Het is niet groot van lmurt, doch er behooren veel h. under, die bridge
de Gaaster-Nieuwevaart gebouwd zijn. Men telt er 46 h. en 260 inw.„
die meest hun bestaan vinden in den landbouw en de vischvangst.
De Herv., die hier 190 in getal zijn, behooren tot de gem. Gaast-
en-Ferwoude, welke hier eene kleine kerk met spits torentje hebben,
die aan den dijk S ta a t, en voor de Herv. niet rneer dan 90 goudgul-
den (133 gulden) opbragt, terwijl er nog eene geringe prebende was.
De B. K., van welke men er 70 aantret't, behooren tot de stal.
van Makkum. — De dorpsehool wordt gemiddeld door een gelal van
20 leerlingen bezocht.
De jaarmarkt valt in den derden Zondag in Augustus.
GAAST , d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Schoterland.
Zie R o t s t e r g a a s t .
GAAST (DE), geh. in het Westerkwarlier, prov. Groningen. Zie
Gast (De).
GAAST (DE), ns Gast of Ubergast , läge, onbehuisde kleistreek, in
Westerwolde, prov. Groningen, arr., kant. en 1 | u. 0. van Winseho-
ten, gem. en 28 miu. W. van Bellingwolde, tusschcn de Westwoldin-
ger-Aa en de Nieuwe-Aa.
GAAST (GROOTE), naam onder welke het grootste gedeelte van het
d. T jerkgaast , prev. Friesland, kw. Zevenwouden , griet Doniawar-
stal, wel eens, ter onderscheiding van het geh. Keeihb-Gaast , voorkomt.
GAAST (KLEINE-), d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Schoterland. Zie R otstergaast.
GAAST (KLEINE-), geh., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Doniawarstal, arr. en 3J u. Z. van Sneek, kant. en 1 1 u. N. W.
van de Lemmer, £ u. N. O. van Slooten, eigenljjk een gedeelte van
het d. Tjerkgaast uitmakende.
GAAST (NYE-), d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Schoterland. Zie Rotstergaast.
GAAST (OLDE-) of Oode-Gaast, d., prov. Friesland, kw. Wester-
goo, griet. Wonseradeel. Zie Gaast.
GAAST (R0TSTER-), d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Schoterland. Zie R otstergaast.
GAASTBUREN, b., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, arr. en
8 j u. Z. van Sneek, kant. en 3 j u. W. van de Lemmer, J u. Z.
van Oudemirdum, waartoe zij behoort.
GAASTEN (DE), b., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Smal-
lingerland. Zie Egbertgaaster.
GAAST-EN-FERWOUDE, kerk. gem., prov. Friesland, klass. van
Harlingen, ring van Makkum.
Men telt er 350 zielen, en heeft er 2 kerken , eene te Gaast en
eene te F e rw o u d e . De eerste, die hier het leeraarambt heeft waar-
genomen , is geweest F rans L utjes, die in het jaar 1594 hier stond,
en in bet jaar 1596 naar Hem, in Noord-Holland, vertrok.
GAASTER-INDIJK, vaart, bezuiden Gaast, prov. Friesland, kw.
Westergoo, griet. Wonseradcel, die thans uit de Zeedijksvaart tot
aan den Wormebuursterpolder loopt, en tot uitwatering strekt van den
polder Berouw.
GAASTERLAND, griet., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, arr.
SneeL, kant. Lernmer (3 k. d., 12 m. k., 7 s. d.); palende N. aan
Wymbritseradeel, Slooten en het Slootermeer, N. 0 . aan Doniawarstal ,
0. aan Lemsterlapd, Z. aan de Zuiderzee, W." en N. W. aan Heme-
lumer-Oldcphaert-en-Noordwolde.
Deze griet. werd, volgens het Saksische landregt, onder Westergoo
gerekend en met Hemelumer-Oldephaert vereenigd , doch reeds, voor
dat de Hertog van Saksen in het land kwam , werd er eenig onder-
scheid gemaakt tusschen de Gaasterlanders, loen Geestmannen genaamd,
en de Woldluiden , zoa als uit de geschiedenis der Schieringcrs en ,
Vetkoopers bekend is. /• 3 fc&cy ¿¿¿¿¿Z.
Zij bevat de volgende 9 d .: BakHu i zen , BaFk , H a r ic h ,M f rn s ,
N y em ird um , Oudemirdum, R u ig a h u iz e n , S o n d e l ‘en Wy-
kel. Men telt er 808 k., bewoond door 662 huisgez., uitmakende eene
bevolking van ongeveer 3200 inw., die meest hun bestaan vinden in
landbouw en veeteell, alsmede in graan-, hout- en boterhandel; terwijl
men er ook 3 bierbrouwerijen en 1 jeneverstokerij heeft.
De Herv., die hier ruim 2400 in getal zijn, maken de volgende
4 gem. uit: B a lk , H a r ic h , O u d em ird um -N y em ird um - e n -
Sondel en W y k e l, terwijl die van de d. Bakhuizen en Mirns,
tot de gem. Hemelum-Mirns-en-Bakhuizen behooren. Deze gem. worden
door 5 Predikanten bediend , en hebben in de griet. G a a s t e r e a r d
5 kerken.
De Doopsgez. teilen er bijna 100 zielen, die de gem. der Oude-
Friezen te Balk uitmaken. Een tiental Evang. Luth., dat in deze griet.
woont, behoort tot de gem. Workum.
De R. K., van welke men er 760 telt, onder welken 325 Communi-
canten, behooren tot de stat. van Slooten-en-Bakhuisen.
Er zijn in deze griet. 6 scholen , welke door een gemiddeld getal
van 410 leerlingen bezocht worden.
Ten tijde der verderfelijke verdeeldheid der Schieringers en Vet-
koopers was G a a s t e r e a h d de woonplaats van eene menigte Edelen ,
die hier hunne slerkten en stinzen hadden , waarvan te Harich nog
de stins Minnema overigis. Ook blijkt zulks overigens thans nog uit de
groote menigte wieren , die men als overblijfsels daarvan heeft aan te merken
j kunnendc ook uit de grootheid der kerken , welke hier voormaals
alom op de dorpen gevonden werden , worden opgemaakt, dat deze griet.
toen vecl volkrijker geweest moet zijn dan heden ; waarvan de reden ook
zeer natuurlijk is , terwijl in oude lijden , toen Friesland nog niet door
bekwame zeedijken beveiligd was , deze griet. echter door hare hoogte
vrij was van het zeewater.
De voornaamsle vaarwateren in deze griet. zijn : de E e , de Rijn-
vlocd, de S c hw a rtz e n b e rg s -s lo o t, de B a k h u is tc r - s lo o t, de
P o l-sloot en de L its. Behalve een gedeelte van het S lo o te r mee
r, bevatten de lagere streken dezer griet. eenige verspr^ide meer-
tjes en poelen, van welke de voornaamsten zijn: de S o n d e l e r -
L e ijen , de Zandpoelen , de H o lle -B rek , het W itw a te r en
het B ak liu iste r-w ad .
Men treft in deze griet. onderscheidene gaasten of zandheuvels aan,
die doorgaans met bosschaadjen bezet zijn , waarin zieh overvloed van
hazen , patrijzen en ander wild gevogelte opkouden. Aangezien deze
gaasten of zandheuvels hier meer dan elders gevonden worden, heeft
de griet. G a a s t e r e a r d daarvan hären naam ontleend, en bestaat dus,
voor het meerendeel, uit eenen hoogen zandrug, die hier heuvel-
achtige graanvelden en digte bosseben vertoont, welke elders door
lagere vlakke weilanden afgebroken worden. Deze laatste vindt men
echter alleen aan de grenzen van Hemelumer-Oldephaert , in het
Westen, en aan het Slootermeer en nabij Lemsterland, in het Oosten.
Zij zijn zeer geschikt tot hooiwinning, terwijl de hooge zandgronden,