Deze pold., die in het jaar 1475bedijkt is, beslaat, volgens bet ka~
daster , eene oppervlakte van 736 bund. 88 v. r. 9 v. ell., waaronder
703 bund. 82 v. r. 90 v. ell. schotbaar land , als : onder Nieuwen-
Hoorn-en-Nieuwe-Goote, volgens bet kadaster, 649bund. 84 v.r. 75 v. ell.,
waaronder 635 bund. 41 v. r. 70 v. ell. schotbaar land, en onder
Naters-en-St.-Pancrasgors , volgens het kadaster, 87 bund. 3 v. r.
34 v. ell., waaronder 86 bund. 44 v. r. 70 v. ell. schotbaar land. Men
telt er 9 h., waaronder 7 boerderijen , van welke 7 h., en daaronder 6
boerderijen onder Nieuwen-Hoorn-en-Nieuwe-Goote, en 2 h., .waaronder
1 boerderij, onder Naters-en-St.-Pancrasgors. Zij wordt door cene
slnis, op het Zuidspui, te Brielle door de haven van het overtollige
water ontlast. Het land ligt 50 duimen heneden A. P. Het polderbe-
sluur bestaat nit een Schout en drie Leden
GOOTE (NIEUWE), heerl. in het Land van Voorne, prov. Zuid-
Holland, arr. en kant. Brielle, gem. Nieuwe-Hoorne-en-ffieuwe-Goote,
bestaande uit het grootste gedeelte van den pold. de Goote ; palende
N. aan de heerl. Oost-Voorne, O. aan de Yierpolders-en-Nieuwe-Hoorn ,
Z. aan Nieuw-Hellevoet, W. aan Naters-en-St.-Pancrasgors.
Deze heerl. bevat noch d. noch geh., en slechts eenige verspreid
liggende woningen. Zij beslaat eene oppervlakte van 649 bund. 84 v. r.
75 v. ell., telt 7 h., bewoond door 10 huisgez., uitmakende eene-be-
volking van 55 inw., die meest hun bestaan vinden in den landbouw.
De inw., die, Up 8 na, alien Herv. zijn, behooren tot de gem. Nieu-
wen-Hoorn. — De 8 R. K., die er gevonden worden , onder welke 4
Communicantcn, worden tot de stat. van Brielle gerekend. — Men
heeft in deze heerl. geene school, rnaar de kinderen genieten onderwijs
te Nieuwen-Hoorn.
In het jaar 1404, beloofde Hertog J a r v a n B e i j e r e n aan de stad
Brielle, om de N i e b w e G o o t e nict tot korenland te zullen laten bedij-
ken , dan met wederzijds goedvinden. — In het jaar 1415, gaf ge-
noemde Hertog zijne toestemming , tot het bedijken van de N i e b w e -
G o o t e , doch dit had geen voortgang. In het jaar 1473 , deed K a r e l
ran Bourgondie uitspraak in hèt geschil over de bedijking, en gaf te
gelijk zijne toestemming, tot de bedijking van do N i e u w e G o o t e . In
het jaar 1474 , stond gemelde Vorst aan de stad Brielle zijn regt af,
van het passagie- en veergeld op de N i e b w e -G o o t e , onder voorwaarde
van eene jaarlijksche betaling van 100 ponden (75 guld.). In het
jaar 1478, ontsloegen M a x im i l i a a n v a n O o s t e n r i j k . en M a r i a v a n B o b r -
«ONDIE de stad Brielle van deze honderd ponden ’s jaars, mits beta-
lende in eens duizend gulden. —■ Deze heerl. wordt thans in eigendom
bezeten door den Hecr A r i j V l i e l a n b e r , woonachtig te Numansdorp.
Het wapcn dezer heerl. bestaat in een schild van zilver, beladen met een
slroomeod water, waar längs een rij boomen, in het verschiet een zei-
lend schip, alles van natuurlijke kleur, onder cene lncht van azuur
(blaauw).
GOOTE (NIEUWE-EN-KLEINE-), pold. in het Land-van-Voome,
prov. Zuid-Holland. Zie G o o t e ( D e ) .
GOOTE (0UDE-) of O u d e - G o t e , pold. in het Land-van-Voome,
prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Brielle, gem. Vierpolders, ge-
naamd het Nieuwland; palende N. aan den Nieuwlandsche polder, 0.
aan den Vekhoeksche-polder en den Oud-Hellevoetsche-polder, Z. 0.
aan den Nieuwen-Hoornsche-poldcr, W. aan de Goote.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
249 bund. 7 v. r. 51 v. ell., waaronder 222 bund. 24 v. r. 56 v. ell.
schotbaar land; telt 4 h., waaronder 2 boerderijen en wordt, veree-
nip-d met de pold. het Nieuwe -Land, Oud- Hellevoet en Vek-
hoek van het overtollige water ontlast door eenen molen , hebbende
de uitwäteringsluis in de haven van het dorp Zwarte-Waal. Het land
lip-t 1 ell. 25 palm, beneden A. P. Het polderbestuur.,. vereenigd met
datvan den pold. Nieuwland, Oud-Hellevoct en Yekhoek, uitmakende
het bestuur van de Vierpolders, gezegd Nieuwland, bestaat uit 5 Leden.
GOOTJES (KLEINE-), pold. in het Land van Voome, prov. Zuid-
IJolland, eigenlijk een gedeelte van de-Goote. ZieGoote (De). In
GOOY, buurs. in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland. Zie Gooi.
GDOY, landstreek , prov. Noord-IIolland. Zie Gooi ( H e t ) .
G O O Y (BREEDE), water op het eil. Goedereede-en-Overflakke, prov.
Zuid-Holland. Zie Gooi ( B r e e d e - ) . .
G O O Y E M , geln, prov. Friesland, kw. Westergoo, gnet. Wonseradeel.
Zie G o o i jo m .
G O O Y E M E R G A T v w a t e r , p r o v . Friesland, k w . Westergoo, g n e t .
Wonseradeel. Z i e G o o u b m e r g a t .
GOOYKENS-NIEIJWLAND, pold. op het eil. Schouwen, prov. Zeeland.
Zie G o b k e n s -N i e b w l a n d . i
GOOYLUST, buit. in Gooiland,. prov. Woord-Holland, arr. en % u.
Z. \V. van Amsterdam , kant. en 2u. Z. van Naarden, gem. en in de
kom van het d. 's Gravenland.
Deze buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte
van 75 bund. ,10 v. r. 90 v. ell., en wordt thans in eigendom
bezeten en bewoond door den Heer J . C o r v e r H o o e t .
GOOYUM, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Wonseradeel.
Zie Gooyca. ;;
GOOYUMERGAT , water, prov. Friesland , kw. Westergoo, gnet.
Wonseradeel. Zie G o o y bm e r g a t .
GORA, Lat.. naam van het plattelandst. G o o r , in Twenthe, prov.
Overijssel. Zie G oOr .
GORÄM, eil. in Oost-Indie, een der Goram-eilanden, tot da Zmd-
Ooster-eilanden-van-Banda behoorende , 0. van Tenimbar, 3° 4 Z. B.
150° 22' 0„ L. :
Het is 3 mijlen lang en 2 mijlcn breed, en er wordt eenige rijst ge-
teeld. Het is- bewoond door Mahomedanen, en heeft weleer gcdiend
tot wijkplaats van schuldige Bandanezen, zoo dat derwaarts togten
gedaan werden , om hen weder onder de Oostindische Compagnie
terug te brengen.
Op den 28 December 1634 sloot de Landvoogd Acolf.y een verbond
met de Opperhoofden van dit eil., waarbij hun vroeger slecht gedrag
tegen de Nederlanders vergeven , en zij , als onderdanen van het Gouvernement
, aangcnoinen werden, terwijl zij het getrouwheid zwoeren,
met .belofle van het in geval van nood bijstand te zullen verleenen
GORAM-EILANDEN , eilanden in Oost-Indie , tot de Zuid-Ooster-
eilanden-van-Banda behoorende.
Deze eilanden zijn drie in getal, en door een naauw vaarwater of
kanaal van de Ceram-Laut-eilandeU gescheiden. Zij zijn bij de inlanders
bekend onder de namen van Goram, Marrowolko en Sa-
lawatta. Het eerstgenoemde is het meest bevolkte, en bevat de
rijkste handelaren. De wetten of gebruiken der Cerammers worden ook hier
gevolgd, en. voor het vorige zijn deze eilanden ook aan Keiling en
Kelwarie gelijk. De dorpen liggen meest aan den zeekant, op die
plaats, waar de koraalbanken. eene goede schuilplaats voor hunne vaar