doodgeschoten , loen hij van den toren de werken der belegeraars
bespiedde. Zijn opvolger deelde. in hetzelfde lot. Terwijl gebrek aan
gezag gebrek aan waakzaamheid veroorzaakte, waagde bet een der
krijgsknecbten van den Bevelhebber H o e n , de gracht over te zwemmen
en liet Noorder ravelijn , bij de Koepoort of Bredasekepoort, zoo als
zij toen genaamd werd , te beklimmen. De vijand hier geheel zorge-
loos gevonden bebbende, gaf hij daarvan zijnen Overste berigt. In
den nacht werd hierop eene bicsbrug over de gracht geslagen, waarna
de Bevelhebbers H oen en B uvery den storm ondernamen , en dit be-
langrijk gedeelte der vestingwerken veroverden. Het grootste gedeelte
der bezetting werd verslagen en zij, die het geluk haddcn van te
ontvlugten , vervulden hunne krijgsmakkers binnen de stad zoodanig
met schrik , dat men tot de overgave bcsloot. Onverwijld trad men
in onderhandeling , en nog op dien eigen dag werd de vesting, onder
de eenige voorwaarde van lijfsbehoud , aan de Staatschen overgegeven.
yijftien Spaansche banieren, een aantal krijgsgevangenen en een aan-
zienlijke voorraad van mond- en krijgsbehoeften, waren de bewijzen van
M a u rits zegepraal. De Staat, aan welken die stad sedert altijd gebleven
1S T}.l'Ct tot gedachtenis dezer verovering eenen gedenkpenning slaan.
Bij den watervloed van 14 en 15 November 1475, heeft G eertruidenberg
ook veel schade geleden.
Bij het inrtikken der Eranschen in ons land in 1793 had men reeds
den 25 Februärij te G eertruidenberg berigt ontvangen, dat de Eranschen
zieh te Capelle en Waspik vertoonden. De Luitenant-Kolonel J oiian H end
r ik B ed a c ex , een tachtigjarige Zwitser, die er het bevel voerde, deed
eenige Dragonders der bezetting uitrukken, welken bet gelukte de Eranschen
uit Waspik te verdrijven. Dan des anderen daags vertoonden zij
zieh met een veldstukjc, nader bij het Raamsdonksche veer. Hierop volgde
een niets beduidend wederzijds schieten , dat men des anderen daags her-
vatle. De Franschen naderden intusschen ook van eenen anderen kant,
en wierpen , ondanks het schieten uit de stad , eene batterij, op bij
Steelhoven. De Gouverneur, voor een bombardement beducht, beval
de straten met mest te bedekken. De Fransche Kolonel De V aux
eischte de stad op. Hoewel de vestingwerken in geen verdedigbaren
Staat waren en er onderscheidene noodwendigheden ontbraken, web
gerde B edauex de overgave. Al de sterkte van G eertruid en berg bestond
nu in de onderwaterzelting, en deze kon gedeeltelijk niet worden in
werking gebragt, gedeeltelijk werd zij door den vijand afgetapt.
De onderwaterzetting rondom G eertruidenberg aldus verijdeld zijnde,
verloren al de buitenposten der vesting hunne sterkte. i iensvolgens
gclastte B edaulx het krijgsvolk die buitenposten te verlaten, en zieh
in de stad te begeven ; terwijl hij de burgers de straatsteenen voor hunne
liuizen deed opnemen. De verlaten Dam werd weihaast door de Franschen
in bezit genomen, waar zij , ondanks het sterk schieten uit de stad,
eene batterij opwierpen, van waar zij G eertruid en berg vervolgens be-
schoten en er bommen in wierpen. Nader en nader werd de stad door
batterijen ingesloten, en voor de tweede maal opgeeischt. Na eene körte
onderhandeling werd tot de overgave besloten. De bezetting zoude met.
volle krijgseer, zes vcldstukjes medenemende , uittrekken. Door het in
bezit nemen van G eertruidenberg vielen den Franschen 150 stukken
kanon , 400 nieuwe geweren, benevens eenen grooten voorraad kruid
en kogels, in handen.
Den 8 April 1793 werd G eertruidenberg door de Hollandsche troepen ,
onder de bevelen van de beide Prinsen van O ranje , hernomen en betet.
Den 27 December 1794 naderden de Franschen anderniaal de
vesting, nadat op dien dag de forten in de Eangstraat, en de linieu
van Breda en de Made waren genomen. Intusschen werd de stad aan
de landzijde ingesloten , en vestigde zieh de vijand op het Raamdonk-
sche-veer , en wel hoofdzakelijk achter den Waterkeerings-dijk, die aan
dien kant genoegzaam parrarel met de vesting loopt, waarop den 14 January
1795 een zeventigtal liuizen werden in den brand geschoten, welke
men niet bij tijds had doen afbreken en waarin en achter zieh de vijand
genesteld had. Den 15 Januarij 1795 werd evenwel de stad voor het
eerst opgeeischt, doch de overgave door den grijzen Generaal B edauex ,
wien nogmaals het bevel was opgedragen, geweigerd. Nu werd de
stad, van den 15 tot den 17, aanhoudend gebombardeerd en bescho-
ten, waardoor de kerk en vele huizen zeer beschadigd werden, en het
orgel der Protestantsche kerk onbruikbaar werd. Den 17 de stad nogmaals
door de Franschen opgevraagd zijnde , is men in onderhandeling
gekomen , en wel met dat gevolg , dat e r, den 19 Januarij 1795, eene
kapitulatie gesloten werd met den Franschen Divisie-Generaal Bon neaux,
waarbij werd bepaald , dat het garnizoen op de glacis de wapenen neder-
leggcn, en krijgsgevängen in Holland zijn zoude. Den Onder-Luitenant
der artillerie van O pstal werd daarbij opgedragen, om het materieel der
vesting , volgens inventaris, aan den Franschen Kapitein der artillerie La
V enant over te geven , zoo als zulks den 2 1 dier maand plaats had.
Ofschoon de Fransche bevelhebber L orcet , die, in het jaar 1813,
te G eertruid en berg het bevel voerde , eenige dagen te voren te Antwerpen
gesnoefd had, dat hij met 6000 man op Dordrecht losging,
om die stad te verbranden, vertoonde de Bondgenooten, zieh op
den 12 December naauwelijks voor die stad, of hij gaf zieh zonder
slag of stoot op genade over.
Het wapen van G eertruid en berg bestaat uit een schild van goud, beladen
met eenen klimmenden leeuw van keel (rood), gewapend met eene
staande knods.
GEERTRUIDENBERG, koffijplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Beneden-Commewijne, ter linkerzijde in het afvaren ;
palende bovenwaarts aan de koffijplant. Marienburg, benedenwaarts
aan de indigoplant. A-la-Bonne-Hcure, 1000 akk. grootj met 114
slaven. De Negers noemen haar B roen.
GEERTRUIDENBERG, koffijplant. in Nederlandscli-Guiana, kol.
Suriname, aan de Cottica, ter regterzijde in het afvaren ; palende
bovenwaarts aan de suikerplant. Ephrata en-Lemmerskamp, benedenwaarts
aan de verl. plant. La Felicité ; 820¿ akk. groot; met 75 slaven.
De Negers noemen haar S a t ie .
GEERTRUIDENBERG (KASTEEL-VAN-), voorm. kast. in de heerl.
Geertruidenberg, prov. Noord-Braband.
Het was in het jaar 1321 gesticht door W ileem van D uvenvoorde , en
stond vermoedelijk even builen de voormalige Koepoort der stad Geertruidenberg
, ofschoon sommigen willen , dat het binnen die stad gestaan
hebbe. In het jaar 1420 door de Kabeljaauwschen ingenomen zijnde , werd
het tot den grond toe gesiecht, zonder immer weder te zijn opgebouwd.
GEERTRUIKLOOSTER (ST.-) , voorm. kloost. in de prov. Noord-
Holland. Zie G e ertruid akeoo st er.
GEERTRUIPÜLDER, pold. in Slaats-Vlaanderen, in het Land
ran Kadzand, prov. Zeeland. Zie G e er tru id a po ld er .
GEERTS-KLOOSTER, voorm. kloost. in Zallandy prov. Overijssel,
,n de stad Deventer. Zie M e este r -G e ert sk lo ost er.