B o ra k , tusschen Hüningen en liet Looshei-
menvald. . . . . . . . . . . . 1937 Pr. v. (608,02 eil.)
Dorp Elsenborn aan den hoogstliggenden
ingang. . . . . . . . . . . .1 9 1 0 » (599,54 eil.)
H ochsimmer bij Mayen................................... 1887 » (1592,32eil.)
Hoogte bij D ocksche id 1865 » (584,79eil.)
Hoogte bij L ic h te n b o rn 1850 » (580,71 eil,)
G oldberg bij Ormond. 1840 » (577,57 eil.)
Gänsehals bij Bell .1828 » (575,85 eil.)
Dorp L o o s h e im . 1825 » (572,91 eil.)
M a ssb u rg e r-K u h stie fe l (kreits Cochem.) 1809 » (567,84ell.)
K a lte rh e rb e rg , aan het einde des dorps. 1766 » (554,54ell.)
B ü llin g e n , dorp in de kreits Malmedy. . 1757 » (525,21 eil.)
Pruim. ( P r ü m . ) ............................... . 1349 » (425,45ell.)
Bidburg , laatstehuis naar de zijde van Pruim, 1080 » (559,01 eil.)
Schönecken 1070 » ' (555,87 eil.)
Marktplaats te A k e n . 806 » (158,85 eil.)
Gulick , brug over de Roer. . . . . . 205 » ( 64,55 eil.)
Ten tijde van het Oostenrijksch bestuur over het hertogdom Luxemburg
, behoorde tot dat gewest op d en E if e l : de stad en het proostdij
B id b u rg ; de heerl. B e ttin g e n , ß ik k e n d o rff, B ru c k , Dudeld
o rff, Hamm, L ie ssen s-en -W o lfsfelt , Malberg, M h e rtfe lt-
-en -B it ten leid , O b e r-K ay l, O b e r-W e iler, R i t t e n d o r f f ,
S c h a r fb illic h , S in s f e lt,. Densborn en T rim p o rte n ; de stad
St. Veith; de heerl. St. V e ith ; het Hof van Thommen; het land
en de heerl. D a sb u rg ; de heerl. N eu erb u rg en F a lc k e n s te in ;
benevens gedeelten van de heerl. R eu lan d en O u ren ; het graafs.
V ia n d e n ; het balj. van E c h te rn a ch ; de heerl. R o sp o rt en
I g e l ; waarbij nog kwamen de graafs. S c h l e i d e n , M a n d e r scheid
en Cronenburg. Thans behooren alle deze landstreken
aan het koningrijk Pruissen, en worden tot de prov. Rijnland ,
regeringsdistrikten Aken en Trier gerekend , met uitzondering van eene
kleine streek lands, uitgemaakt hebbende een deel van het graafs. Vi-
anden , beoosten de Our, waarin dat gedeelte der st. Yianden , hetwelk
den naam van Neustadt draagt, en de groote hoeve Scheuerhoff zijn
gelegen , welk gedeelte tot het grooth. Luxemburg behoort.
EIFLIA , Lat. naam van de landstreek d e E i f e l . Zie het voor-
gaande art.
EIGELSHOVEN, d . in het hert. Gulick, prov. Limburg. Zie E y g e l sh o v e n .
EIGEN (POLDER-VAN-DER-),. oudtijds ook het H em a al- v a n - d e r -
E ig en genoemd, pold. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Maasland,
prov. Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch, gedeeltelijk kant.
’s Hertogenbosch, ten deele gem. ’s Hertogenbosch, ten deele gem.
Rosmalen, gedeeltelyk kant. Oss, gem. Nuland; palende N. aan den
Polder van Empel-en-Meerwijk , het Laag-Hemaal en het Hoog-Hemaal,
O. aan het Hoog-Hemaal, Z. aan den Binnenpolder-van-Nielaud-en-Ros-
malen, W. aan den polder het Ertveld en aan de Dieze.
Deze pold., beslaat eene oppervlakte van 2821 bund. 14 v. r. 55
v. ell.; wordt door drie sluizen op de Dieze, van het overtollige water
ontlast , en bezit bovendien eenen watermolen aan de Dieze staande.
Het laagste land ligt omtrent 1 el 8 palm, boven A. P. Het polderbe-
stuur bestaat uit eenen Opperdijkgraaf, drie Binncn-Heeraraden , vier
Buiten-Heemraden , eenen Dijkschrijver, vijf Geerfden en eenen Pen-
ningmeester.
Het dijkcollegie van dezen polder is het oudste van de vier polders, die
in Maasland worden gevonden , zijnde de heemfaadskaart of octrooi van
bedijking, reeds uitgegeven door Jan I I , Hertog van Braband, op den
vijfden dag na Maria Hemelvaart, d. i. op den 20 Angustus 1209.
De omstandigheden des tijds, hebbeu in Maart 1859 aanleiding gege-
ven tot het inunderen van dezen polder , eh de inundatie heeft tot op de
helft der maand April stand gehouden, op welk tijdstip , de sluizen
in de Dieze- en Maasdijken weder ter vrije ¿eschikking van de polderbe-
stüren werden gesteld.
EIGENRUST, kostg. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname, aaft
den Beneden-Saramacca, ter regterzijde in het afvaren; palende boven-
waarts aan den Mond der Wanicakreek , benedenwaarts aan den verl.
kostg. Bij-Geval; 500 akk. groot.
ETJERHUIS, pachthoeve op het voorm. eil. Eijerland, prov. Noord-
Holland.. Zie E i j e r l a n d s i i i i is .
EIJERLAND , voorm. eil., prov. Noord-Holland, arr. Alkmaar,
kant. Helder, gem. Texel.
'Het maakt inet Texel, waaraan het thansgchecht is, hetgrootste der ke-
ten eilanden uit, welke zieh van den noordelijken hoek van Holland
tot naar den mond der Elve uitstrekken, en de overblijfsels vormen van
den doorgaanden duinzoom, die in vroegere tijden ook aan onze noord-
kust de binnenlanden gedekt heeft. Het werd Eijerland geheeten,
naar de menigte eijeren, vooral van zeemeeiiwen , welke hier jaar-
lijks, vöor dat de hier na te melden indijking plaats had, gevonden
werden. V roeger bestond het E ije r l a n d uit de van ouds bekende Duin-
kom , gevormd door diluvische of oorspronkelijke gronden (waarop het
geheel op zichzelf staande E ije rla n d sh u is gevonden wordt) en het
tusschen dit E ije r l a n d en Texel gelegene B u ite n v e ld , zijnde een
aangespoelde grond. Dit B u ite n v e ld was zamengesteld uit begroesde
kweldergronden en onbegroesde zandvlakten , uit welke laatsten zieh oost-
waarts eene menigte natuurlijke kreken (hier ook zwennen en slufters
genaamd) onlastedeu, waarvan de R o g g e slo o t, de noordelijkste, en
de Hoogezands-kil, de zuidelijkste, de voornaamste waren.
Tot vöor ruim twee eeuwen spoelde het water uit de Noordzee, bij
spring- .en, stormvloeden, over deze door de zee verhoogde tusschen-
vlakte, naar den boezem van de Zuiderzee ; doch in de jaren 1629
en 1650 werd O od- E i j e e l a n d , door het leggen van eenen zanddijk
over gemelde vlakte, met Texel vereenigd; welke dam , nog onder den
naam van Z an d d ijk bekend, zieh thans als eene keten duinen voor-
doet, die, 18 a 2 0 , enkele 25 eilen hoog, in eene regte lijn voortloo-
pen , van Maikeduin (N. van de Koogerduinen) tot voorbij Zanddijks-
huis, aan Oosterduin, eene lengte van ongeveer 4700 eilen. Hoe hoog
men oorspronkelijk den zanddijk gemaakt mag hebben , is ons niet
bekend; doch zijne tegenwoordige hoogte heeft hij door natuurlijke
opstuiving en kunstmatige helmbeplanting bekomen, hetwelk nog jaar-
lijks, van wege de provincie, met zorg wordt onderhouden.
Door het leggen van dezen zanddijk is hier veel buitenland aange-
wonnen , waarop Gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier, in
den jare 1649, een groot boerenhuis hebben laten bouwen, dat sedert
dien tijd met het gemelde buitenland, afzonderlijk van het E i j e r l a n d
verhuurd was , en waarop veel vee geweid werd. Op dit gewezen eiland
tierde vele konijnen en gevogelte. Een Kastelein hield er zijn verblijf
in eene ruime woning; doch behalve deze stonden er nog maar twoe
boerenwoningen of schaapskooijen. Nevens het huis van den Kastelein
IV Deel. 7