te nemen, als zij verkiezen; de ^ 5nder®” \ e^ Y J k r tdfelaat? ’ Beha'lve
zlj erkennen of niet, naar mate hun g zwarte huisbedeze
vrouwen , hebben de Blanken n o g ^ ^ beidc anderen verant-
dienden, van welke de eene ko , e[I ket te doene
woordelijk zijn voor de ontvangs vaj\ S b ’taat gr00tendeels in
werk verrigten. De u.tspann.ng der trekken en
kleine toerlje* met een brommertje, waarvoor twee ne0ers
twee daar achter schuiven. Tri„„».r.nn-en en Nepers. Eerst-
De verde're bewoners dezer kust Z1JD staan onder het gebied
gemelden , njeest afstammelmgen van an & zijn kooplieden.
van den Opperbevelhebber, en bekleede J M ' en gebruiken
Zij belijden de Chnstelijke godsdienst, Nepeis zijn over
b»ieAt algemeen »vean, <1e.e ne welgevormde gestalte jE^S|*ä5 gfglj*g , «
hebben meestal een’ platten neus , groo ne’n IConinp geregeerd I
voorhoofd en wollig haar, " door i bei
die aan ons Gouvernement onderhoong is. J . » ^ &
snijdenis in gebruik. Zij zijn stoutmoedig in d e n k S verkocht
gevangen gemaakte vijanden worden onthooid otJ lsJ La pnz He’
■«» * * g » . S L “ £ £ * ■»
geweervuur vreezen zij met d wetenschappen zijn z.j
altijd nog eemgzins beyreesd. In ™ f n voort ;t S allen zieh
volstrekt onbedreven , hetwelk 00k daaru , , P hd der Blanken
. , « ( „ » « m . « G.a. aie
dezen aangeboren en een bijzonde a , • yan Compagnie , als
T w Ä h ' r . L k , . . J d u r « ,d « de Wesl-Indische
CT , T , l “ n meestal S g l f e g B l Ä
eenen doek; eemge hunnel- nemen een , LgjJ d § de.
liunne schouders en noemen dit een paan j . handen en de voeten.
vrouwen,
De vrouwen kleeden zieh op peta! van bare meerdere of
uitzondering van d<= ™ j )e vrouwen krijgen bij iedere
mindere gegoedheid afhangt. d ^ | etiche-Priesters (wel te weten
maand barer zwangerschap , band om handen of voeten ;
voor eene flescb Sterken drank), Viand om denbuilt, met
bij de vijfde maand voor de eerste maal zwanger
eenig goud versierd. .. | „ehandeld ; deze worden, in de
zijn , wordt nog op eene an J g „eleid, met allerhande drek
zevende maand, eerst naakt door het dorp gelem | eene ;am_
en vuiligheid gegooid , daarna i" ey rivie g ; het kussentje
merlijke wijze gehayend De » M n W eSenen L k , dien zij om
op den rüg , en honden ze me J verrigte„ zij haar wefk, en
het lijf knoopen, vast. p J Vipcft een harer borsten
g , , , , '; « I i . a ¡ » r e . b „ . a .
onder de armen door. Zoodra een m j vodden opgeheeft,
begint zij ^ulk een küsseni je ,^ui ^ , dit niet af voor zij
■vuld overtreksel bestaande , te nraö 9 J o *:i 7\\ bet voor
A d . . afgeleerd is :
een groot sieraad honden, hoewelhet hun’ in ^ ° ,S | | | «
een belapcbeliik enmismaakt aanzien geeft. Het haar van ne
welken zij dagelijks van gen , benevens brood of koeken van
Turksche tarwe of mais, hier milje genaamd , gebakken, en
vruchten. Van Sterken drank zjjn zij groote liefh’ebbers, en deze ■
dient 00k den Eetiche-Priesters tot versterking bij alle ¿e plegtigheden,
die zonder de brandewijnflesch niet volbragt kunnen worden.
Het zijn allen gedienstige Negers en Negerinnen, wanneer men maar
genoegzaam rum of brandewijn schenkt, zeggende alsdan zeer onder-
danig: Mi trouw sang (Ik drink op uwe gezondbeid). Zij gelooven
alle aan een opperst wezen, dat zij Jan Compaun, noemen, doch
hebben buiten dien nog hunne Fetiches, die hun tot Hulpgoden of •»
Middelaars verstrekken. Deze bestaan gewoonlijk bat eenen ring
van elpenbeen-, koper of ijzer, of 00k wel uit eenig ander voort-
brengsel der natuur, dat hun door de Priesters gegeven wordt. Zij
zeggen , dat zij zelven niet waardig zijn , om zieh tot den waren God
te wenden , maar dat zij dit doen moeten door tusschenkomst hunner
Eetiches ; 00k gelooven zij door het dragen daarvan van ziekte bevrijd
te zullen blijven , en houden zieh verzekerd , d a t, bijaldien zij die
afleggen, hun eenig leed zal wedervaren. Er zijn 00k boomen of
beesten , die zij als Fetiche besebouwen , en geen Europeaan zal het
alsdan geraden zijn, deze omver te werpen of te dooden , daar zij
dit zeer euvel zouden opnemen en hunnen kans afwachten , om zieh
hierover te wreken.
Hunne grootste ondeugden zijn arglistigbeid en bedriegerij, voorna-
melijk in het vak van koophandel, waarom men hen weinig moet
vertrouwen, want indien zij eenen Blanke kunnen bedriegen, zullen
zij het nimmer nalaten. Over den dag van morgen bekommeren zij
zieh weinig, want niet eer gaan zij u it, om te trachten voedsel te
bekomen , of de honger moet hen de deur uit jagen , waaruit men
ligtelijk hunnen ijver en werkzaamheid kan afleiden. Hunne voor-
naamste beziglieden bestaan in jagen en visschen ; de vrouwen zoekea
stofgoud aan de rivieren , hetgeen op de volgende wijze geschiedt: in
groote holle bakken vangen zij het zand op , dat de rivier opgeeflt,
hetwelk zij gestadig wasschen en in eenen anderen bak overgie-
ten 5 zoodra er nu goud onder is , zakt d it, door zijne zwaarte
en het menigvuldige wasschen, op den bodem van den bak, welk
overschot men dan verzamelt. Hieraan i s , wel is waar, dus veel
moeite verlcnocht, doch het geoeurt 00k wel, dat deze goed beloond
wordt; men rekent, dat zij op deze wijze alle dagen , door elkander,
de waarde van twee tot drie schellingen aan stofgoud verzame-
len. Ofschoon de verkoop van slaven aan deEuropeanen thans afgeschaft
is, is echter de slavenhandel tusschen de Negers onderling nog in
zwang; bij hen zijn de kinderen, zoo wel als de vrouwen, slaven der
mannen , die hen naar goedvinden verkoopen.
Wanneer een der inboorlingen lcielcerboe (d. i. overleden) is , worden
hem in zijne doodkist, als het een voornaam of gegoed Neger
is, goud of kostbaarheden medegegeven en indien het een geringe is,
de gereedschappen, die de overledene bij zijn leven in zijn hedrijfgebruikt
heeft. Bij een vissoher, bijv., legt men in de doodkist een pagaaijer;
twee of drie viseblijnen, een klein ne t, en een kanootje , len einde hij ,
zoo als zij zeggen, hier namaals zijn onderhoud zal kunnen vinden. De
deksels der doodkisten hebben den" vorm van een dak. Als een der
voornamen sterft, wordt er eenige weken na zijnen dood eene groote-
plegtigheid gehouden, die eenen geheelen dag duurt. De rouw der
Negers bestaat in zieh witte vlekken te maken in het gezigt en op