GAROEDA, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil .J a v a , resid.
Passaroewang. Zy valt met eenen noordelijken loop in de Straat van
Mado er a.
GAROEDA, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java.
resid. en reg. Passaroewang, aan de Garoeda.
GAROET, plaats in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Preanger-Regentsehappen.
GARRELSWEER, ook wel G a rd el sw e er genoemd, d. in Fivelgo
prov. Groningen, arr., kant. en 1 ^ u. W. Tan Appingedam, ^gem. en
i 11 • L. van Loppersum, ter wederzijde doch voornamelijk len Z. van
net Damsterdiep en den puinweg, bij het Vischumermaar.
Het is nog al levendig en aangenaam, dewijl men hier bestendig rij-
tuigen, veerschuiten en schepen ziet doorkomen. Bij eenen brief Tan Honing
H endrik van den jare 1057, werd dit d. met het regt van inarkt-
plaats van geheel Fivelgo begiftigd, en het droeg toen den naam van
G e r l e v isw e r t . Men telt e r , in de korn van het d., 22. h. en 150 inw., en
met de b. N ie n h u is , benevens eenige verstrooid liggende woningen ,
o l h. en 2 1 0 inw., die meest hun bestaan vinden in den landbouw.
De grond is er vrij onderschciden : aan de noordzijde van het diep is
de klei blaauwer, leemiger en zwaarder, dan aan den zuidkant,
waar zij yeeniger en zwarter is, gelijk zij ook allengskens lager wordt.
Ook zijn er plaatsen, waar eerst op de diepte van 2 of 3 voeten knik
zit en daarna wederom zware klei.
De inw., die hier allen Herv. zijn, maken eene gem.- nit, welke
tot de klass. van Appingedam, ring van Loppersum, behoort. In de
eerste jaren na de reductie van Groningen, heeft de Predikant dezer
plaats ook Oosterwijtwerd bediend. De eerste Predikant, welken wij
als Leeraar te dezer plaatse vermeld vinden, is geweest A ntonios
F r id e r ic i L eorius , die in 1639 overleden is. Het collatieregt wordt be-
zeten door Jonkheer J. H ora S iccaiha van de H a rk st ed e. Dekerkis, even
als de holle spitse toren, in hetlaatst der vorige eeuw geheel vernieuwd.
De dorpschool wordt door een gemiddeld getal van 35 tot 60 leer-
lingen bezocht.
Pen Zuiden van het d., nabij Nienjiuis ligt eene wierde van 1J bund,
grootte, 6 ell. 4 palm, boven het maaiveld. Aan den Zuidkant, längs
het diep, is de oude dijk nog te onderkennen, waarop de huizen ge-
bouwd zijn.
GARREWEER o f G a r w e e r , g e h . i n Fivelgo, p r o v . Groningen, a r r . ,
k a n t . , g e m . e n | u . W. t e n Z. v a n Appingedam, 20 m i n . Z. t e n W.
v a n Tjamsweer, w a a r t o e h e t k e r k e l i j k b e h o o r t m e t 14 h . e n 100 in w .
Tot dit geh. behoort mede het Huis Garreweer. Yoorheen heeft
hier ook cene kapel gestaan , alsmede nog eene burg, volgens de over-
levering Keerweer genoemd, van welke laatste burg nog eenige over-
blijfselen en overleveringen bestaan. Dit geh. heeft een eigen maar,
welke door een sluisje het water in het Damsterdiep loost.
GARREWEER (HET HUIS) of h e t H o is G a r -w e e r , in de wandeling
DEN A p p e lb o r g geheelen, voorm. burg, in Fivelgoo, prov. Groningen,
arr., kant., gem. en § u. W. ten Z. van Appingedam, 20 min. Z. ten
W. tan Tjamsweer y in het geh. G a r r e w e e r . t.
Van deze burg zijn nog de overblijfselen aanwezig in een boerenhuis,
hetwelk j met de daartoe behoorende gronden, in eigendom hezeten wordt
door het adell. geslacht van P ollman G r o t s .
GARREWEERDER-MEER of G a r r ew e e r d e r - maar , water in Fivelgo,
prov. Groningen, dat ten Zs van het geh. Garreweer uit het Schildineer
voortkomt en längs dat geh., en O. van het Huis Garreweer of den
Appelburg, met eene noordelijke rigting , naar het Damsterdiep loopt,
waarin het zieh ontlast.
GARREWERD , d., prov. Groningen. Zie G a r nw e e d .
GARREWERD (KLEIN-), geh., prov. Groningen. Zie G a rnwerd
(K l e in - ) .
GARSDEL , vaartsloot in Geestmerambachl, prov. Noord-Holland.
Z ieG RASD EL.
GARSHUISTER-MAAR, water in Fivelgo, prov. Groningen. Zie
G a r sh o iz e r - h a a r .
GARSHUISTER-VOORWERK (GROOTE- en KLEINE-), twee geh.
in Fivelgo, prov. Groningen. Zie G a r sh o iz e r - V o o rw e r k (G r o o t e - ) en
G a r sh o iz er -V o o rw e r k (K l e in e - ) .
GARSHUIZEN of G arstuoizen , eigenlijk G rashoizen en bij de land-
lieden G ersho izen , d. in Fivelgo, prov. Groningen, arr., kant. en 2J u.
N. W. van Appingedam, gem. en 1J u. N. ten O. van Stedum, zeer
bevallig in eène boschrijke streek gelegen. Men telt er in de kom van
het d. 42 h. en 270 inw., doch met de daartoe behoorende geh. D ijk um,
het G ro o te -G a rsh uize r-Voor werk en het K le i n e-Gar s h uizer-
Voorwerk 37 h. en 350 inw. De inw. vinden meest hun bestaan
in den landbouw. De grond van dit d. is zachte of zandige kleigrond.
De gemeertschap met het Damsterdiep te water geschiedt door het Gars-
huizer-maar. Zie het volgende artikel.
Nabij het dorp, aan den weg naar Wester-Emden, is eene oude
■voor, welke het voormalig bed eener oude waterlozing aanduidt, waar-
van vele spookverhalen in omloop zijn , welke van de vroegere merk-
waardigheid van dit d. getuigen.
De inw., die hier op 7 na alle Herv. zijn , maken eene gem. u i t , welke
tot de klass. van Appingedam, ring van Loppersum, behoort. De eerste,
die hier het leeraarambt heeft waargenomen , is geweest W olfgangds
A gricola , die in het jaar 1601 hier stond. Het beroep is eene particulière
collatie. Aan het westeinde der kerk, waaraan men nog wel
enkele duifsteenen ziet, staat een stompe toren. De. torenklok van
1455, is met de beeiden der 12 Apostelen en met een randschrift
versierd. — De 7 R. K., die men er aantreft, behooren tot de stat.
van Uithuizen.
De dorpschool wordt door een gemiddeld getal van 60 lecrlingen
bezocht. Men heeft hier onderscheidene bürgen gehad, waarvan het
Karsh of en vooral de burg op Dijkum nog niet vergeten zijn.
Naar dit d. was de Nederlandsche beeldstorming van 1566 , gelijk
verhaald wordt, ook meer of min overgewaaid. In het vonnis, het-
welk de bloedraad des Hertogs van A l b a , in 1570 te Brussel, tegen
sommige Ommelanders heeft uitgesproken , vindt men eenige personen
vermeld, als beschuldigd , dat zij hier aan het beeldstormen hadden deel
genomen en dat er onder hen ook de Mennonieten secte waren toe-
gedaan geweest. B artold S tarckenboro , gelijk daar uitdrukkelijk gezegd
wordt, was de oorzaak van de nieuwe predikatiën geweest, en had
gebroken in de kerken van G arshüizen en O o s te r -N y eland.
GARSHUIZER-MAAR , G a r s tr d iz e r - siaar of G a r sh d is t e r - maar , water
in Fivelgo , prov. Groningen, dat bij Garshüizen ontstaat , met eene
zuidwestelijke rigting längs Zeeryp en Enum loopt, om zieh, een weinig
bewesten Tjamsweer, in het Damsterdiep te ontlasten. Het gedeelte
tot aan Wienjetil wordt weleens door sommigen voor een gedeelte van
den Fivelstroom gchouden.