moqen uitdoen M afnemen, mits het land ter vederztjde van de Gouwe
te hewaren met een waterlceer of zomerdijh_ Uit een‘
W i e i e b V, Graaf van Holland, in het jaar 1356, aan die van Alphen
Hazerswoude, Boskoop en W a d d i n z v e e n gegeven , bhjkt , dat dit regt
strekte %m in den IJssel eene vrije uitwatermg te hebben. J an tan
B lo is , Heer van Sclioonhoven en Ter Goude, verzette zieh hier tcgen
met dadelijkheid, en liet den watergang als ten deele door z.jrland
en heerlijkheidloopende, dämmen en toeslaan ; “ aar leJ re^ " 3“ lL ,’
ziinde, t a f hij er , bij opene brieven van het jaar 1558, zynebew.l-
liging en toestemming toe. Hertog A ib r e c h t v a n B e h e b e n heeft deze
voorregten, bij brieven van de jaren 1560 en 1400, nader bevest gd.
Het blijkt uit eene uitspraak van Hoogbeemraden vanRynland, tus-
schen die van Alphen ter eener en Groenswaard, Randenburg, Snij-
delwijk en Boskoop, als smaldorpen , ter andere zijde , die gezamenlijk
'gehouden waren de G o o o sc i ie S l e is te maken , dat, in bet jaar 144b,
aldaar geen sluis met ophaalbruggen , zoo als tegenwoordig , maar alleen
eene sÜhotdeur heeft "gelegen. In het jaar 1561 is de G o e d s c h e S e b is
van steen gemaakt, in dier voege als zij nog is. Omtrent dienzelfden
tijd is, westwaarts van de oude G o e d s c h e S eCi s , eene tweede en grootere
sluis, verlaat en kolk gelegd en gemaakt, ten dienste van het gemeene
land van Holland en West-Friesland, tot bevordering van de scheep-
vaart. Deze sluizen dienentbans, om, bij Noord-en Noordooste winden
te verboeden, dat het water, körnende mt het Haarlemmermeer, door
persing van die winden, zoo hoog op de Gouwe wordt gedreven , dat
de kade van de daar nevens gelegene polders kunnen gevaar loopen van
overstroomd te worden. . , ,____
Uit ’s Lands geschiedenissen blijkt, datbij, die , in tljd van oorlog,
meester is van de G o o d sc h e S l e i s , zeker veel voordeel op zijnetegen-
partij moet bebben. Want in het jaar 1456 brak Vrouwe J a k o b a v a n
L i i e r e n het beleg voor Haarlem op , omdat Hertog Fiurs v a n B o e r -
g o n d ie dreigde, zieh meester van de G o e d s c h e S l e i s te maken. In het
jaar 1574 verdreven de Spanjaarden vijf Engelsche vaandelsi van hi ,
en geraakten daardoor in Staat, om des te veiliger ey en_
houden. Weinig minder dan eene eeuw later , namelijk in 1672, wer
het Fransche leger door de Staatsche troepen bij deze sluis gestuit.
GOUDSCHE-TOLRUIS, naam, onder welken het Heis-te-Urecht ,
ln Rijnland, | prov. Zuid-Holland, meestal bekend is. Zie Drecht
^GOÜDSWAARD, gezegd de K o r e n d i j k , gem. in den Hoeksche-waard,
prov. Zuid-Holland, arr. Dordrecht, kant. Oud-Beijerland (13 k. d.,
5 m. k., 7 s. d.); palende N. aan het Spur, die het van de gem.
Zuidland scheidt,' 0. aan Piershil, Z. aan Zmd-Beijerland, W. aan
^ Ä b e e k , Heer van Putten en Strijen,zoo voor zieh zelven;
als van wege het kapittel .van Geervliet en der Cbartroyssen , b ^
Utrecht, Bloemendaal genaamd , gaf op den 1 5 April 1439 aan
schillende personen u it, om een nieuw korenland te bedykeni,
» de zuidzijde van de Beeningen , met eenen uiterdij op 1 .s
»den, geheeten K o o rn d ijk , Koewaard Gouwaart, lern
»G o rs e n , Huyg e-CIae sz.-G o rsen en ito lla e r s d y c k ,
allen sedert alleen de namen behouden hebben van Korend.jk en
G o uw a e rt, de laätste om de ovcrvloedige voortbrengselen v
en landvruchten , naderhand misschien vsranderd m G oedswaard ,
of men zeggen wilde Goud waard.
f* ; ö c gurzen y legenwoorüig genoemd de Uudö-Koren»
d i jk , volgens de uitgifte van 1439, in eenen dijk hesloten zijnde
zijn niet lang van de woede der baren bevrijd gebleven , alzoo men
vindt dat zij berdijkt zijn in het jaar 1456, en naderhand nog eens
m 1471. Bij de eerstgemelde bedijking, in 1456 namelijk, werd noi»
een gedeelte lands ingesloten, bekend or.der den naam van het Oude
Nieu wland; naderhand zijn nog onderscheidene polders ten Z. en N.
van den grooten polder aangedijkt, als: de M o len p o ld e r, de Noordp
o ld e r , de O o s tp o ld e r, de E e n d r a g ts p o ld e r en de Leem-
he e ren p o ld e r , hebbende de Korendijk tot in het jaar 1653 als een
«iland op zieh zelve gelegen. Wanneer de twee eerstgemelde, voor
het eerst bedijkt zijn , is niet zeker, maar dat zij in de jaren 1612
en 1620 overstroomd zijn geweest, brengen de oude bescheiden mede
zijnde de Noordpolder met den tegenwoordigen dijk versterkt in 1709 ^
de Ooslpolder is bedijkt in 1633, de Eendragtspolder gemeen met
Zuid-Beijerland en Piershil in 1653, en eindelijk de Leenheerenpolder
m 1698. 1
Zoo dat de gem. G o e d sw a a r d thans bestaat uit de navolgende polders:
den O u d e -K o re n d ijk s c h e -p o ld e r, den Nieuwe -Koren-
^^\«.C^ e - P ° ^ e r , ^en ®0S1;~P0ld e r , den L e e n h e e re n p o ld e r
den Mole np old er, den N o o rd p o ld e r, ’sLands b ek ad eG o rz en en
de V la stien d eg o rz en , benevens gedeelten van den E e n d ra g tsp o l-
der en van de plaat de Tien-gemeten. Zij bevat het d. G o e d sw a a r d ,
net geb. N l eu w en d ij k en eenige verstrooid liggende huizen: beslaat eene
opperylakte van 2125 bund. 28 v. r. 87 v. eil.'; telt 132 h., bewoond
door 155 huisgez.; uitmakende eene bevolking van 768 inw., die meest
nun bestaan vinden in den landbouw, alsmede in eenige vlasnering.
Ook heeft men er eenen korenmoleh.
Deze gem. bestaat in zeer hoog land, welk meest tot bouwland voor
granen is toegemaakt, waarvan zij om de uitmuntende vruchtbaarheid
den naam van K o r e n d i jk schijnt verkregen te hebben. Niet alleen
deze landen, maar ook de fraaije rij- en wandelwegen, maken het
ier zeer aangenaam, hetwelk vermeerderd wordt door de land- eh
Watergezigten, welke zieh uitstrekken over het geheele Land van Flakkee
ot aan Goedereede, naar Hellevoetsluis, en, aan den anderen kant
naar de Willemstad.
De Herv., die hier 750 in getal zijn, maken de gem. van Korendijk uit.
iie 3 K. K., welke men er aantreft, worden tot de stat. van Oud-
"eijerland gerekend.
De Isr., van welke men er ongeveer 20 telt , behooren tot de rimr-
synagoge van Heenvliet.
Men heeft in de gem. G o e d sw a a r d eene school.
Deze gem. is eene heerl., welke den 11 Augustus 1731, door de
DE» "n I an Holland en West-Friesland, verkocht is aan Mr. Johan v a n
BEwi" e1” ' Durgemeester van Schiedam. Later is zij bezeten door Lo-
v*» n LE!!,- Thans is “J een eigendom van den Heer L o d e w i jk
Tt i v an G o e d sw a a r d , die. er ook woont.
G o e d sw a a r d , gezegd de K o r e n d i j k , ligt 6 i u. W. Z, W.
betimm 2 i F Z‘ W- Tan Gud-Beijerland. Het is zeer net
boom™ en bestraat. Er is eene fraaije kaai, met ijpen-en linden-
»n het beP]ant- 0ok beeft men er eene baven , die tot
S . . . ' ° P U1 «iltloopt, en waarop een binnenstroom, van ouds • het
van ee 6 8e en 1 en door welken het polderwater zieh zonder behulp
oen watermolen, met eene sluis ontlast, en daar zijnen uit