EEKST-ANDEREN-EN DE-Z ANDY OORT, kerk. gem,, prov. D rent he.
Zie E b x t -A n d e r e n - e n - d e -Z a n d v o o r t .
EEKSTE , d. in het Wold-Oldambt, prov. Groningen. Zie E e k s t* .
EEKSTERDIEP , watertje, in het Wold-Oldambt, prov. Groningen,
dat tiisschen Muntendam en Westerlee ontspringt, en rnet eene
noordelijke rigling beoosten de Eeksta loopt, om zieh in het Zijldiep
te onllasten.
EEKSTERVEEN, geh. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe. ■
Zie E e x te r v e e n .
EEKSTERVEENSCHE-COMPAGNIE, geh. in Oostermoerderdingspil,
prov. Brentlie. Zie E e x t e r v e e n s c h e - C o m p a g n ie .
EEKSTERZWAAG (DE-), buurs. in het Wold-Oldambt, prov. Groningen,
arr. en 1 £ u. W. ten N, van Winschoten, kant. en 1J u.
0, van Zuidbroek, gem. en 20 min. N. W. van Scheemda, i u.
N. van de Eeksta, waartoe het behoort.
EESK ESKSWERD , geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Hen-
naarderadeel. Zie E c k sw e r t .
EEKT, watertje ten W. van Appingedam, prov. Groningen. Zie H e e k t.
EEKTERBEEK , ook wel enkel de B e e k genoemd, watertje op
de Feluwe, prov. Gelderland, dat in de Haarbeek, bezuiden Eiburg,
uitloopt. . . . • j
EEKWERDERHOOGTE of E q u e b d e r h o o g t e , aanzienlijke wierde, in
Fivelgo, prov. Groningen, onder en Z. van Wirdum, 41,26 ell. bo-
ven het nulpunt van de spilsluizen te Groningen.
EEKWERDERMAAR of E q b e r d e rm a a r , watertje in Fivelgo, prov.
Groningen, dat N. W. van het geh. Eekwert ontstaat, en , met eene
zuidelijke rigting, bij en ten 0. van het buitengoed Ekenstein in het
Damsterdiep uitloopt.
EEKWERT of E q g e b t , ook E q ü a r t , geh. in Fivelgo, prov. Groningen,
arr. en kant. Appingedam, gedeeltelijk gem. en 5 n. N.. W.
van Appingedam, onder en J u. W. van het d. Tjamsweer, gedeeltelijk
gem. en $ u. 0. ten Z. van Loppersum, onder en 5 mm. Z.
0 . van het d. Wirdum; met 10 h. en ruim 60 inw., van welke I h.
en ruim 20 inw., tot de gem. Appingedam, en 8 h. en 40 mw. tot
Ae gem. Loppersum behooren. ..
Tot dit geh. behoort het h. Bo lh u is, alwaar de Kronjkschrijver
A b e l E p p e n s , geboren is (1 ).
EEL, geh. in Zalland, prov. Overijssel. Zie E e l e r .
EELDE, gem. in het dingspil Noordenveld, prov. Drenthe, arr. en
kant. Assen ( 4 k. d., Im k., 2 s .d .); palende N. aan de Gronmger
gem. Hoogkerk , 0. aan de Groninger gem. Haren , Z. aan de gem.
Vries, W. aan de gem. Peize en Roden.
Deze gem. bevat het d. E e ld e , benevens de geh. E e ld e r w o ld e ,
O o ste rb ro ek en P a te rs wolde, a l s m e d e de havez. Lenferdingeni,
Oosterbroek en V e n n e b ro e k ; terwijl hier vroeger nog de havez.
T e r-B o rg h gestaan heeft. De gem. E e ld e telt 214 h., bewoond door
290 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 1400 inw., die
meest hun bestaan ■vinden in den landbouw. Men beeft er ook eenige
läge veenlanden , welke met ruw en biesachtig gras , gagel enz. bezet
zijn , en na uitgraving waterplassen opleveren , of uit eenen zwarten ,
derrieachtigen, smerigen grond bestaan, welke in den natuurlijken
(1) Zie oyer dezeo nader het art, Bolhuis , in one Sde d e e l, hl. W
staat voor brandstof geschikt is, doch bij goede behandeling ook zeer
bruikbaar is voor graslanden en voor houtgewas. Op het laatst der
vorige eeuw werd in deze gem. ook veel hop verbouwd; doch dit is
fegenwoordig het geval niet meer.
De Herv., die hier ongevecr 1400 in getal zijn, maken eene gem.
uit, welke tot de klass. en ring van Assen, behoort. De eerste, die
hier het leeraarambt heeft waargenomen , is geweest, B e r n a r d u s Ham-
mohios , welke in het jaar 1602 herwaarts kwam , doch nog in dat
zelfde jaar opgevolgd is door Jo h ah x e s d e B ru in e , die in het jaar 1611
naar Oosterwolde c. a. in Friesland vertrokken is. Het beroep is eene
coll. van het voorm. h. te Bonne , waarvan de regten in zoo verre
op de havez. Oosterbroek , thans toebehoorende aan den bewoner Mr.
W ia r d u s H o r a S ic c am a , zijn overgegaan (1).
De 15 R. K., die men hier aantreft, worden tot de stat. van Assen
gerekend.
De Israeliten , van welke men er 15 telt, behooren tot de bijkerk
te Assen.
Men heeft in deze gem. twee scholen, als : eene hoofdschool te Eel d e
en eene vaste bijschool te P a te r sw o ld e , welke gezamcnlijk door
220 leerlingen bezocht worden.
Het d. E e ld e , oudtijds E l e t r a of E l e t h e en E l e d e gespeld, ligt 4 u .
N. van Assen, 2 u. Z. van Groningen, nabij het Hoornsche diep,
waardoor h e t, even als het tot dit d. behoorende geh. Paterswolde ,
gemeenschap met de stad Groningen heeft, werwaarts de , in den om-
trek geteeld wordende, en voor eigen gebruik niet noodige , granen en
vruchten vervoerd worden, terwijl het veel nut trekt van de weekmarkt
dier stad.
Het was in vroegere eeuwen de zetel van den Schultes van Drenthe ,
die daarom ook wel Schultes van Eelde genoemd werd , en destijds
aldaar een kasteel of versterkt huis bewoonde. Thans is het nog een
der fraaiste d. van het dingspil Noordenveld , door onderscheide lust-
huizen omgeven , waarvan de voornaamste zijn : N o o rdw ijk , Nijb
u rg , de B ra a k en de Duinen.
Men telt er in de kom van het d. ongeveer 700 inw.
De kerk, is een oud niet groot gebouw van een torentje en orgel
voorzien.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 100 leerlingen
bezocht.
E e ld e is de geboortepl. van den Godgeleerde M ekso A ltiis g , geb. 9
November 1541, -f 7 October 1612, als Predikant te Emden, na
eerst Hoogleeraar aan de hoogeschool te Heidelberg te zijn geweest;
terwijl hij door Graaf W illem L o d ew ijk v a n N a s s ao , Stadhouder ook
van Drenthe, ten jare 1598, gebruikt werd om de Hervorming in
dat land tot stand te brengen.
In de oude geschiedenis is deze plaats vermaard , ter oorzake van
de binnenlandsche beroerten , lusschen de G ro e n e b e rg en en de G e le k in -
gen of G e lk in g e n , twee adellijke geslachten uit Groningen, die een tijd
lang met groote verbittering tegen elkander vervuld waren. Dewijl
de Schultes van Eelde , bezitter van h e t, nabij dit dorp gelegen , slot,
volgens eenigen Luefoge genoemd , de partij der G e lk in g e n was toe-
gedaan, hebben de G ro e n e b e r g e n , in het jaar 1256, anderen noemen
(1) Zie J . s. Mag mm , de voormahge kloosUrs in Drenthe bl, 218.