R u d o l f van I t t e r s u m , uit Zwolle j M a u k its P a n n e k o e k , uit Nijkerk ,
cn W e e n e r van G b o l , Schout van Harderwijk, tot Betelhebbers daär-
van aanstelde. In bet vollende jaar, kwam bet weder aan zijnen
ouden Heer, den Bisschop van Utrecht, door behulp van den Graaf
van B u r e n , die het bij verdrag innain.
Het was echter door deze invallcn , zoo beschadigd , dat men , in
het jaar 1552, met bewilliging van den Keizer, goedvond, de vesten
te siechten, om, tevens , het onderhoud der bezetting te besparen.
Het moet, naderhand , nogmaals opgebonwd zijn , dewijl wij vinden ,
dat M o n te c u c u li, na, in bet jaar 1629, Amersfoort te hebben ingeno-
men, ook het Huis T e r -E em zoebt te bemagtigeu. Op bet gerucht, dat
het vijandelijk krijgsvolk naderde, verliet de zwakke bezetting lafbar-
tig het kasteel. Een eenvoudige boer, moediger dan de Bevelhebber, kon
het echter nict dulden, dat deze sterkte zonder slag of stoot den vijand
in handen zoude vallen. Hij houdt met de zijnen het kasteel in, en
alzoo hij eene genoegzame boeveelheid geschut, kruid en kogels had,
stelt hij zieh in Staat van tegenweer en wacht aldus den vijand af.
Om dezen te misleiden , plaatst hij onderscheiden hoeden en helmen ,
op het slot voorhanden , op staken en maakt daarmede allerlei be-
wegingen , als of er zieh vele mansebappen op de wallen bevonden. Moedig
wordterop den vijand losgebrand, enhetgezigt der dapperen, die zieh zoo
kloekmoedig verdedigen, gepaard met het verlies, dat de bezetting den
vijand toebrengt, doet deze laatsten reeds aan den aftogt denken, toen
M o n te c u c u li nog in tijds versterking zond. Nu was de dappere verde-
diger van het kasteel verpligt, om tot verdragte komen. Hij bedingt, met
geweer en wapens met des, zijnen het kasteel te verlaten en naar Utrecht
te trekken. Het wordt hem toegeslaan. Maar hoe verbaasd was men ,
toen men zag, dat de gebeele bezetting uit slechts negen personen bestond.
Hoewel barstende van spijt had M o n tic u c u li evenwel grootmoedigheid ge-
noeg, om het gemaakte verdrag na te komen. HetH u is -T e r -E em leed
ook geweldig bij den inval der Franschen in het Sticht, ten jare
1672. Drie jaren later werd bet door de Staten van de provincie
Utrecht, opgedragen aan W i l l em I IU , Prins van Oranje en Stadhouder
van dat gewest; doch het verviel sedert van tijd tot tijd, zoo dat er
in het begin der voiige eeuw niets meer. van bestond dan een puin-
hoop, zamengesteld uit brokken van inurcu, kelders en gewel-
ven, die naderhand verkocht cn afgebroken zijn, zoodat er thans
niets meer van te zien is dan eenige hoogten van aarde met oude
grachteil.
EEM (KROMME-), watertje dat een gedeelte der grensscheiding tus-
schen de pro v. Gelderland en Utrecht uitmaakt.
Het komt :ter hoogte van de buurs. Harscler , onder de Geldersche
gem. ßarneveld uit de Grift voort; neemt eerst eene oostelijke , daarna
eene kronkelende zuidelijke rigting. en kromt zieh eindelijk westwaarts,
om zieh weder met de Grift te vereenigen.
EEM (NIEUWE-), gedeelte der riv. de Eem, in Eemland, prov.
Utrecht, tusschen de stad Amersfoort en de Drie sluizen. Het is
eigenlijk eene vaart, die in 1555 gegraven is.
EEM (OUDE-), riv. in Eemland, prov. Utrecht, zijnde de oude
bedding der Eem, tusschen de stad Amersfoort en de Drie sluizen.
Zij stroomt een weinig ten Oosten van de Nieuwe-Eem.
EEMBRUGGE of T er-E em , heerl. in Eemland, prov. Utrecht, arr.
en kant. Amersfoort, gem. Baarn; palende N. aan Bunschotcn, 0.
aan de Haar, Z. aan de Slaag, W. aan Baarn.
T r i r j r J s
Deze heerl. bevat het d. Eembrugge en eenige verslrooid liggende
Iiuizen. Zij telt 26 h. en 125 inw., die meest veehouders zijn.
De Herv;, die hier ruim 40 in getal zijn , bebooren tot de gem.
van Baarn-en-Eemhrugge.— De R. K., van welke men er ruim 80 aan-
treft, worden tot de stat. van Baarn^en-Santvoort gerekend. — Men
heeft in deze heerl. eene school in het d.
De heerl. Eembrugge werd benevens.de hooge heerl. Soest en Baarn ,
in het jaar 1674 , aan Prins W illem I I I , naderhand Koning van Engeland,
opgedragen, en is sedert met die heerl. vereenigd geblevcn,
waarmede zij thans nog in eigendom bezeten wordt door Z. M. den
Koning.
Het d. Eembrugge ligt l f u. N. N. W. van Amersfoort, £ u.
N. N. 0. van Baarn, aan de westzijde van de Eem.
Het ontleent zijnen naam van eene brug , eertijds aldaar over de
rivier geslagen. Thans vindt men er eene valbrug.
Aan deze brug, welke met het wapen der Staten‘van Utrecht ver-
sierd is , wordt toi ontvangen van alle wagens en beesten, welke er
overgaan , volgens eenen brief van J a n v a n A r k e l , den zeven en
veertigsten Bisschop van Utrecht , in het jaar 1360 gegeven. In het
jaar 1602 hebben de Staten van Utrecht eene ordonnantie op het
bruggeld vastgesteld, welke in het jaar 1692 vernieuwd en vermeer-
derd is.
De' paroebiekerk werd , in het jaar 1527 , door de Gelderscben tot
den grond toe vermeld. Zij werd, in het jaar 1530, weder opgetim-
merd , nadat de Stadhouder L a l a i n g , van wege den Keizer, den grond
aangewezen , en de naburige. plaatsen eenige gelden daartoe gegeven
hadden. '
Eembrugge had , in vorige tijden , stadsvrijheden , waarin de ingeze-
tenen , door Bisschop J a n van. A r k e l , wegens bewezene diensten , in
het jaar 1364., bevestigd werden. Zij hadden reeds in het jaar
1200 met hun stadszegel gezegeld. In het jaar 1576 werden hunne
voorregten op nieuw bevestigd, door F i l ip s II , Koning van Spanje.
Doch kort daarna sebijnt Eembrugge den naam van stad verloren te
hebben. Ook is het onzeker, of de plaats wallen hebbe gehad, en
wanneer zij daarvan is beroofd geworden. Van de stadsvoorreglen
of oude magt van Eembrugge vindt men tegenwoordig geen ovcrblijf-
sel meer.
Deze plaats heeft, in de binnenlandsche oorlogeö en inzonderheid in
dien van H e n d r ik van B e i je r e n , den acht en vijftigsten Bisschop van
Utrecht, veel geleden. Ook leed de plaats niet weinig aanstoot in den
oorlog met Spanje, en , bij den inval der Franschen in de provincie
Utrecht, in het jaar 1672, wegens het kasteel, dat toen aan de
overzijde der Eem , benoorden de brug, lag.
Meer dan eens, en inzonderheid in bet jaar 1702, is dit dorp, be-
nevens andere dorpen aan de Eem, door de overstroomingen van de
Zuiderzee bezocht geweest.
EEMDE, oude naam van de riv. de A lm , prov. Znid-Holland.
Zie Alm.
EEMDE of d e Eem , voorm. riv. in den Zuidhollandsche-waard,
prov. Zmd-Holland. Zij liep uit het Land-van-Altena, eerst in eene
noordelijke, en voorts in eene noordwestelijke rigting naar Dordrecht.
EEMDE, voorm. d. in den Zuidhollandsche-waard, prov. Zuid-
Holland. Het was een der twee en zeventig dorpen, welke bij den
watervloed van 18 November 1421 ondergeloopen, en een der vier
IV. Deel. ' 4