Ontvanger bestaande ; 13°. bet dijkbestuur van het Nieuwe B ild t,
bestaande uit twee Volmagten en eenen Ontvanger ; 13°. het dijkbe-
stuur van het O u d -B ild t, uit twee Volmagten en eenen Ontvanger
bestaande; 15°. het dijkbestuur der V ijfd e e le n Zeedijken b in nen
dijks te Harlingen, uit twee Gedeputeerde Volmagten, met eenen
Ontvanger-Generaal en eenen Secretaris bestaande; 16 . net dijkbestuur
der Vijfdeelen^ Zeedijken b u ite n d ijk s te Harlingen, uit
twee Gedeputeerde Volmagten buitendijks, met eenen Ontvanger-Generaal
, en eenen Secretaris, benevens drie Volmagten van het Nieuwe
Bildt, met hunnen Ontvanger en Dijkschrijver bestaande; I j ’* “et
dijkbestuur van Wonseradeels Z u id e r-Z e ed ijk en te Bolsward,
uit eenen Dijkgraaf, eenen Gedeputeerde en twee Gecommitteerden
binnendijks, met bunnen Rekenmeester , eenen Gedeputeerde en twee
Gecommitteerden buitendijks, met bunnen Rekenmeester, benevens nog
eenen Rekenmeester van de stad Bolsward, met eenen Secretaris en
eenen Ontvanger-Generaal, benevens vier Arrondissements-Ontvangers
bestaande; 18°. het polderbestuur van W o rk um e r-N ie uw la n d tc
Workurn, uit vier Gecommitteerden en eenen Secretaris bestaande;
19°. het dijkbestuur van W ym b rits e ra d e e l, met de onderhoorige
contributie zeedijken te Sneek , uit eenen Dijkgraaf, twee Dijksgede-
puteerden, eenen Dijksecretaris en eenen Ontvanger-Generaal bestaande;
20°. het dijkbestuur van H em e lum e r-O ld ep h a e rt-en -N o o rdw o l-
de cum annexis, uit vier Leden , eenen Secretaris en eenen Ontvanger
bestaande; 21°. het dijkbestuur van de Zeven G rie tem je n en
s ta d S lo o te n contrUriiti e Ze ed ijk en te Lemmer, uit eenen
Dijkgraaf, eenen Secretaris , eenen Ontvanger , twee Volmagten uit
Doniawarstal, twee uit Gaasterland , twee uit Lemsterland, twee uit
Haskerland, twee uit Schoterland, twee uit Opsterland , twee uit
Aengwirden , en twee uit Slooten bestaande, en 22°. het dijkbestuur
van den Ou d en -L in d ed ijk te Wolvega.
Friesland is op onderscheidene tijden door veelvuldige W atervloeden
geteisterd. Behalve den allerverschrikkelijksten watervloed over al de
zeekusten van Duitschland, omtrent 350 jaren voor Christus geboorte
gewoed hebbende, vindt men voor het jaar 800 geene aanmerkelijke
vloeden , met uitdrukking van tijd. Occo S c a r l en s is heeft aangetee-
kend, dat in het jaar *316 F r ie s l a n d geheel van de Noordzee is under
. geloopen , waarbij meer dan 600 menschen omkwamen. In 884 ti o
F r ie s l a n d andermäal een geduchte watervloed; doch nog erger was le
van 8 8 6 , waarom Koning A d g ii.l u s , in 890, terpen, later vliedbergen
genoemd . liet opwerpen, om in tijd van nood zieh op deze aar oog
ten te kunnen bergen. Zeer zwaar zijn ook de overvloeijmgen in
de jaren 788 en 792 geweest. O.nder de inwoners, die toen het meest
creleden hebben , worden inzonderheid geteld die van Kollum, Alme-
num, Midlum, Herbaijum, Tjum, Winsum, Dronrijp en Imtkom.
In December 806 viel de St. Thomasyloed in dit gewest voor, bedekte
het gehcele land, vermeide vele huizen en woningen , en deed
menschen omkomen. Door het plotseling Opstijgen van den zeevloe ,
onder zwaren donder, bliksem en hagel, werd er veel vee vers on
den, en daar het water vier maanden lang op het land staan bleet,
stierf al het wintergraan. Gedurende dezen winter werd de ker e
Minnertsga door de persing des vloeds zoodanig verzwakt, dat zij ein
deljjk instortte. Hetzelfde lot onderging het adellijke huis. van Her-
mana , waarin onderscheidene menschen waren gevlugt, die met *
gebouw in den stroom werden geworpen. Door dezen watervloed ee
ook de Ezonstad , eene vesting aan de Lauwerzee gelegen , vele schade.
Door den vloed van 830, waardoor de Rijnstroom bij Katwijk verstopt
geraakte, en het Huis te Britten omstortte, werd ook F r ie s l a n d deer-
lijk geteisterd,~ alsmede door die van 1005, 1014, 1016, 1017 ,
1020, 1041, 1042, 1086 en 1100. De vloed van 16 Februarij 1164 s*
was allergeducbtst, alzoo het water genoegzaam over al de dijken van
F r ie s la n d stroomde. De eerste Allerheiligenvloed (1 November 1170)
wierp in dat gewest huizen en kasteelen omver. In het jaar 1222 en
ook in het jaar 1230 heeft dit gewest weder veel geleden , zoodat Ezonstad
aan de Lauwerzee werd weggespoeld en Wartena grootendeels verdronk.
In het jaar 1257 liep een groot deel van F r ie s l a n d onder. Sommigen
nieenen, dat toen het eiland Vlieland dien naam zou gekregen hebben.
In het jaar 1248 volgde op eenen zwaren watervloed, een zeer dure tijd ,
en zoo daardoor , als door den stank van ontelbare doode beesten, overal
als gezaaid op de velden liggende , eene vernielende pest, waardoor allen
die er van aangegrepen werden, stierven , totdat er een hulpmiddel tegen
uitgevonden was, om de pestkool met een brandend ijzer toe te sehroei-
jen. Destijds kon men nog längs eeneplank, of met eenen springstok,
van Stavoren naar Enkhuizen gaan ; zoo naauw was toen het Vlie,
hoewel vroeger breeder geweest, echter waren de läge landen näar de
zee toen reeds gescheurd. Kort daarna moeten zij aigespoeld zijn. In
tegendeel begon het Borndiep of de Middelzee door aanslibbing te verminderen
: want in den tijd van H o n t e , zevende Abt van Lidlum, die
het bestuur aldaar van het jaar 1256 tot 1279 had , was tusschen
Leeuwarden en Marssum alleen- een naauw water, zoodat de dijk,
welke van Boxum naar Goutum loopt, de Boxumerdam genaamd,
omtrent deze jaren schijnt opgeworpen te zijn , om de zuiderlandem te
bewaren. In het jaar 1279 was de watersnood, welke den Dollart open-
de , die in het jaar 1287 eerst regt begon door le breken, zoodat er 43
zeer schoone dorpen te gelijker tijd door verslonden werden. Zoo ver-
derfelijk waren ook de Friesche watervloeden van de jaren 1312, 1337,
toen het rijke dorp Westeet, bij Norden , eensklaps verzwolgen werd,
als ook in de jaren 1380, 1387, 1399, 1421, 1428, 1429, 1430,
1474, 1477 en 1480 geweest. De watervloed van 4 November 1516
dreef het water een el hoog- over de dijken van F r ie s l a n d . De zooge-
naamde Allerheiligenvloed in het jaar 1'572 heeft F r ie s l a n d ook zeer
zwaar getroffen ; het getal der,drenkelingen werd op meer dan 20,000
menschen gerekend, alleen in F r ib s l a n d tusschen het Vlie en de Lauwers.
Te Makkum werd een schip van 70 last over den dijk gezet; het dreef
in het d. Abbingawier aan een boerenhuis , daar de matrozen uit het schip
op het dak en van het dak weder in het schip traden. Ofschoon de Her-
tog van A l b a , in de Nederlanden , ook in F r ie s l a n d , gruwelijk te werk
beeft gegaan, hebben de Friezen zijnen Stadhouder voor eene zaak dank te
wijten , namelijk het verbeteren van de zeedijken door den Krijgsoverste
C aspar d e R o b l e s , sedert welke bedijking dit gewest zoo dikwijls zulke
zware zeerampen niet ondervonden heeft. Doch hoe vast en sterk F r ie s l a n d
dus rondom tegen het geweld en de verheffingen der zee is bedijkt geworden
, heeft het echter somtijds nog de droevige uitwerkselen van inbreuken
en overvloeijingen van het zeewater moeten ondervinden , waarvan die ,
°P Kersnacht van jaar 1717 voorgevallen , heel zwaar en schadelijk,
vooral in Oostergoo, is geweest; terwijl Westcrgoo ook in een uiterst
gevaar stond, hoewel dit gevaar nog gelukkig afgewend werd. Wonder-
Kjk was toen de opzwelling der zee, die dezen jammerlijken vloed uitwerkte:
want het water der Spaansche zee, door het kanaal herwaarts aange