Deze boschjes ontleenen waarschijnlijk hunnen naam van den espen-
boom , waarmede zij zeker oudtijds zijn beplant geweest; thans treft
men er essen en waterwilgen hakhout aan. Zij beslaan eene opper-
vlakte'van 20 bund. 4b v. r. 76 v. eil., en behooren tegenwoordig
aan Jonkheer S teengracht van O ostca pelle.
ESPELO of Espaien , b uurs. in Zalland, prov. Overijssel, a rr. en
3 u. N. 0. van Deventer, k a n t. en 2j u. Z. 0. van Raalle, gem. en
1 u. N. N. W. van Holten; m et 34 h. en 220 inw.
ESPELS of E speeen , aamen der vier kwartieren, waarin de st.
Kämpen, prov. Overijssel, met betrekking tot de policie en gezworene
gemeente plagt verdeeld te zijn; als: het Boven-espel, het Celle-
b ro e r s -e s p e l, het Bro ed e r-e sp e l en het B u ite n -e sp e l.
ESPERANCE (L’), koffijplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
in het nederdistr. Nickeri, aan de Nickeri, ter linkerzijde in het
opvaren; palende bovenwaarts aan de koffijplant. Nieuwe-Aanleg,
benedenwaarts aan de koffijplant. Litt. I ; 800 akk. groot; met 18
slav.en.
ESPERANCE (L’J , suikerplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Suriname, ter regterzijde in het opvaren; palende bovenwaarts
aan de verl. plant. Namrik, benedenwaarts aan de verl. plant.
Eikenboop ; 2000 akk. groot; met 187 slaven. Men heeft er eenen
suikermolen, welke door stoom gedreven wordt.
ESPERANCE (L’) , verl. houtgr. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Parakreek; ter linkerzijde in het opvaren ; palende bovenwaarts
aan het verl. Land-van-Onoribo, benedenwaarts aan den
verl. houtgrond Concordia; 1300 akk. groot. Het benedengedeelte
dezes houtgr., 600 akk. groot, noemde men vroeger P e tit l’ Espe-
rance en de Negers gaven het den naam van D ro lja tie .
ESPERANCE (L’) , verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Boven-Commewijne, ter linkerzijde in het opvaren;
palende bovenwaarts aan de verl. plant. Nieuw-Rozenburg , benedeu-
waarts aan de suikerplant. Destombesbnrg. Thans is hier een militaire
post van dien naam, liggende aan de Bottelskreek.
ESPERANCE (L’) , vroegere naam van den verl. houtgr. E s t e r eu s t ,
in Nederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie E st e r ld s t .
ESPERANCE (LA-NOUVELLE-), verl. plant, in Nederlands-Guiana,
kol. Suriname, aan de Cottica, ter regterzijde in het opvaren; palende
bovenwaarts aan de suikerplant. Perou, benedenwaarts aan de verl.
plant. Ya-Comme-je-te-pousse; 898 akk. groot, bij de Negers E spbansie
geheeten.
Op den 29 Junij 1772 overvielen de Boschnegers, onder aanvoering
van eenen gewezenen slaaf, B aron genaamd, de drie naast elkander
gelegene plantaadjen La N obv eeee- E spebance , Perou en de Zuinig-
h e id , vermoordden de daarop zijnde Blanken, en staken de gebouwen
in brand, gelijk ook de Blanken hnnne hutten en kampen in de
bosschen verbrandden en alle vruchten vernielden.
ESPERANCE (PETIT-L’j , benedengedeelte van den verl. houtgr.
l’Esperance, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie E spbbancb (e’).
ESPERLÖOP., riv. in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Peelland,
prov. Noord-Braband, dat zijnen oorsprong neemt uit twee ader-
tjes , waarvan het een jg u. N. van Milheeze in de Peel ontstaat, en
het andere uit een moeras, |u . henoorden Bakel, ontspringt. Naalzoo
beide westwaarts gestroomd te hebben, vereenigen zij zieh bij het geh.
Esp , waarvan het watertje zijnen naam ontleent, om, noordwaarts
vlietende , de grensscheiding tusschen de gem. Gemert en Beek-en-Donk
te vormen en zieh, * u. Z. W. van Gemert, in de Aa te werpen.
ESPRANSIE naam, welken de Negers geven aan de verl. plant.
ea-N ouveele- E sperance , in Nederlands-Guiana. kol. Suriname. Lie
E sperance ( L a-N o u v e il e - ) .
ESPRIT (FERME-DE-ST.-), Fr. naam van de hoeve J an-M athiashof ,
in bet balj. van Luxemburg, grooth. Luxemburg. Zie J an-M ath ia sh o f.
ESSAN oud d. in Oost-Indie, op het Ambonsche eil. Leram,
op het schiereil. Hoewamohel, in het zuiden van dit schiereiland
aan de westkust. — Men heeft er goede aarde om potten en pannen
•van te maken. , . T ,
. ESSCHE (LAAGJES-VAN-HET-LAND-), gorzen in hei Land van
Striien, prov. Zuid-Holland. Zie E sch ( L aagies- van- h e t - L ato- va n- ) .
ESSCHE, d. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Oisterwijk,
prov. Noord-Braband. Zie E sch . t ' v
ESSCHE (LAND-VAN-), pold. in het Land-van-Stnjen, prov. Luid-
Holland. Zie E sch (L and-van- ) . .
ESSCHE (ZEEDIJK-VAN-), dijk in het Land van Stnjen, prov.
Zuid-Holland. Zie E s c h (Z e e d i jk - v a n - ) . . .
ESSCHEDE naam, onder welke het adell. h. E schede , in het graats.
Zutphen, prov. Gelderland, wel eens voorkomt: Zie E sch ed e .
ESSCHEDE, havez. in Twenthe, prov. Overijssel. Z i e E sch ed e .
ESSCHEN, geh. in het Land-van-Valkenburg, prov. Limburg ., distr.
en 31 u. N. O van Maastricht, kant. en 1 u. N. W. van Heerle,
¡rem. en \ u. N. van Voerendaal; met 33 h. en 180 inw.
ESSCHESTROOM , riv. in de Meijerij van s Hertogenbosch, kw.
Oisterwijk, prov. Noord-Braband. Zie E s c h . _ -, u n j
ESSE-EN-GANSDORP, pold. in Schieland, prov. Zuid-Holland, arr.
Rotterdam, kant. Hillegersberg, gem. Nieuwerkerk-op-den-IJssel; palende
N. O. aan den Kleinpolder, Z. O. aan den IJssel, Z. W. aan
Blaardorp, N. W. aan den Wollefoppepolder.
Deze pold., Welke alleen bedijkt is tegen den Goudsche IJssel, bestaat
eieenliik uit drie afzonderlijke pold., zijnde de Voo r-Essepold er , de
Achter-Essepolder ende G an sd o rp p o ld e r, gezamenlijkbeslaande
eene oppervlakte volgens het kadaster, van 649 bund., Waaronder
641 bund. 4 3 v. r. schotbaar land, wordt door eenen molen en eene
sluis op den IJssel van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur
bestaat uit eenen Polderschout en twee Poldermeesters.
ESSELBORN, geh. in de heerl. Clerff, grooth. L u x em b u r g ,^ ,
arr. en 8i ui N. W. van Diekirch, kant., gem. en 28 min. N. W.
ESSELdJKER-WOüDE-EN-HEER-JACOBSWOUDE, heerl. in Rijn-
land, prov.Zuid-Holland, arr. Leyden, kant. engem. IVonbrugge; palende
N. aan Alkemade, het Braassemermeer en Rijnzaterwoude,
0. aan Langer-Aar en Oudshoorn, Z. aan Oudshoorn , Gnephoek en
Koudekerk, W. aan Hoogmade en Leyderdorp. t.
Men wil, dat deze heerl. al vroeg bekend zou geweest zijn. ln
bet verdrag van W i l i e m , den e e n e n twintigsten Bisschop van Utrecnt,
met den Abt van Echternach , in het jaar 1063 gesloten , leest men
den naam van A seeek erwald , dat anderen echter houden voor
eene kerk in Kennemerland of Amstelland; zelfs zou dit eer lj goe
feeds aanmerkelijk vroeger en wel in het begin der veertien e ecuw
onder den naam van W odde , bezeten geweest zijn bij de Heeren van
m n Wodde. Nogthans viudt men met weinig zekerheid lets van ue