EETHFN-EN-DRONGELEN, kerk. gem., prov. Noord-Brahand ,
klass. en ring van Heusden.
Men hr ft in deze gem. twee kerkcn , als: eene te Ekthen en 6 ¿ne
te Dkon' ¿een , en telt er 480 zielen.
Het Leroep van den Predikant geschiedt door den kerkteraad, onder
agreatie van den Ambachtsheer van Bethen.
EEUSSUM, bürgt in Hunsingo , prov. Groningen. Zie Ewsiim.
EEWER (DE), d e E w e r , den E e w i e r of den E w i e r , geh. in Hun-
singo, prov. Groningen, arr. en 7 u. W. van Appingedam, kant. en
3 uj W. van Onderdendam, gem. en £ u. Z. ten W. van Leens,
£ u. Z. W. van Zmirdijk, waartoe het behoort.
Het is een vrij hooge en uitgebreide wierde , nabij den provinciale zee-
dijk, met 3 fraaije boerderijen en een zestal daglooncrs woningen, met
60 inw., die alle van den landbouw leven.
EE WERDER-TOGT, E w e h d e r - to g t , E w i e r d e r - to g t of E e w i e r d e r - t ö g t ,
watertje in Hunsingo, prov. Groningen, gem. Leens, dat in eene
westelijke rigting van Eewer naar de vlakke Rijt loopt, en zieh bij
Leenstcrklap in het Houwerzijlstermaar ontlast.
Vroeger heeft dit stroompje misschien de Ee geheeten , waarna de
■wierde ten Z. van dit water gelegen, Eewierd, bij versnelde uitspraak
Ewer, genaamd werd.
EEWIER (DEN), geh. in Hunsingo, prov. Groningen. Zie E ew e r (De-).
EEWIERDER-TOGT , watertje in Hunsingo, prov. Groningen. Zie
E e w f . r d e r - tg g t .
EEWIJK, d. in het Rijk van Nijmegen, prov. Gelderland. Zie
EwiJk.
EEXT of E e k s t , welvarend d. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe,
arr., kant. en 2£ u. 0. ten N. van Assen, gem. en J Z. 0.
van Anloo.
Men telt er 73 h. en 480 inw., die mecst hun bestaan vinden in
den landbouw en veeteelt. Ook heeft men er eenen korenmolen.
In dit d., hetwelk vroeger slechts een geh. was, dat kerkelijk onder
Anloo hehoorde, is in het jaar 1841 eene kerk en pastorie gcbouwd,
voor de toen opgerigte gern. van Eext-Anderen-en-de-Zandvoort, die den
8 September van dat jaar is ingewijd. •
Er is in dit d. eene school, welke door een getal van 70 leerlingen
bezocht wordt.
In en bij dit d. vond men vroeger veel zwaar eikenhout, terwijl de
huizen toen nog minder welvaart vertoonden dan thans. Het was dit
oord, hetwelk bijzonderlijk aan de schilders de gelegenheid aanbood,
om schetsen naar de natnur te maken.
In het jaar 1786 werd in de nabijheid van dit d., door eenige land-
lieden , die naar steenen zöchten, een opgeworpen heuveltje^ ontdekt,
niet ver van de plaats, waar destijds de korenmolen stond , die in 1833
is afgebrand , doch in welks plaats men eenige minuten oostelijker naar
den kant van Gieten eenen anderen heeft opgeboüwd. Binnen in dit
heuveltje vond men eenen grafkelder, uit acht groote veldflinten zamen-
gesteld, een in het Oosten , ¿en in het Westen en drie aan elke zijde.
Deze steenen waren aan den binnenkant zeer vlak, en besloten eene mimte
van twaalf voeten in de lengte, van het Oosten naar het Westen, van
zeven voeten in de breedte en vijf voeten in de diepte. De ingang, welke
in het Zuiden en twee voeten breed was, ging met twee trappen ne-
derwaarts, welke van kleinere keijen gemaakt was. Uit deze bestondook
de dubbele vloer, tusschen welke men verscheidene urnen met verbrande
beenderen, waarvan sommigen nog kenbaar waren en met aschgevuld,
heeft gevenden , gelijk ook eenige steenen beitels, iets meer dan een duim
breed en twee duimen lang, uitgezonderd een, die wel drie vierendeelen van
een voet lang was. Eenigen dezer beitels geleken naar de gemeene vuur-
stcenen , anderen naar het Duitsch agaat. Sommigen waren scherp ge-
slepen en overigens geheel ruw, andere daarentegen geheel glad. —
Niet zeer ver van dezen grafkelder is ook een van de grootste en gere-
geldste hunuebedden, bestaande uit zeven zware deksteenen , die op twee
en dertig andere rüsten, en met elkander eene plaats van acht en zestig
voeten beslaan. De middelste bovensteenen zijn dertien voeten lang ,
negen breed en vijf voeten dik; van onderen zijn zij platachlig. De
strekking is van het Oosten naar het Westen.
EEXT-ANDEREN-EN-DE-ZANDVOORT, kerk. gem., prov. Drenthe,
klass. en ring van Assen.
Deze gem., welke, ingevolge koninklijk besluit van 16 October 1840,
is öpgerigt, telt ruim 600 zielen, die vroeger tot de gem. Anloo, be-
hoorden. De eerste, welke in deza gem. bet leeraarambt heeft waar-
genomen, is geweest J a c o b d s G o e d d a rd d s B o rg e s id s Hemmes , die den
20 Februarij 1842 aldaar bevestigd is. Het beroep is eene koninklijke
collatie.
EEXTA, d. in het Wold-Oldambt, prov. Groningen. Zie E e k s t a ,
EEXTA (BOVEN-), aangename lommerrijke streek in het Wold-
Oldambt, prov. Groningen. Zie E e k s t a (B o v en -).
EEXTE , d. in het Wold-Oldambt, prov. Groningen. Zie E e k s t a .
EEXTE (BOYEN-), aangename, lommerrijke streek in het Wold-
Oldambt, prov. Groningen. Zie E e k s t a (B o v e n -).';■>
EEXTER-DIEP, watertje in het Wold-Oldambt, prov. Groningen.
Ziei E e k s t e r - d i e p .
EEXTERYEEN of E e k s t e r v e e n , geh. in Oostermoerderdingspil, prov.
Drenthe, arr., kant. en 3|- u. O. N. O. van Assen, gem. en 1 § u.
0. ten N. van Anloo; met 28 h. en ongeveer 180 inw.
De hier, in 1837 nieuw gebouwde , school wordt gemiddeld door een
getal van 28 leerlingen bezocht.
EEXTERYEEN SC HE-COMPAGNIE of Ei:ksterv ei:nscnf>Co.nr agnie , geb.
in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe, arr., kant. en 4 u. 0. tenN.
van Assen, gem. en 1 | ü.- 0. van Anloo; met 8 h. en 80 inw.
Dit geh. heeft, gezamenlijk met het nahurige d. Annerveensche
Compagnie, eene vaste bijschool, welke gemiddeld door 63 leerlingen
bezocht wordt.
EEZE, adell. h. in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland. Zie E r z e .
EEZE , geh. in Vollenhove, prov. Overijssel. Zie E e s v e e » .
EEZE (DE-), havez. in Vollenliove, prov. Overijssel. Zie E e s e (De-).
EEZINGE , d. in het fFesterkwartier, prov. Groningen. Zie E z in g e .
i EFDEN, buurs. in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland. Zie
E e f d e .
EEFEN , geh. in de bar, van Breda, prov. Noord-Braband, arr.
kant. en 1 u. Z. W. van Breda, gem. en £ u. Z. W. van ’s Prin-
senhage; met 32 h. en 200 inw. Ook heeft men er eenen korenmolen.
EFFELING, naam , onder welken het geh. E s te e in g , in de Mei-
jerij van ’s Herlogenbosch, kw. Oisterwijk, wel eens voorkomt. Zie
E s te e in g .
EG , H eg of Heg g e , voorm. watertje , in het balj. der Egmonden ,
prov. Noord-Holland, dat naar men wil voorheen bij En-mond in de
Noordzee vloeide, doch nu verdroogd en geheel verdwenen is.