jaar 1836 afgebrokcn. De toegang tot de stad heeft thans over brirg-
gen plaats , welke echter allen liggcn , waar vroeger de bruggen der
poorten waren gelegen. Edam is eertijds met muren cn torens oraringd
gewecst, doch ligt thans in groene wallen, sierlijk met twee rijen
ijpenboomen beplant. Binnen hare wallen telt men 580 h., be-
woond door 600 huisgez., uitmakende eene bevolking van 2500 inw.
Bij de opkomst van Edam heeft de bouthandel en scbeepsbouw meest
aldaar gebloeid. In het jaar 1632 telde men er 30 timmerwerven ,
2 touwslagerijen en 26 houtwallen; boewel deze bandel sedert vrij wat
is verminderd en naar elders geweken , ja zelfs in het begin dezer
eeuw geheel vcrvallen was , is daarin sedert eenige jaren weder leven-
digheid gekomen , zoodat ook thans nog velen daarin hun bestaan vin-
den , terwijl men er nog 3 scbeepstimmerwerven 3 touwslagerijen en
1 houtzaagmolen heeft. Voorbeen was hier ook de voornaamste kaas-
markt van geheel Noord-Holland, waarvan dan ook, de kaas, die het
meest in Noord-Holland gcmaakt wordt, namelijk de ror.dachtige met
roode korsten , nog heden onder den naam van Edamsche kaas bekend
en vooral bij de Engelschen zcer gezöcht i s , die haar Dutehmans-
liead noemen. Hoewel reeds sedert een aantal jaren de kaashandel te
Alkmaar en te Hoorn die van Edam verre overtreft, geeft de kaas-
markt, welke aldaar Zaturdags gehouden wordt, nog eene groote drukte
en ruim vertier aan deze stad, zijnde er in de laatste jaren tusschen
de 350,000 en 450,000 pond. jaarlijks ter markt gebragt. Van
de 10 zoütkeeten , welke hier vroeger in werking waren bestaat er thans
nog maar een. Voorts heeft men er 1 leerlooijerij , 1 smeersmelterij
en kaarsenfabrijk, 1 weverij en 1 spinfabrijk. Alhoewel de stad
niet vlak aan de Zuiderzee ligt, heeft zij daarmcde toch • gemeen-
schap door eene bekwame haven , het O o rg a t genaamd , die ruim Jii,
lang is. in welke haven eene, in 1839 vernieuwde^ schutsluis, ter
keeringvan hetzeewater, is gemaakt. De scheepvaart, die voor groote
schepen gestrerctd is , door de ondiepte der haven , en alleen door kof-
fen , smakken, tjalken en andere plathoomde vaartuigen gedreven wordt,
vermindert langzamerhand van jaär tot ja a r, in geringe mate, zoodat
in 1841 slechts binnen kwamen 46 zeeschepen , welk getal in 1834
nog 60 bedroeg.
Vroeger stond bet S tadhuis te Edam op de Voorhaven, doch
aangezien dit zeer verouderd en vervallen was , heeft de Regering dit,
in het jaar 1737, doen afbreken, en in plaats daarvan, het tegen-
woordige , aan de Zuid-Oostzijde van den Dam of de Marlct, doen bouwen,
hetwelk in het jaar 1739 voltrokken was , en niet slechts van buiten neft
sn sierlijk , maar ook van binnen met fraaije vertrekken voorzien is.
Het P r in s e n h o f , aan de Stadswal, digt bij de Noorderpoort, is
een ruim gebouw , waar men, behalve nog vier aüdere zonderlinge
schilderijen, de afbeelding vertoont van P i e t e h D i r k Lan g e b a ab d , te
Edam in 1528 geboren , wiens baard omtrent twee malen de lengte
van zijn ligchaam moet gehad hebben. Van de, in dit gebouw gevon-
den wordende vertrekken was er vroeger een geschikt tot de vergade-
ringen van de klassis van Edam en van het Noord-Hollandsche Synode ,
welke voorheen om de zes jaran in deze stad bijeen kwam, wordende
de ecrste Noordhollandsche synodale vergadering , in 1572, te dezer
plaatse gehouden. Een ander vertrek van dit gebouw diende tot verga-
derzaal van den krijgsraad der stad, destijds uit vier vendelen be-
slaande; en die van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd-Ingelanden van
den Purmer. Thans wordt dit gebouw tot bergplaats van stads goede-
ren gebruikt.
De Beurs aan Ae Markt, tegen over het Stadhuis, is in het jaar 1738
gcbouwd. De V is c hm a rk t, welke vroeger achter het stadhuis was ,
is thans bij het Boerenverdriel.
Tot de merkwaardigheden van Edam behoort ook de ijzeren leuning
der D am s lu is , op welke de zuurstof der dampkringslucht geen in-
vloed schijnt te hebben, daar zij nimmer aan eenige roest onderhevip-
is. Vroeger wees men aldaar ook nog, in een partikulier huis, eene
bedstede aan , welke eens tot slaapplaats van M a u b its , Prins van
Oranje, zoude gediend hebben; dit huis is echter afgebroken, zoo dat.
daarvan thans niets meer te zien is.
De H e rv o rm d e G em e in te te Edam , welke tot de klass. en ring
van Edam behoort, telt nagenoeg 2500 zielen, onder welke ook behoorcn
de buiten de stad te Vollendam , en in de tot de burgerlijke gem. Edam
behoorende pold. wonende. De ecrste, die in deze gem. het leeraar-
ambt heeft waargenomen , is geweest P a u lu s P ie te b s e , die hier op den
1 September 1575 j overleden is,. Eenigen tijd te yoren was er een
tweede Predikant in deze gem. beroepen, zijnde geweest II c b b e c iit
G eb eb an d s ; na welken tijd , tot op het jaar 1645, deze gem. door
twee Predikanten.bedicnd werd. Doch den 29 Mei van dat jaar, werd
G o d e fb id u s L am o tiü s , tot derde l.eeraar in deze gem. beroepen.- Na
het overlijden van W i l l em Boomkamp in het jaar 1856, is echter geen
derde Predikant beroepen , zoodat sedert dien tijd de gem. weder door
slechts twee Leeraren bediend wordt. De Herv. gem. heeft twee ker-
ken , de Groote k e rk en de K le in e kerk.
^ De G root e k e rk , aan de Stadswal, bij de Noorderpoort, was oud-
lijds aan den H. N ic o la a s toegewijd. Destijds stond deze kerk ter
begeving van de Graven van Holland , die ook den Koster aanstelden.
De bevestiging in de parochie, werd door de officialen der Utrechtsche
kerkgedaan. De pastorie , die in alles 10 pond groot (60guld.) ’sjaars
kon opbrengen, had geen pastoorshuis, maar bezat 1 2 dcimten , welke
jaarlijks 6 pond groot ( o6 guld.) leverden. Behalve de Pastoor was
er ook een Onder-Pastoor. Deze kerk was zeer prächtig en sierlijk ,
zijnde het verwulfsel zeer kunstig met Engelen beschilderd, en de
glazen met oud en vermaard schilderwerk versierd. Ook had men
er twee of drie orgels , gedeeltelijk met zilveren pijpen. Het koörhek
was van goudgeel koper en zeer kunstig met allerlei ranken , loof-
.werk, bloemen , vruchten en vogelen versierd. Eindelijk pronkte dit
kerkgebomv , ook met eene hooge en sierlijk gewerkte torenspits,
welke 1 1 0 -v; (ruim 51 eil.), hoog was en den schippers tot baak op de
Zuiderzee verstrekte. Op den 24 Februarij 1602, sloeg de bliksem in
den appel ot peer van dezen toren , waardoor kerk en toren geheel tot
asch verteerden. Eerlang was men er echter weder op bedacht, om
beiden te herbouwen, waartoe men in de stad eene collecte deed,
bij welke gelegenheid de Edammers zoodanige blijken van mildda-
ig eid gaven , dat men aldra , in plaats van met eene schaal, zoo
als men begonnen was, met eene siede moest rond gaan , ten einde het
goud, zilver , koper, lood en ijzer op te halen , hetwelk door de ingezetenen
bijeengebragt werd, om het kerkgebouw te herstellen. Op den
Augustus des gezegden jaars , werd dan ook weder de eerste steen
* » l-’i °im ,alz0° ’ op de ?ude Gronden , muren en pilaren , een voor-
trettehjk kerkgevaarte te stiehten, en in bet volgende jaar riglte men het
a.W!-i.]ende v*ei'liant' des torens weder op, en bouwde daarop eene
sierhjke torenspits , hoewel niet zoo hoog als de eerste, zijnde maar
Wo V. (bijna 27 eil.) hoog. Vervolgens ging men met den opbouw .volij