het doel, dat. door den naam wordt aangevrezen, iiöfdt het niet ge*
bruikt. '
Het S ta d h u is , San de Grootemarkt, is een oud geboüw, dat in
het jaar 1771 , en vier volgende jaren grootendeels verniettwd is. De
ingang is in den regter vleugfel en voert caar eenen fraaijen gang , welke
oostelijk en westelijk loopt, waaruit men in zeör nette eil doelmatig
ingerigte vertrekkeu komt-, van welke eenige töt raädkamer, SeCretari’e
enz. anderen tot vergaderplaäts van de arrondisscments-regtbänk, griffie,
enz. dienen. In d a t, waarin de regtbank zitting houdt, vindt men
fraaije zinnebeeidige s'childerijen en basreliefs van de hand desbekwamen
G er a e r t s . In een ander Vertrek, is eene kleine, doch niet onbelangrijke
boekverzameling; ook bewaart men er eene oude, schöoii siecht uitge-
voerde schilderij, voorstellende het beleg der stad in 1 572L onder Tse-
raBr t s eh haar entzöt onder M öndragoN , een stuk , hetwelk sömmige
bijzonderheden opheldert en daardoor alleen van eenige waarde zijn
kan ofschoon het als kunstwerk geen de minste Verdienste heeft. De
westervleugel bestaat uit eenen zeer öudeh en niet hoögcn viefkanten
toten , in welken de größte klok hangt , en die bij genoemde verbete-
ring, een fraaijen koepel heeft ontvangen ; doch thans böuwvallig
zijhde, eerlang zal vernieOwd worden. Men vindt daarin eenige ge-
vangenplaatsen , alsmede een Uur en slagwerk. Vroegef waren aan
de noordzijde van dezen toren-,ijzereh kettingen opgehangen , welke
in het midden eenen kraag hadden en waarsChijnlijk in oude tijden
gediend bebben , om met zware steenen aan de eitiden, misdadige
vrouWen om den hals te hangen (1) . In dezen toten ontstöhd, door een
zwaar omv'eder, op den 6 September 1657, een hevige brand. De
oostervleugel van het stadhuis heeft, van de markt te zien, insgclijks
eenen gekoepelden lagen toren , doch kleiner dan de vorige. Deze heeft
in de Lange Kerkstraat de gedaante van eene hooge burgerwoning.
Onder het Stadhuis, is de S tad sw a ag . Vroeger stond de waag
afzönderlijk, ten westen over den toreU van het Stadhuis, welk ge-
bouw thans gebruikt wordt tot Hoofdwacht.
Aan de aehterzijde van het Stadhuis, had men de Y le e sch h a l,
doch dit lokaal wordt thans niet meer daartoe gebezigd , maar dient
thans gedeeltelrjk tot keuken en bergplaats* van de Concierge, gedeeltelijk
tot bergplaals van aardappelen en brandstof, ter bedeeling aan de armen.
De Hai en de Waag, werden in het jaar 1406, doör de stedelingen
van den Graaf voor 700 Wilbelmus guldens gekocht, mits zij die moes-
ten houden in ralce en dake.
De Ni euwe K o r e n b e u r s , aan de Groote markt y boxen wölken
de Müzijkschool wordt gehouden, is in het jaar 1838 voltooid, en
met smaak gebouwd. De voormalige Korenbeurs, staande legen de
Oude Waag, dient thans tot Hoofdwacht. De Goeresche koren-
maat was reeds in het begin der veertiende eeUW bekend. In de ktw
van Yerseke van 1523 leest men: die Cöerenmate, die es te Goya <‘te
sal sulc tveseii te JeerSeke. Ä .
Een gebouw , het Stad s-W eeg h u is genaamd , Staat bl] den ffloien-
dijk. Het heeft dien naam, om dat-vroeger bet kören a l h i e r gewogen wer >
eer men het ter molen bragt. ; ‘ ,
De S ta d s s c h u u r dient tot bewaring van de göreedschappen
stad, en tot toebereiding van zware werken. Zij Staat buitefl de wa
(1) Men zie over deze s tra f J , a b U t r e c h t D r e s s e l h d i s , W a rM in g e r door Zuid- en N<"ri
Beveland , bl* 1 9 0 .
tcrof Slijkpoort, op het eerste bölwerk aan den Oost-Havendijk, te-
o'cii de Hontkaai aan. Daar neven stond vroeger ’s La ndsschü n r ,
ziindc ook eene béwaarplaats der gereedscbappen tot zwarö werken aan
’s lands sluizen eri Van het liout daartoe benoodigd. Oök is er® te
Goes een KaUtöof der brieV en p o ste rij.
Voorheen stond hier een sterk slot, bet slot Ostende genoemtl,
göstieht (loor eenen der Heeren v a k B o b s s e l e , die toen ook Heeren
van G o e s ; welligl in de negende eeuw reeds- j waren ; welk slot ééne
clör laatstc vdtblijfplaatSen van Vrouw J a c o b a v a n B e i j e r e n , Gravm
mn Holland is geweest. Dit slot had eenen ruimen kelder met Zwaar
¡rewélf gèsteiind door zeer breede muren, van welken kelder nog een
g'edeeftb bestaat. Men wil dat döze kelder , door onderaardscke gangen
gcìfnèenschap had met gebouwen op de Groote markt, en ze'lfs
met'het slot dat te ’s flendrikskinderen gestäan heeft. Dit laatste is
eveüwel zeker zoo niét geweest, en het eerste zeer twijfelachtigj-jvart-
rieer nren den stadhuistoren nitzondert. Het slot Ostende i's, den 23 Oe-
töber 1747, doör de Heeren v a n d e r G o e S , aan de Staten verkocht,
om tot een M ilila ir H o s p ita a l of Kazerne gebruikt te worden,
en is in 1748 door den Stédelijken raad van G o e s voor den honderdsten
pennrng övergönoruen. In November 1750 Werd het, voor f 2400,00,
töegewezen aifri zekeren C o b n e e is S t e e n a a b t , die het tot Herberg en
afspanning inrigtte ; waartoe .het bij vöortduring gebruikt wordt. Op
het plein Staat nog een moerbezieböom , waarschijnlijk ten tijde van
VrouWe Jacoba , eU naar men Zegt door haar zelve geplant (1).
De Gröoteke rk , ook wel de 11 a ria -M ag d a len ak e rk genoeUW,
omdat zij vóór de Reformatio Vöo'r een dorile part aan de H. M a r ia
Magdaiena \täs to-égésvp , Staat aan dezuidzijde der Stad, aan het einde
van de torte Kerkstraat. Het is eeiie overheerlijk gebonwde kruiskerk,
welker gelijke in Zéelànd niet gevonden wordt. Längs de westzijde
van de Grootemarkt, ttisschen het Stadhuis en de Oude Koornbetrrs
doorgaande, kofüt men door de Körte Kerkstraat in de Wandelkerk
van het Noordeinde. Aan het zuideinde is ook een ingang , waardoor
nièn mede in de Wandelkerk komt. Uit de Wandelkerk gäät men in
de Preè’kkerk , die oveitogen is möt een kunstig gewelf, rüstende oj>
twée dubhele rijen van pilaren, tWeö en twintig in getäl. In het
oostéinde vàn de Preekkerk is een schöon orgel, oierdekt met een zéér
kunsfìg gemäakten kap , eene Türksehc tent verbeeldende. Het west-
einde van de kerk, het Koor genaamd , rust op twee rijen pilaren,
ten gètale van twintig heelen en vier halven in den west-gèvel. Het
begin der stichting iS onbekend, doch toen in den aanvang der vijf-
tiende eeuw , het westelijk gedeelte werd opgetrokken, bestond het
oostelijke reeds. Hertog AebrEcht gaf den 22 Julij 1407 reeds eenige
voorrcgten , welke de stads bierdragers beZeten hadden, aan de Lieve
Yrouwenkapel in deze kerk. J acobus B ie d e r , Bisschop van Hebron ,
heloofde als Vicätjs van den Utrcchtschen Bisschop, den 25 Julij 1410
groote aflaten aan degerte, die op zekere tijden de Maria-Magdalena-
kerk te G oes bezoeken zöuden5 of haar iets legateren. Dertien jaren
(1) Men zie over dit slot J . An U t r e c h t D r e s s e lh d is , Wandelingen door Zuid- en JVoord-
Beveland, bl. 9 -1 4 ; het jaar 838 , o f do Dee non in Zeeland, medegedeeld in dea Zeeutcte^m
Volke-Almanah, voor het ja a r 1838 , bl. 1 0 , tégen over welke bladz. eene afbeeldiog van den » r ider
te zién i s , en E. B. Svyai.ue : Het slot ‘Oostendé te g o e s en de Moeriér.vìboó'm ran Ja co b a
v a » Beheben op hetzelve, in dénzèlfden Almahak , bl. 126-184, waarbij tevens eene afbeelding van
de Moerbezieboom voorkomt.