verre na het vermögen en aanzien niet, hetwelk zij vervolgens vcrkre-
gen heeft. Dezen dus, ingerigt naar bare toenmalige gesteldbeid,
werden met den aangroei der stad te bekrompen geoordeeld, om
daarin dat gene te verrigten , waarvoor zij dienen moesten. Bovendien
waren beide door ouderdom bouwvallig geworden, terwijl men aan het
Raadbnis eene zware verzakking bespeurde, welke de regering, in het
jaar 1774, deed besluiten dit gebotiw te doen afbreken, en een geheel
nieuw Raadbuis , overeenkomstig den smaak van den tijd en het aanzien
der stad , te doen optrekken. Intusschen bezigde de raad een gewoon
huis in de Oude-Boteringestraat, op den noordelijken hoek van het Gees-
telijke-Maagdenstraatje, waarin de eerste vergadering den 1 September
1774 werd gehouden. Vervolgens werden wel de noodige schikkingen
tot het bouwen van het nieuwe stadhuis gemaakt , doch hier bleef het
bij. Door menigvuldige zwarigheden werd dit werk verschoven , tot dat,
in het jaar 1792 , door den Raad weder tot den opbouw besloten werd.
De grond werd ter diepte van negen voeten en negen duinien uitgegra-
ven , voor de te leggen fondamenten. Toen ditverrigt was , legde de
Heer Burgemeester H e n d r ik v an S y s e n , in tegenwoordigheid van den
geheelen Raad, daar aan den eersten steen, zijndc van wit marmer, ter
grootle van eenen baksteen , met het volgende opschrift: D e z e e e r s t e
STEEN IS AAN DIT S t ABHÜIS GELEGD DOOR DEN PRESIDENT B uBGEMEESTBR
H e n d r ik v a n S t s e n , d en XXIX A p r il MDCCXCIII. Het bouwen ,
in het jaar 1793 gestaakt zijnde, werd in 1802 hervat en voortge-
zet, en op den 16 October 1806 werd in dit nieuwe gebouw de eerste
vergadering gehouden. Het daarvoor staande jaargetal MDCCCX wijst
aan, wanneer men met timmeren opgehouden heeft. Het oorspron-
kelijke plan was , om er een vierkant van te maken , rondom met
vertrekken voorzien ; doch ter vervrolijking van het gebouw , heeft
men aan den vorm van een regth'oekig hoefijzer de voorkeur gege-
ven. Dit sierlijke gebouw staat, .naar de breedte gerekend, genoeg-
zaam in het midden van de markt, doch naar de lengte , blijft er
een zeer ruirn plein voor den voorgevel over, waardoor het gebouw
zieh bij uitstek schoon voordoet, en aan alle zijden op eenen aan-
merkelijken afstand kan beschouwd worden. Het heeft dus drie ge-
vels, en ten westen een inham of opene plaats, de voorgevel is 38 eil.
1 palm. 2 duim. breed , en de Zuider en Noorder gevels hebben ieder
30 eil. 4 palm. 2 duim. breedte. De voorgevel Staat naar het Oosten,
waarvan men dus het gezigt heeft over de Groote markt, op de St. Maar-
tenskerk en toren, de hoofdwacht en vele voorname buizen. Deze gevel
pronkt met prächtige zuilen, bestaande uit vier kolommeii van bremer-
steen , ieder ter dikte van bijna vier voeten (1 el 1 palm 7 duim.) in mid-
dellijn, welke op een blaauw arduinsteenen voetstuk rüsten , en de voor-
uitspringende groote lijst onderschragen. Ter wederzijde heeft dit voetstuk
eenen ruimen blaauw arduinsteenen trap van een en twintig treden.
Allervoortreffelijkst vertoont zieh deze voorgevel op eenigen afstand.
Het geheele gebouw bestaat uit drie verdiepingen. Het voetstuk is
van blaauw arduinsteen, waarin de ramen voor de onderste^verdieping,
alsmede de zuider en noorder ingangen zijn. Hierop rust het ligchaam
van het gebouw zelve, dat uit gehakten steen , met platte pilasters
van bremersteen tusschen de vensterramen , is opgetrokken, en daar-
boven gaat , rond het geheele gebouw , eene groote sierlijke lijst., Het
dak is met blaauwe leijen gedekt. Onder het frontespice vindt men
de woorden: d e o . p a t r ia e , e t . jd s t i t ia e . , (d. i. aan God, het Vader-
land en de Geregtigheid), Van de markt af heeft het gebouw twee
Zugängen, waardoor men in eene met arduinsteen gedekte gaanderij komt,
die den toegang tot de vertrekken gelijk vloers verleent. Deze gaanderij
is 3 eilen breed en 13 eilen lang. Van voren is de hoofdin-
gang, längs de gemelde een en twintig trappen, welke voert tot een
prächtig voorportaal, en gestukadoorde zeer breede en hooge gang;
betgeen het1 fraaiste gedeelte van het binnengebouw uitmaakt. 4 an
binnen zijn twee groote trappen, die van de onderste vertrekken naar
den zolder leiden , waarvan de kleinste in 1841, en de grootste in
1842 eerst gemaakt zijn. Het gebouw bestaat uit eene menigte groo-
tere en kleinere vertrekken, waarondcr de Raadzaal, op de hoofd-
verdieping, vooral uitmunt. Deze heeft eene lengte van 14 en eene
breedte van 8 eilen. Het geheel stelt een sierlijk paleis daar, betwelk,
zoo wcl wegens zijne bouworde, als de günstige ligging op een vierkant
plein, een schoon gezigt oplevert, en aan de Regering, zoo wel als aan
deD Bouwmeester J a c o b O t t e r H b s l e t van Amsterdam, tot eer verstrekt.
Het P ro v in c ieh u is, ten Oosten van bet Martinikerkhof, thans
dienende tot zetel van het Provinc ia a l Gouvernement, is een zeer
oud gebouw, waarin voorheen de Latijnsche school der St. Maartenskerk
gehouden werd , doch dat, weinige jaren na den overgang der stad aan
de zijde der Staten, tot het tegenwoordig gebruik is geschikt gemaakt,
zijnde de eerste vergadering daarin den 16 Junij 1602, door de
Staten, en den 8 December 1603, door de Gedeputeerden gehouden.
Het is een hoog en luchtig gebouw, van buiten naar het Noorden
voorzien met eenen kleinen toren, in welken de opgang in de bo-
venste verdieping van het gebouw is 5 doch anders heelt het mter-
lijk weinig aanzien. De ingang is door een laag poortje, aan welks
beide zijden vertrekken voor den Bewaarder zijn. Uit ,t een klein
vertrek, hetwelk voor de bedienden bestemd is, komt men in de Sta-
tenkamer, dal een zeer ruim vertrek is , prijkendc met een schoorsteen-
stuk , door H. C o l l e n iu s in 1712 vervaardigd , verbeeldende de godsdienst
en de nijverheid. De trap wijders opgaande, komt men door eene voorka-
merin de zaal, waar voorheen de Gedeputeerde Staten vergaderden, zijnde
een even ruim vertrek, als dat der Staten, waar het oumiddellijk bo-
ven gelegen is, en prijkt met de beeiden der Stadhouders tot de laatste
tijden. Aan de overzijde dier vobrkamer vergaderde de Provmciale Re-
kenkamer; lerwijl nog andere vertrekken dienen voor de secretarie en tot
berging van boeken en papieren. In dit onaanzienlijk gebouw vergaderen
00k , van tijd tot tijd , commissien , zoo als die van onderwys enz.
Tot de opbouwing van het Provinciehuis werden, op last der Staten ,
10,000 sleenen gebroken uit bet konvent van Selwert.
Het voormalige O m m e la n d e r-h u is , tusschen de St. Jaustraat en
de Poelestraat, waar weleer de Staten der Ommelanden hunne afzon-
derlijke vergaderingen bielden, is een kleinen zindelijk gebouw, in het
jaar 1784 van voren geheel nieuw veranderd, zoo dat h e t, behalve
een klein portaal en eene ruime v o o r k a m e r , eene fraaije vergaderzaal
en eenige andere vertrekken heeft. Het huis wordt nu door de Di*
r e c tie d e r b e la s tin g e n , de Commissie v an Landbouw en
anderen gebruikt.
Het voormalige Groo te K a n to o r of C o lle c th u is , aan de west*
zijde van de Grooteniarkt, waar voorheen de provinciale sebattingen be-
taald werden , pronkte eertijds met het wapen der provincie en nog
met eene spreuk in het Latijn, ontleend uit het zeggen van J e z b s .
G e e f d en K e iz e r d a t d e s K e iz e h s i s . Thans dient het tot een K a n tc o r
van h e t zegel en d e r gouden en z ilv e re n werken.
IV. D e e l . 89
f l