GEUNTERP, naam onder welken hct d. GeeontEe p , prov. Friesland,
kw. Westergoo, griet. W onseradeel, algemeen bekend is. Zic
Gbeonterp.
GEUSINGE , ook eene enkele keer voorkomende als Goesinge , kluft
of gedeelte, en wel het westelijke gedeelte van het d. Ruinen, in
Dieverderdingspil, prov. Drentke, arr. en 7 u. Z. W. van rissen,
adm. en judic. kant. en 2 | u. N. W. van Hoogeveen; met 7 b. en
40 inw. Vroeger behoorde b e t, met bet gebeele d. Ruinen en bet
oostelijk gedeelte van Ruinerwold, tot de heerl. Ruinen , alwaar de
havez. de O lden-Hof of het Huis - 1 e-Ru i nen gevonden wordt.
De bedoelde heerl. had vroeger niet alleen hare afzonderlijke jurisdic-
tie , maar zelfs een eigen landregt, nog bekend onder den naam van
het landregt van Buddinge en Haakswold.
GEUSSELT of Gbsseet, buit. in bet Land van Falkenburg, prov.
Limburg, arr. en \ u. N. van Maastricht, kant., gem. en I 5 u. Z.
W. van Meerssen.
Deze buit., wordt thans in eigendom bezeten en bewöond door den
Heer H. Cramer.
GEUSSELTERBROEK. of Gbsseeterbroek , vlak te in h e t Land van
Falkenburg, prov. Limburg, 5 u. N. van Maastricht.
GETJT (DE), water in Zalland, prov. Overijssel. Zie Goot.
GEUT (DE), beek in het Land van Falkenburg, prov. Limburg.
Zie Casjee.
GEUTE (DE-OUDE-), riviertje in het JFold-Oldambt, prov. Groningen,
Z. 0. van Scheemderhamrik uit het Zijldiep voortkomende,
en met eene noordoostelijke rigting naar de Oude Zwaagzijl loopende,
van waar zij eene meer oostelijke rigting ncemt, naar de , in 1769
gelegde, nu Oude Nieuwezijl loopt, en van daar naar de Finsterwol-
derzijl, in 1819 gelegd, waar liet water zieh thans in den Dollart
ontlast.
Het dient tot uitwateringskanaal van de Finsterwolder-, Oostwolder-
en Midwolder-polders. Ook ontlasten de Beertha en Bellmgewolde,
door hunne eigene, naast elkander liggende , sluizen , hun water bui-
tendijks in de Obde-Gebte. Door de sterke aanslijking is deze uitwate-
ring thans zoo goed niet als voor eenige jaren ; inzonderheid heeft de
storm van September 1833 aldaar, vooral in de mcede van Belling'
wolde , veel kwaad gedaan.
GEUW (DE), onderscheidene waters, prov. Friesland. Zie Geebw (Di).
GEUWE (DE), meertje , prov. Friesland, kw. Westergoa , griet.
Wymbritseradeel. Zie Geebw (De).
GEUZENBRIL, voorm. fort in het Noordoostelijk gedeelte van Hul-
ster-rimbacht, prov. Zeeland. Zie Anna (St.).
GEUZENBUURT, gewoonlijk alleen d e Bebet genaamd i geh. in
Drechterland , prov. Noord-Holland, arr. en 3 ut N. A. 0. van
Hoorn, kant. en 1 u. N. W. van Enkhuizen, gem. rindijk, nage-
noeg in het midden der gem. gelegen.
GEUZENDIJK, , dijk in Staats-Flaanderen, prov. Zeeland, distr.
Sluis, gem. en watering. van Groede , loopende van den IJven-
Barendijk, naar den weg van Groede op Nieuwvliet; die in oude tij-
den ook eenen binnendijk schijnt geweest te zijn. Deze dijk s c h e id t
den Ista-polder van Molenwal (zie kaart van Mogge) , en maakt de
oostelijke grens van eerstgenoemden polder uit. De tijd en gelegen-
heid, dat hij gelegd zoude zijn, is even, onbekend, als de* oorsprong
van .den naam.
GEUZENGRACHTEN , onder dezen naarn zijn bij de Iandiieden te
Cromvoirt, in de Meijerij van ’s Hertogenhosch, kw. Oistermiik, prov
Noord-Braband, bekend, en in de beide yan Vught en het veld van
dit dorp nog zigthaar, de grachlen , die gedurende het beleg van
’s Hertogenbasch, in 1629, door Prins F e ed e r * H e n d r ik , gediend
hebben, om het water van den Dommel achter het leger omtevoeren
en zieh te verschansen. Längs deze gracjbten worden hier en daar nog
I zeer duidelijk de sparen van de groote en kleine schansen , naar den
' vorm van dien tijd gevondeo. Men treft deze grachten in de hooge
Leide, £ u. Z. W. ten W. van Fught, regts yan den weg van Ilel-
voirt aan , van waar ze schier evenwijdig in een noord westelijke en
vervolgens noordelijke rigting, door de heide en Het veld, voorbii de
vogelkooijon en Deuteren , tot aan de Bosschesloot loopen : het gedeelle
bezuiden de vogelkooijen (in der tijd het eigeadom van G robbendonk)
droeg den naam van HoUandschedijk. ’
Men vindt een uitvoerig plan van dit beleg in de Stedeboeken van
Ulaabw , waarmede bij drooge zomers , zoo als deze (1842), alles ge-
raakkelijk herkenbaar is.
GEÜZENLAAN, voorm. weg in H u n s in g o , prov. Groningen, heb-
bende geloopen door groenland, van den Woldijk, nabij Noorder-Hoo-
[ gerbrug tot aan het Selwerderdiepje, in de nabijheid van het voor-
mabge klooster Selwerd; thans niet meer als weg bruikbaar
j GEUZENFELD (HET-), boerenhofstede in Kennemerla ü l , prov.
! , ? t n l and’ 1 U- W•terdtjk- Osdorp-en-de- Fnje-Geer, i ni vdane Osdorper-Binnegnewme.n sSclhoet-epno-lSdleor-,
aan de trekvaart tusschen Amsterdam en Haarlem.
GEFEMICH , G ewennich , G arvbnich , G hw en n ic h , G iv en ic ii of G r e -
vbmoh , geh. in de heerl. Berburg, in het grooth. Luxemburg, kw. en
m 1S- tea ° ’ Grevenmacher, arr. en S u. Z. 0. van Diekirch,
~?J» Cm tej Zl ° ‘ Yan Echternach, gem. en J u. O.. van Mom-
kast Ü 6r eemSe WeinlSe toerenwoningen en een vervallen
GEVERICK-.KELMONT, geh. in het Land van Falkenburg, prov.
Limburg, Zie het volgende art.
■GEFERIK ook G everick- K elmont , geh. in het Land van Falken-
5 ' F T L™bur'J> ^ r . en 2 u. N. ten 0 . van Maastricht,
■meAt 4loM h.! ena n2/630" mMwe.erssen> ge“ - en 3 min. ten Z. van Beek;
" i Fi el3°> P r o v - Groningen. Z i e G e e t s w e e r .
, ?IeiJerV van 's Hertogenbosch, kw. Maas-
iosek’ Pr°V' ^ 0(’rf Bra^ and > ; arr. en gcdeeltelijk kant. 'sHertogen-
V a r e L ^ e S e ^ ^ 0sS ’ Sem- Alem~
H n ’s Hertogenhosch , 2 J u. 0. van Oss ,
jen ¿30*1 Va" n “ P /iv 1 u- Z- van Alem’ Men telt er 28 h.
»rf en ifi'L Van J V^ n e. ' 80 ,nw' onder rilem-Maren-en-Kes-
»nier Alefn “ v ^ i ' Empel-en.-Meerwijk. Het gedeelte
Lcheid n 7 j hehooronde wordt weder in twee buurtjes
K AlemS' Gr a ” de, en Marens-Gewandegeheeten. Froe-
heeft teV66” 6 te ,le^®n > Ge w an d e sch an s genaamd. —
eia getal yan 1 2 leerTlindgeern Ebrepzodc,h’ t eewnoer sdot.hool> die door een ge-
I Decemb1e8r3f3t^ e n 1 Jan^u ary 1834, sle"e,nSe ’ doordhernaa kn aicnh td etuns sMchaeans d5ij1k