overstrooming, waaraan deze pold.,
door den uitloop der Maas , längs da Beersche-Maas, onderworpen is,
moet zieh zelve benedenwaarts afwateren, door de rivier de Wetering,
welke het water in de Maas leidt. Het land ligt 2,85 eil. boven A. P.
Het polderbestuur bestaat uit het gemeentebestuur van Geffen.
GEEFENSCHE-BINNENPOLDER, pold. in de Meijerij vart ’s Hertogenbosch,
kw. Maasland, prov. Noord-Braband. Zie G effen (B innen-
PÖ1DER-VAN-).
GEFFENSCHE-POLDER , pold. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch,
kw. Maasland, prov. Noord-Braband. Zie Geffen (P o id er - van-) .
GEGER, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Djocjokarta.
Den 17 Julij 1829 werd er eene gecombineerde expeditie tegen dit,
destijds door de muitelingeu bezette en zeer versterkte dorp , door den
Kolonei Cochius en den Luitenant-Kolonel L e B ro n de V e x e i a , onder-
nomen. Deze laatste marcheerde, ten 5 ure des morgens, van het
kampement Medjing., over het d. Potrobayan, den Oepak over, en
riglte zieh toen noordoostwaarts naar bet gebergte, dat zeer hoog en
steil was. Eerst ten 9 ure had hij de kruin bereikt, en weinige
oogenblikken daarna ontwaarde hij eenen troep van ongeveer 50 a 60
muitelingen , welke, met twee vaandels en eenige Hoofden te paard,
eene verkenning scheen te doen. Deze troep , hem ontwarende, ont-
ving hem met een levendig geweervuur, hetgeen hij niet liet beant-
woorden , latende dadelijk met gevelde bajonetten er op inloopen , waardoor
de vijand dan ook spoedig op de vlugt werd gedreven. De Kapi-
tein Roeps vervolgde dezen troep met een peloton Sumanappers en met
den Kapitein S a t t a . Het gelukte hem ook nog eenigen van de muitelingen
neder te leggen, en onder deze twee der Hoofden, op schoone
paarden gezeten, welke echter door het oneffene terrein niet spoedig ge-
noeg konden weg komen. Onderscheidenen stortten met hunne paarden
m de diepe afgronden neder, zonder dat men iets meer van hen ontwaarde.
Intusschen zette de Luitenant-Kolonel L e B ro n d e V e x e l a zijnen
marsch, met de overige twee pelotons en de Mangko-Negorosche Jagers,
voort, zieh naar G e g e r rigtende. Yoor een digt dorp, waarvan geen ingang
te herkennen was, gekomen zijnde, zeide hem de gids dat hij voor
Lege r was. Hij kon niets zien of hooren , en was bezig eene ingang te
xoeken , meenende dat deze plaats reeds verlaten was, toen hij op eens
door onderscheidene kanonsehoten begroet werd, gevolgd door een levendig
geweervuur en een woest geschreeuw. Hij verzamelde dadelijk
daarop zijnen troep, gaf last aan den Luitenant S to k b r o o , om ter reg-
terzijde de hoogte te beklimmen en zoo doende in de vijandelijke ben-
I*ng te komen ; stelde zieh vervolgens aan het hoofd zijner Amboi-
nezen en Sumanappers, en bestonnde de vijandelijke sterktc. Deze