H e t d . G i e t h o o r n , in oud e s c h ritte n o n d e r d en n a am v a n ifo m tft ,
G e e t h o o r n , G y t h o r n en G k . t h o r n voorkomende en in d e w an d e l.n g meestal
G i e t e r e n g e n a am d , lig t 6 u . N . van Zw o lle , A | n . Z . W . T . W . v an
S te eqw ijk . Men t e l t e r , in de kom v an h e t d ., d a t m tw e e ry e n ge-
b ouwd is , en in welks m id d e n p u n t een wm d k o renm o len en d e Herv.
k e rk gevonden w o rd e n , 3 1 7 h . en ongeveer 1 4 0 0 in w.
Men wil de naam so o rsp ro n g afleiden v an de m em g te wilde geiten-
h o ren s , welke in vro eg e re eeuwen , en wel v o o rn am e lijk n a den g e d
a c h te n zeevloed v a n 1 1 7 0 , in de bosschen en veen en zoiiden gevonden
zijn h e tg e en o v e re en s tem t m e t een g if tb n e f van K om n g O t t o den
Grölten, Ln B alder. c , d en v ijftien d en Bisschop v a n U t r e c h t , afgegeven
in h e t ja a r 9 3 6 , lu id e n d e a ld u s : » W ij v e rb ie d e n , d a t jem a n d onzer
» G r a v e n , o f wie h e t ook zijn m ö g e , zieh v e r s ta u tem .. >n de ^ W c r-
„ nissen o f bosschen , gelegen in de g ra a fsch ap v a n Gra a f^E verhardt
. b n ite n to e s tem m in g v an d en U tre c h ts c h e n Kerkvoogd te j a g e n , op
» h e r te n b e e r e n , wilde geiten, wilde zwijnen en d a a ren b o v en op die
>, d ie r e n ’ welke in de D u itsc h sch e elo’s o f s c h e lo s genoemd worden.
De k e rk v an G i e t h o o r n was voor de H e rv . a a n d en H . M a r t i n o s toe-
a ewiid welke ook als P a tro o n v an de geheele s lre e k we rd geeerbie-
d ig d De b eg ev in g d e r P rie s te rlijk e b ed ien in g g escb.edde door eigene
k e rkm e e s te rs e n g eL e e n te , d ie ook h e t r e g t h a d d e n de b e d ie n a a r s d e r
v ic a rijen t e beno emen . — De tegenwoord.ge k e rk is e c h te r ee rst
1 6 4 3 t e r v e rv an g in g d e r R . K.. k a p e l, g e s tic h t. H e t is een sierlijk
gebou’w m e t een org e l , en v ro eg e r m e t g e s childerde g la s ram en thans
n o g m e t h e t wapen van G i e t h o o r n v e rsie rd . Men h e e ft e r geen to ren ,
m a a r een k lo k k en b u is bij de k e rk . _ De Doopsgez. k e rk e n zyn b id
n e tte gebouwen. - De tw e e scholen m h e t d . G i e t h o o r n , z ijnde beide
d o rpscholen h eb b en 1 9 0 le e rlin g e n . _ i _
In h e t ia a r 1 2 0 0 h e e rsc h te h ie r in deze s tre k e n , te n gevolge van
m is g ew a s j e en zoodanige h o n g e rsn o o d , d a t h e t g r o o ts te g e d e r f te va"
m en sch en en vee v an h o n g e r omkwamen In dien ^
h e t k a s te e l v an V o llenhove een k a s te le in , d ie W o l t e r S n e l l b e e tte ,
e en b ro ed e r. des Domheers v a n U t r e c h t , die God l i e lh a d en veel aan den
a rm e n g a f , en z ijn e vrouw was nog godsdien stig e r en m ed e lijd en d e r,
w a a rv an men z e g t , d a t zij zieh o p z e k e r e t i j d c n h e .m e b j k g e e ^ e l d™
te r e e r eG o d s . Deze vrouw v e rn om en h eb b en d e , d a t zieh in de n a j
v a n V o llenhove eene v e rz am e lin g v an vo lk o p h ie ld , v an welke men met
I Z w a a r zij v an d a an k wa m , en k ru is e n v oor en a c h te r drpegen
z ieh ’op z ekere tijd e n geesseiden , en a l geesseiende zongen :
Wondel la e tu J u d e n ! b r a g t door h a re v o o rsp ra ak b j d; n K ^ t l e m y^
w e e g , d a t h ij h u n , m e t v e rg u nm n g v an d en Bisschop Johan •
Z v rie k , in de g em e en te G ie tb o rn , eene p la a ts t e r ° n tS '" " ’nS deei
en s c h o n k . De B issch o p , in a a nm e rk .n g n emende h e t ™or .i’
d a t h ie ru it v oor h em zoude v o o rtv lo e ije n , h e e ft in deze S '“ ' ; j fi_
l i g d , o n d e r v o o rw a a rd e , d a t de mwoners a ld a a r eene
iienscliap zonden op zieh n em en , welke h i j h u n ook dadelij p
Hij noemde h en S t. M a rte n s h a r s e r sc h re e f h u n eemge^dienstbare pl g
v o o r ,- welke a lle b e tre k k in g h a d d e n op d en k n d b o uw , verb-ed ^
w iid e r s , d a t de m a n n e n a n d e re h uw e lijk en zouden a a n g a ,
d e d o eb te rs v a n hunne d ie n s tb a re in g e z e te n e n , t e “ eind<; vrlj
b a a rh e id m o g te v o o r td u r e n , a angez ien m t eene v n j e v r on w
m e n s c h g eboren w o rd t. _ H ie rte g e n sc h o n k d en Bisse)hop h e n e m f
v o o r re g le n , o n d e r a n d e r e n , d a t z.j voor d en d ag e l.jk s ch en W Q H ,
zak en h u n n e r b e z ittin g e n , n ie t behoefden te r e g t te s t a a n , terw.J
hij hun eene eigene regthank verleende, welke bestond u it: twaalf
St. M a r t en sm a n n en , acht uit G ie t h o o r n en vier uit Onnen en de West-
wijk. Deze dienstbaarheid van de St. M a a r t en sm a n n en heeft, tot op
het jaar 1624, voortgeduurd, wanneer zij door de Staten des lands
is afgekocht, tegen uitgangen van boter en koren. Ook hebben deze
St. M a a r t en sm a n n en het gebruik van den turf tot hrandstof uitge-
vonden.
In 1303 brandde , ten gevolge van langdurige zomerhitte en droogte ,
de veenen zoo geweldig dat het grootste gedeelte der woningen daardoor
in den asch gelegd zijn.
G i e t h o o r n heeft in verschillende tijden rijkelijk in oorlogsrampen ge-
deeld. Het lag aan de grenzen der Stellingwervers of Stellingwerver-
Friezen, en kon dus niet vrij blijven van de herhaalde invallen, welke
dezen op het gebied der Utrechtsche Bisschoppen deden , al waren deze
invallen, gelijk men meent, ook niets anders dan verdedigingen der
aanvallen op hunne eigendommen en vrijheden. Onder Bisschop G o i d o ,
in het jaar 1311 , belegerden zij het kasteel van Vollenhove en plun-
derde het nabijgelegene G i e t h o o r n . De Bisschop, juist op eene'kerk-
vergadering te Vienne in Frankrijk zijnde, keerde ijlings op deze mare
terug, ontzette het kasteel, en dwong de Stellingwervers , onder andere
voorwaarden van vrede, om ook de schade, die zij aangerigt hadden,
te herstellen. Er is geen twijfel aan , of de plaats zal ook in volgende
twisten veel te lijden gehad hebben , met name, bij de gedurige invallen
van K a r e l , Hertog van Gelre, in het begin der zestiende eeuw,
onder het verzwakte bestuur der Utrechtsche Bisschoppen. Onder de
twee eerste Stadhouders van het ßourgondische huis, S c h e n c k v a n T odt
e n b e r g en M a x im i l i a a n v a n E g m o n d , Graaf van Buren, genoot deze
omtrek diepe rust, onder den derden, J o h a n d e L i g n v , Graaf van
Aremberg, ontslonden de beroerten omtrent de godsdienst, wier ge-
volgen ook hier somtijds zeer drukkend waren, bijzonder gedurende de
belegering van Steenwijk, in het jaar 1380 en 1881. De Veldoverste
N o r r i t s , gekomen om de stad te ontzetten, zond van Zwartsluis eenige
honderd üitgelezen mansehappen naar G i e t h o o r n , daar hij vernomen
had, dat Hopman O t t o v a n S a n t , gewezen Drost van Harderwijk,
met zijn nieuw gemaakt koninklijk vaandel en sommige paarden lag.
Zij verrasten hem, en namen hem gevangen , sloegen zijnen zoon en
anderen dood, en verstrooiden de overigeri. Het dorp werd, huis voor
huis, in den hrand gestoken. Dit gebeurde den 18 December 1380.
Genoemde Veldoverste legerde zieh, in den avond van den 8 Januarij
1381 van Meppel körnende , te G i e t h o o r n , cn bleef aldaar nog eenige
dagen, tot op den 18 dierzelfder maand. Den genoemden dag,
vroeg in den morgenstond, trok het leger, geen twee duizend man
sterk , van G i e t h o o r n naar SLeenwijkerwold , op. Acht dagen later
brandden de ruiters van S c h e n c k , na eenen uitval uit Steenwijk in
wanorde terugtrekkende, hetgeen er van het dorp nog was slaande
gebleven , af, op dat de vijanden daar niet legeren zouden.
In 1881 , in den winter , werden door de Soldaten, die onder S onoy
tuenden , de klokken uit den toren van G ie t h o o r n weggehaald en over het
tjs naar Vollenhove geschoven , waarvan men verhaalt, dat, toen zij
daarmede op het Giethoornsche meer kwamen , het ijs brak en de
klokken aldaar gezonken zijn, welke plaats men nog wit weten aan te
'vijzen.
Het wapen van G ie t h o o r n bestaat uit een schild van goud , beladen
Wet een kruis van zilver, omvat met ijzer, onder het ijzer de kruin