GOR.
v o o r h e t A r o s t e r a a m s o h e k a n a a l , e n _ ^ g ,1 8 1 9 g e g r a v e u
k a n a a l - g e b o u w d ; w a a Ä o 2 kanaal van S t e e n e n h o e k , h e t h a a n k w a m , waar n o g d e
G h o o t b i j z i jn e o n t v l u g t i n g u i 06 n } £ o g e r b e e t s e n !Enb
e e l d t e n i s v a n d i e n S t a a t s r a a n , ií e n e a l s i n e d e d e .k u n s t i g e p o m p
PENXBS v o o r t r e f f e l i j k o p g l a s g e s y ;n e d e r i g e w o n in g in
a a n D a k t s e la ir g e s c h o n k e n , > e z i e n . ’ j£ e e r ^ AN A r k e l , in
4 e Ravelsteeg, v o o r w e l k e W i l l e m , »de d a a t s t e t i e e r
1 4 1 7 , h e t l e v e n l i e t . . . „ . „ . r ,e n e e n S t a t . i o n d e r
M e n h e e f t t e G o r iKCHBm « a n P o s t k a n t o o r ,
. P . a a r d e m p o s t e r i j . j . C r i w v t p J o e r k < r e h e * * e a , k ^ d e
De H e x v c r m d e k e r k , m e e s t a l wlL, i n h e t j a a r
Krijt-, Krijgs- olKruisstraat d e r d e n
¡ L A ^ - * ä Ä 2 S S £ 2 3 * 3 *
w e l k e w F d e v o lg e n d e v e rm e i d v i n d e n
van de P a t r o n e n Rer kerk mgewy w «rafkelder der Heeren v a n
■ staande in o n s *»
5 S Ä S v t r S c h e p e ^ e n d a t , i j o n d e r
, m a k e n , e e n ;g e s n e d e n k o k e r , d e
Ä * ? « ' * * ' Ä i r Ä Ä z e e r k u n s t i g ig e b o r d u u r d s t o n d e n a a n h g T o k
l e n a a r * g a n t e n w a s '
Voorts bad men het St. ¿,nedoftio-e altaartafel maakte,
zljnde eenibeeldsmjder,.in.het jaar .148 , R ,tonden Aan dit
w a a r i n St. Barbara e n bare marteldood verbeeblstonden. , u u ^
a l t a a r w a s e e n e b r o e d e r s c h a p t e r h a r e r a e r e ° P S “ ‘S ’ n , j a a r _
e e n e m i s o p h u n n e k o s t e n a a n d i t ¡ S Ä b r o e d e « e n
l i j k s e e n e e n w i g d u r e n d j a a r g e t i j d e v « ¿ d a a n w a a r v o o r b j j
a t ó t e « l a t e n 'd o e n , d e z e n n s w e r d d o o r d e ’ w e k e l i jk s c h e
« * n p a n d ,H o lla n d s .< 7 5
missen t i e n p o n d en ( 7 g i u a . D U c e n t ) j „ „ ™a s met-v ie r nnssen
re c d s i n een en b r ie f v a n h e t j a a r 1 5 8 6 v e rm * l,et ia a r :1 4 0 0 vermeld,
w ek e lijk sd ie la st. S t.C a th a r in aV á lta a r ^ « d t men m b e t j a a r 14UU ^
e n in bet j a a r rl45B w e r d i e r i e e n e k u n s t i g e a l t a a r t a f e l o p g , tw in t ig
teldood vandeze H. Maagd verbeeldende , waarvoor betaald wer«
ponden Hollands. ln eenen brief vindt men vermeld, dat de heer
G o r n e l i s C ale A d ria a n s z , en zijne vrouw J u d i th V o s s e n d o c h te r , stichters
van dif altaar zijn geweest, en daaraan verseheidene goederen geschonken
hebben , doch vermits deze sticbting iets later, dan in het jaar 1400,
yoorgeyallen i$ , zoo denkt men , dat bet maar eene vermeerdering
van inkomsten of de sticbting van eene vikarij zal geweest zijn. Het
altaar van het H. Kruis was in bet jaar 1565 reeds in wezen, want O t t o
v a n Abkej, destijds hoorende , dat zeker burger van Gorinchem , H e n d
r ik K a n n em ak e r , door onkuiscbe driften, vele maagden en weduwen
had geschonden en bedrogen, en zulks in zijne stad niet willende dulden
, nog ongestraft laten, vervolgdc dezen onkuischen boef, welke
atu Heer O t t o 's banden te ontvlugten zieh in de keck in veiligbeid
stelde, Heer O t t o de kerkelijke vrijbeden niet willende sehenden en
veel minder nog dezen booswicht vrij lalen , 1 liet eene groote verwers-
kuip in de kerk brengeo, welke bij voor het H. Kruisaltaar over
hem heen deed stolpen , tot dat hij van den Bisschop verlof kreeg,
om hem uit de kerk te mögen halen, wanneer hij hem, tot welser-
diende straf , deed onthoofden. Nader berigt vindt men van dit altaar
niet, het is zeker een der oudsten geweest. Het altaar van St. Joris,
werd in bet jaar 1423 , door Burgemeesteren en Schepenen , met verlof
van Hertog J a n v a n B e ije r e n , Graaf »ow Holland, aan de oude Schutte
« geschonken, maar de stichting is onbekend. Het genootschap der
oude Sc.hutters had zijnen eigen Vikaris, die op gestelde tijden de
godsdienst moest verrigten, Dit altaar was met kostbare versierselen
woorzien , zoo dat het voor weinige in pracht behoefde te wijken ; daar-
boveu stond S t . J o r i s , die door de schutters voor hunnen patroon of
schutsheilige gevierd werd, met zijn speer te paard zittende, afgebeeld.
Het altpar van Cosinus en Damianos is, in het jaar 1465 , door het gilde
der Heelmeesters gesticht , die het tot hunne dienst gebruikten. Zij
hadden ook bannen eigen Yikaris tot verrigting van hunne godsdienst.
Dit altaar was niet minder dan het vorige van alles voorzien ,
,en werd in het jaar 1466 met eene kunstige altaartafel, eenen zilveren
kelk, en meer andere sieraden, heschonken. Het altaar van St.
Aones vindt men iq het jaar 1465 vermeld , maar dit is naderhand
a-fgebroken en yerplaatst. Het stond aan de zuidzijde der kerk. G e e r t j e
J a n s dochter had daaraan eene wekelijksche mis gesücht, waartoe zij bij
uitersten wil z.es morgen lands hestemde. Het altaar van S t . J a n den
Dooper, werd, in het jaar 1562, door het gilde van de kleermakers,
wandsnijders en droogscheerders gebruikt, dit was van alles ook deftig
voorzien , maar de bijzonderheden vindt men niet vermeld. Het altaar
van de tien duizend Martelaren was tot gebruik van het schip-
persgilde, ook hiervan vindt men geen nader berigt. Het altaar der
Romeinache en Jerusalemsche Heeren had dezen naam van die broederschap
gekregen , was anders St. Petrus-en-Paulus-altaar genaamd,
en den 10 September 1512 gesucht ; terwijl G e e e t r o i jd A d b ia a n s en
haar zoon Jo h a n A d r ia a n s z . van d e r H a a r , aan dit altaar eene eeu-
wigdurende vikarij , wekelijks belast met drie missen-, stichtten. Ein-
delijk had men nog: hei ajtaar der zeven weeen ; St. Cornelis-altaar
en het altaar vaq de drie Köningen , van welken men echter niets nader
vermeld vindt. Bebalye deze altaren, stond in het hooge Koor aan de
westzijde van het Hoofd-allaar , een kostelijk H. Sacramentshuisje , het-
welk omtrent het jaar 1550 do.or den Heer J o h a n v a n A r k e l was gesticht,
rüstende op een yerheven steenen voetstuk, en zijnde met kostbare ko-
peren tralien en kunstig beeidwerk voorzien; terwijl het boven op zijn