EINDHOVEN, kerk, ring, prov. JVoord-Braband, klass. van Eindhoven,
Zij bevat de volgende 8 gem.: ß l a d e l -H a p e r t -R e u z e l - e n -
N e te r s e l, E in d h o v e n -S t r a tum -S tr ij p -W o e n s e l- e n -T o n—
g e lre , O irsc h o t-B e s t-O o s te l-M id d e l-en -W e s te lb e e rs , Veld-
h o v e n -B la a rth em -e n -O e rle en Ve ssem - Hooglo o n -Ca Stere
n - K n egs e 1 -Ee r s e l-D ui z e 1 -e n -S te e n sel. Men heeft; er
6 kerken, met 8 Predikanten en telt er ruim 400 zielen.
EINDHOVEN, gem., in de Meijerij van ’s Hertoyenbosch, arr. en
kant. Eindhoven, (28 m. k., 4 s. d.); palende N. aan Woensel-en-
Eckart, N. 0 . aan Tongelre, 0. aan Stratum, Z. aan Gestel-en-Blaart-
hem, W. aan Strijp.
Deze gem. bevat niets dan de stad E i n d h o v e n , ja , zelfs geeh
plekje gronds buiten de graebten dier stad, want zoodra men eene der
bruggen over is, bevindt men zieh in eene andere gemeente. Dus ligt
aan de noordzijde de gem. Woensel-en-Eckart, en ten Z. Stratum, zoo
dat een gedeelte dezer beide gem. als het ware de voorsteden van dit stadje
uitmaken , en een vreemdeling haar zeker als tot E indhoven behoorende
zoude aanzien, vermits zij slecbts door eene smalle gracht daarvan ge-
scheiden zijn.
De stad E indhoven ligt 6 u. Z. van ’s Hertogenbosch, 3. n. Z. W .
van Helmond, 6 u. Z. 0. van Tilburg, 81» 26' 13" N. B., 23° 8' 40"
0 . L. Zij werd omstreeks 1274 door J an I , Hertog van Braband
gesticht, en is geheel in de lengte gebouwd, niet ver van het riviertje
den Dommel, waar dit zieh met de Gender of Einde vereenigt.
Men is bet niet eens omtrent den naamsoorsprong dezer plaats;
sommigen willen, dat het in den beginne zoo arm was , dat er voor alle
huizen te zamen maar een bakoven werd gevonden , waarvan bet ¿ enoven
en vervolgens E indhoven zou genoemd zijn ; anderen leiden den naam
E indhoven af van landhoeven, en dat deze benaming zoude beteekenen
quasi villarum finis, d .i.: het Einde der hoeven. Meer waarschijnlijk
bouden wij het gevoelen, dat deze stad hären naam. ontleent van het
riv. de Einde, thans de Gender, dat haar van Woensel sc.heidt, im-
mers vindt men in de uitgave der Salische wetten een malbergum of
plaats van wetgeving en regtspleging vermeld, die Andechobina genaamd
wordt, welke naam juist met die van E indhoven overeenkomt; want
chobina of hovina is in de taal der middeleeuwen eene hoeve, zoo dat
waarschijnlijk A ndechovina, A ndhoven beteekent, en daar nu de Einde
ook wel Ande genaamd wordt, zal Andechobina vermoedelijk zoo veel
beteekenen als eene hoeve aan het riviertje de Einde, Ende of Ande,
en daardoor dus E indhoven bedoeld zijn.
j Deze stad was eertijds versterkt en van wijde en diepe graebten voor-
zien , die haar water uit de riviertjes de Dommel en de Gender kregen;
doch zij is in het laatst van de zeventiende eeuw ontmanteld. De ver-
sterking dezer plaats moet reeds vroeg gesebied zijn , want in den gift-
brief van H endkik I , in den jare 1 2 3 2 , waarin E indhoven stadsgereg-
tigheden verkreeg, komt het reeds voor als eene bemuurde plaats,
wordende toen, volgens den schrijftrant in die tijden, opidum, en
de inwoners Burgenses genoemd ; het ontving daarbij dezelfde vrijheid
als Opidum de Busco, d. i. ’s Hertogenboseb. Men kan het beloop der
wallen , waarmede de stad omgeven geweest is , onderscheidelijk na-
gaan , door de gracht, die daar omheen loopt, en haar water uit
den Dommel en de andere daarin vloeijende beken ontvangl, over
welke gracht, aan den ingang, bruggen liggen, doch zonder poorten.
Daaruit ziet men , dat zij een zeer langwerpig vierkant heeft uitgemaakt.
Het voornaamsle der stad bestaat thans ia eene zeer lange straat, die
de Regle straat genoemd wordt, noordelijk en zuidelijk zieh uitstrek-
kende en digt met huizen bezet, waaronder vele nieuw en sierlijk
gebouwd zijn. Het is er zeer levendig, en was dit vroeger nog meer,
wegens den doortogt der snelwagens (diligences) van ’s Hertogenbosch
naar Maastricht, alsmede der vracht- en andere karren naar Belgie,
doch sedert het jaar 1841 rijden de diligences van ’s Hertogenbosch
niet verder dan tot E indhoven.
Men telt er 886 huizen , bewoond door 870 huisgezinnen , uitma-
kende eene bevolking van ruim 3000 inw., waaronder vele rijke lieden
worden aangetroifen. Zij generen zieh met den koophandel en met fa-
brijken en trafijken. De kruidenierswaren , die in een groot gedeelte
van dit arrondissemenl verbruikt worden, worden van hier geleverd.
Van de hoedenfabrijken, van welken er in het begin dezer eeuw 16
bestonden, zijn er thans nog eenige in werking. Deze fabrijken welke
zeer veel bijdragen tot de welvaart van E indhoven , worden meestal
door geboren Eindhovenaars gedreven, en houden den roem staande,
dat hier even zulke goede hoeden gefabriceerd worden als ergens elders,
zelfs Mechelen , Leuven en Antwerpen niet uitgezonderd; zoodat de
Eindhovensche hoeden alomme gevraagd en sterk gezöcht worden. De
fabrijken hebben zieh sedert de afscheiding van Belgie weder opgebeurd.
Men heeft er ook zijden hoeden gemaakt, doch sedert die minder ge-
bruikt worden, wordt er meer in vilten hoeden gewerkt. De handel
in tabak en snuif, vooral op Belgie, is aanzienlijk; terwijl de Eindhovensche
snuif door geheel Noord- en Zuid-Nederland verzonden en
veel gebruikt wordt. Voorts heeft men er katoenenstof- en wolfa-
brijken, welke door stoom- of waterwerken gedreven worden. Eenige
honderden menschen werken in 6en gebouw. Als de werklieden des
middags gezamenlijk naar huis gaan, zijn de straten letterlijk zoo völ,
dat men er naauwelijks door kan. Bij het uitgaan eener kerk in eene
volkrijke stad kan de aandrang op straat niet grooter zijn. De katoenen
stof- en wolfabrijken verspreiden hunnen weldadigen invloed ook buiten
deze stad. Er zijn weinige dorpen hier omstreeks , zelfs tot 3 ä 4 uren
m den omtrek, waar men niet geheele huisgezinnen ontmoet, welke hieraan
hun bestaan verschuldigd zijn , jä zelfs in enkele dorpen leven er bijna alle
inwoners van. Linnenfabrijken , welke hier vroeger zeer bloeijend waren ,
zijn er niet meer, zijnde deze reeds op het einde der vorige eeuw in eenen
Staat van kwijning geraakt, veroorzaakt door het meer en meer toene-
men der weefgetouwen in vreemde landen, en sedert het verbod van
den invoer van linnens in Engeland en Ierland, doch wel voornamelijk
door het gemis van het Fransche vlas; ook had men er in bet begin
dezer eeuw eene turksch-roodverwerij, welke niet meer in werking is,
alsmede eene beroemde brandspuitmakerij, die mede heeft opgehouden
te bestaan. Men had er in het begin dezer eeuw ook nog zeven looi-
jerijen , waarvan de meesten nog al tamelijk groot waren , doch sedert
het te nifet gaan der weleer hier zoo bekende schoenmakerijen , waarvan
er op het laatst der vorige eeuw nog vijf en twintig aanzienlijke aanwe-
zig waren, zijn ook deze looijerijen in verval gekomen. De schoenen
werden vroeger van hier meestal naar Amsterdam, Haarlem en andere
plaatsen aan de schoenwinkels verzonden ; dan de plaatselijke gilden
der Hollandscbe steden, hebben later den invoer daarvan weten te be-
letten. Yan tijd tot tijd werden e r, voornamelijk te Amsterdam, vaten
en kisten met Eindhovensche schoenen aangehouden en , ten voordeele
van de gildenkamcr, verkocht, hetwclk ten gevolg gehad heeft, dat de