382 FO X .
Kolham, grenzende aan de, tot Hoogezand behoorende b. de Hoek of
St. Maartenshoek en het na te noemen Foxhol; met 16 h. en 100 inw.
Hier werd de eerste branderij van mout- en brandewijn uit aard-
appelen in de prov. Groningen opgerigt, welke e r -nog in wezen is.
FOXHOL of F okshol , geh. in het Gooregt 7 prov. Groningen , arr. en
u. 0. Z. 0. van Groningen, kant., gem. en | u. W. van Hoogezand,
•jU.N. van Kropswolde, waartoe bet behoort, grenzende aan Fcxham.
Men telt er 48 h. en 340 inw. en hecft er eene afzonderlijke school,
welke gcmiddeld door een getal van 80 leerlingen bezocht wordt. Ook
wordt er een wmdzaagmolen , alsmede eene fabrijk van sago-flora en
verwstoffen, gevonden.
Door dit geh. loopt eene vaart uit het Foxholstermeer , welke vaart
zieh bij het Foxhamster tolhek met het Winschoater of Schnitendiep
vereenigt, en längs welke over het mecr de Scheepvaart van Groningen
ging, toen het diep tusschen Foxham en de Waterhuizen nog
niet gegraven was.
Sommigcn leiden den naam van dit geh. af van een gevecht, het-
welk hier in 1499, tusschen de Groningers en den dapperen Saksi-
schen bevelhebber, den Ridder Nittekt F ox, voorviel, en waarin deze
laatsle sneuvelde ; doch aangezien dit geh., in eenen brief van 1460,
reeds Yossehol genoemd wordt, blijkt daaruit ten duidelijkste het ver-
keerde van dit gevoelen.
In het jaar 1460 verkregen het klooster Essen en de Groninger Bur-
gemeester W illem Hiddinghe, benevens zijne znster, de vrije uitvaart
door eene van hen gegravene sloot uit Vossehol , welke sloot naar den
B o rg liep, en mede längs eene andere sloot, denkelijk de Muldersloot,
liggende buiten den weg te Kolham en zieh uitstrekkende tot aan de Ee.
In het jaar 1612 liet de stad Groningen hier eene veengrupping
van 14 v. wijdte graven.
EOXHOLSTERMEER of F oksholstermeer , meer in h e t Gooregt,
prov. Groningen, gem. Kropswolde, W. van Foxhol.
Dit meer is een eigendom der stad Groningen , die [er het regt van
visscherij jaarlijks van verhuurt.
FOXWOLDE, geh. in het dingspil H oordenveld, prov. Hrenthe,
arr., kant. en 4J u. N. N. W. van Assen, gem. en u. N. van
Roden-; met 21 h. en 130 inw.
FOYNGA of F einga , voorm. landh., prov. Friesland; kw. Oostergoo f
griet. Kollumerland-en-Nieuw-Kruislandj arr. Leeuwarden. kant. Doc-
hum, 1 u. N. 0. van Kollum 7 waartoe het hehoorde.
FRAAM of Fraem , voorm. b u rg in Hunsingo , prov. Groningen , a rr.
en 3 u. W. v an Apivgedam, k ant. en 1J u. 0. N. 0. van Onder-
dendam, gem. en \ u 0. van Middelbwd, 8 min. N. van h e t d.
Huizinge, waartoe hij behoorde. ftnvu
Zij heeft aan de Catebs en , in 1620 , aan W illem Coenders van Helfen,
Gouverneur van Lieroord, toebeboord, en is omtrent honderd jaren
geleden, en wel omtrent het jaar 1738, gesloopt. Op de kaart der Heeren
Coendebs van Helpen , uitgekomcn tusschen 1678 en 1691 , staat nog
eene teekening van dien burg, met het wapen van Coenders. Ter
plaatse waar zij gestaan heeft, ziet men thans eenige boerenwoningen,
welke een geh. vormen, mede de F baam geheeten.
FRA AM-T1L of F baem - t i l , zeer kekende brug in Hunsingo, prov.
Groningen y Z. van Middelstum, over het riviertje of diep, dat van
Fraaxn loopt naar den Delleweg, onder dezen met eene pomp heen-
loopt en zieh bij Fhaam-til in het vaarwater naar Middelstum uitstort.
FR A . 385
FRAANAKKER, b., prov. Friesland, kw. JFeslergoo, in latere tij-
den aan de jtad Franeker getrokken. Zie F baneker.
FRAEILEMA, voorm. burg in Fivelgo, prov. Groningen. Zie F kaeywma.
FRAEYLEMABORG of F bailenbdbg , burg in Fivelgo, prov. Groningen,
arr. en 5 u. 0. van Groningen, kant. en I t u. N. ten 0. van Hoogezand,
gem. en J u. N. 0. van Slochteren, ten 0. van den rijweg gelegen.
ln de dertiende ceuw moet reeds een sterk kasteel gestaan hebben,
waar nu F raetlemabübg gevonden wordt. De eerste, die men als be-
zitters daarvan vermeld vindt, waren de F baeylema’s , uit welk geslacht
he t, door het huwelijk. van Hillebranda F raetleba met Jonkheer S eino
Rengrkrs , in het geslacht van R enghebs (thans Renuers) kwarn ; waar-
uit h e t, in het jaar 1691 , overging aan Henrik F iccabdt , Raad en
Syndicus van de Ommelanden, die met Jonkvrouw Anna Elizabeth
Rengbers gehuwd was. In 1781 kwam het deerlijk vervallen huis,
met de daarbij behoorende , gedeeltelijk omgehouwen bosschen, door
aankoop, in handen van den Heer Mr. Hendbik de Sandra Vbldtman,
die alles weder in' behoorlijken stand bragt, en van wien het vererfde
aan diens eenig overgebleven kind , Hermanna L ouise Christina , die in
het jaar 1810 gehuwd is met Jonkheer J ohan Hora Sigcama. Deze over-
leden zijnde, is zijne weduwe,. in het jaar 1 8 5 1 , hertrouwd met Jonkheer
W iabda Hob a Siccama, die het thans nog bezit (1).
Het bij Fraeylemabobg behoorende bosch, tuinen en boomgaarden ,
bevat eene uitgestrektheid van ongcveer 31 bund.
Het wapen dezer burg is een schild met drie golvende baren van
groen en zilver, afwisselende geplaatst tusschen drie roode dwarsbal-
ken en eenen zwarten zeedraak over alles heen geplaatst.
FRAEYLUMA of F baeilema , voorm. burg in Fivelgo , prov. Groningen
, bij Losdorp waartoe zij behoorde. Op de kaart der Heeren Coenders
van Helfen staat nog eene teekening van dezen burg met het wapen
van diens itoenmaligen bezitters.
FRAILENMRG, voorm. burg in Fivelgo, prov. Groningen. Zie
F raeylemabobg. .
FRANCIES-POLDER (ST.), pold. in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland.
Zie F rancis-polder (S t.).
FRANCISKANER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Amsterdam, op
de Oudezijds-Achterburgwal. Zie Minderbroeders-klooster.
FRANCISKANER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Amsterdam, in de
Oude-Hoogstraat. Zie P auliannen-klooster.
FRANCISKANER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Appingedam, prov.
Groningen.
Het was een mannenklooster, dat in 1328 gesticht, doch na dc
Hervorming geheel gesloopt is (2).
FRANCISKANER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Delft. Zie Minder
BROEDERS-KLOOSTER.
FRANCISKANER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Deventer, in Zal-
land, prov. Overijssel. Zie Minderbroeders-klooster.
(1) Zie de Groninger Votks-Almanak voor 1840 , waarin de Heer Mr. T. P. T r e s l in g lieeft
gegeven eene beknopte geschiedenis en beschrijving van F raeylemaborg , met twee p la a tje s ,
het eene van den staat des burgs voor 1781 , en het tweede van den tegenwoordigen staat ,
met eene teekening van een wapen , hetgeen de Schrijver opgeeft voor dat der heerlijkheid van Sloch-
teren , maar vermoed wordt dat van het geslacht F raeylajua te «yn. Ook vindt men van F r a ey lemaborg
eene afbeelding en beschrijving in Mr. C. P. E Robide v a n d e r Aa , Ond Nederland
in de u it vroegere dagen, overgebleven bürgen en kasteelen geschetsi en afgebeeld.
(2) Zie Matthaeus, A n a l e c t a IV , pag. 822.
IV. Deel. 25