die het spoedig weder verliet , en het schijnt, dat er sedert diert
tijd meer of min bezetting in gelegen heeft. Althans in 1890, werd
het aldaar liggende vaandel krijgsvolk gebruikt, om het muitende gar-
liizoen van Zwartslnis te beteugelen.
In het jaar 1606 had de Spaansche Veldheer S pinola in .den zin,
om G enebbiden te bemagligen, doch werd daarin voorgekomen door
Gérard vas W arbelo, Drost van Zalland.
Bij den eersten Munsterschen oorlog in 1665, bleef het van de vijanden
vrij, ofschoon zij zieh in den omtrek van Hasselt vertoonden. Bij dentwce-
den inval der Munstersehen in 1672 , ging hette gelijk met andere versterbe
en onversterkte plaatsen , als : Staphorst, Rouveen , Blokzijl, Mep-
pel cnz. over. Alle inwoners verlieten het op het naderen van den vijand,
met uitzondering van eene vrouw , en keerden niet terug , dan op de
bedreiging, om de stad in brand te zullen steken. Drie malen heeft.
de stad door brand geleden, eerst in 1628', daarna in 1698 , waar-
door 80 huizen en 80 schüren in de asch gelegd werdenden nog eens
in 1741 , toen een ander gedeelte vernield werd.
Na de landing der Engelschen in'Noord-Holland, in het jaar 1799,
stevende een Engelsch Officier, die zieh, met 12 Matrozen, aan boord
van een gewapend vaartuig bevond , naar Genebeiden , en slelde zieh,
in naam des Prinsen van Oranje , in het bezit der plaats; doch een
vijftigtal Jagers, van Deventer en Hattem derwaarts gezonden, namen
den Officier met 10 der Matrozen gevangen , en bragten het schip
naar Zwolle.
De ontzettende storm en watervloed van den 4 en 8 Februarij
1 8 2 5 had ook voor de gemeente Genebbiden de rampzaligste gevol-
gen. Twintig menschen, waaronder 4 geheele huisgezinnen , werden
eene prooi van den vloed. Het aantal der verdronken beesten , bedroeg
3 2 6 , zijnde meer dan § van het vee , dat zieh voor den watersnood
'hier bevond, 45 huizen'’waren ten eenenmaal weggeslagen of lagen in
eenen puinhoöp , nog 44 waren zwaar teschadigd , en voor gcene be-
woning meervatbaar; terwijl 5 6 andere eene mindere schade leden.
Het aantal ongelukkige ingezetenen , die, volstrekt van alles beroofd,
niets anders dan hun leven hadden behouden, en dadelijk na de ver-
schrikkelijke ramp van huisvesting' en voedsel moesten worden voor
zien , beliep ongeveer 8 0 huisgezinnen, en bestond uit meer dan 250
personen. In den dringensten nood dezer betreurenswaardigen werd van
stadswege oogenblikkelijk voorzien , door hunne bpneming in de stads-
school, het gemeenlehuis , en in nog twee andere plaatselijke gebou-
wen, en door toedeeling van benoodigde levensmiddelen. Onophoude-
lijk hield de regering zieh fcezig, met hulp en leeniging te verschaffen, I
waar en op welke wijze deze was aan te beengen.
Het wapen van G enebbiden bestaat uit een schild van azuur , oela-
den van boven met eene, tusschen twee zespuntige sterren geplaatstc,
lelie en van onderen met eenen zalm, alles van goud. Het sc i
gedekt met eenen gouden kroon en van achteren vastgehouden o°r
een geharnast man, houdende in zijne linkerhand eenen stok, a es
van g°ud (1 ). „ :
GENEMUIDEN (KASTEEL-TE-) , voorm. kast. in Zalland, gp-
Overijssel, in of bij de plattelandst. Genemuiden.
(1) Zij die meer nopens dit plattelandstadje verlaBgen .te weten, rerwijzeii wjj naar de G » s* ^
kundige Eerinnering van Genemuiden, medegedeeld door E . A. E b b in g b W u b b en , in eD
melichen Almanak voor Oudheid en Lettern voor het jaar 1836.
Dit kast. schijnt cerst in bet begin der Geldersche oorlogen, onder
<de heerschappij van Keizer Kabel gesticht te wezefi. Volgens sommigen
zou het op last van dien Keizer, door den Kastelein van Kuinre gchonwd
zijn. Volgens anderen was het een redelijk goed en sterk kas-
tecl, waarop altijd eene koninklijke bezetting lag. Dat het van veel
belang moet geweest zijn , blijkt uit onderscheidene vertogen , door de
Staten aan den Landsheer ingeleverd. In de instructie, die zij, te
weten de Staten , aan hunne gecommitteerden naar Brussel mede ga-
ven , in 1831, wordt onder anderen gemeld: » dat die husen Arcken-
steyn, Lage, Genemuden , Enschedeen de Cuvnre, na noetdruft res-
taureert ende myt zo veel personen , daert zij mede bewaert synt, ver-
sijen worden , ingelycx mit geschot ende cruyt daer toe van noden.
En voorts, dat men den genen, de rente hebbon wtle Erven ende
huysen bynnen den bolwercke van Genemuden betymmert ende oeck
wtten landen ende inccmsten van Genemuden denselven van hoere restanten
doe betalen ende vant toecomende verseeekeren.”
Ook had dit kasteel de bijzonderheid, dat hierover een afzonder-
lijke Drost bestond , hebbende deze geen andere jurisdictie, dan al-
leen op het blokhuis over zijne Soldaten tusschen de hiemeie fpoorten).
Den laatsten Drost werd in 1596 aangezegd, om met zijne huisvrouw
de provincie te ruimen.
Twee Bevelhebbers zijn ons Lekend , te weten George S chekk , Vrij-
heer tot Toutenburgh en L bbbert Md ler t, Scholt te Hasselt. In 1578,
lag er het vaandel van J an M olert in bezetting, en R ennenberg bezigde
een gedeelte dier bezetting, om, den 30 Mei van dat jaar, Kämpen
te belegeren. Korten tijd daarna, naraelijk in het jaar 1580, was het
weder in de magt der Spanjaardcn , die het op den 8 April van dat
jaar, aan de Staatsgezinden overgaven , welke het in de bewarende hand
van eenige Kampensche en Zwolsche burgers stelden. Volgens sommigen
deden Ridderschap en Leden, terstond aan zijne Hoogheid en de
Algemeene Staten den voorslag om het te doen siechten ; waartoe zij
waarschijnlijk zullen gekomen zijn ,doordien de bewoners van het platte
land meestal koningsgezind hieven , de Mastenhroeksche en andere boe-
ren zieh zeer vijandig gedroegen en Vollenhove nog in de magt van
de Spanjaarden was. Anderen melden, dat Ridderschap en Steden
zelve besloten , het kasteel , als eene onnoodige forteresse te raseren,
en tot dat einde eenigen uit hun midden hadden gecommitteerd, om
de goederen daar op te inventariseren. Hierop werd het ten decle
gesiecht, een ander gedeelte, kort daarna , door eenen hoop Staatsgezinden
in brand gestoken en het overblijvende eerst in 1584 geheel
vernietigd. Na dien tijd vindt men er geen gewag meer van gemaakt.
Ter plaatse , waar het gestaan heeft, ziet men thans de Algemeene
begraafplaats en een Armen-werkhuis.
GENEP, plattelandst. in Opper-Gelder, prov. Limburg. Zie G ennep.
GENEPERHÜIS, geh. in Opper-Gelder, prev. Limburg. Zie Ges-
IfiPERRUlS.
GENERAAL-COCHIUS , fort in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Sumatra Zie Cocaios (Kotta-G eneraal- ) .
GENERALE-VRIJE-POLDER , gezegd het E iland , vereeniging van
polders tot eene watering in het Vrije van Sluis, prov. Zeeland. Zie
Eiland (H et).
GENERALITEITS-HOOFDPLAAT, naam, welken men voör het jaar
y94 gaf, aan- het westelijke deel der gem. Hoofdplaat, in Staatslaanderen,
in het Vrije van Sluis, prov. Zeeland. Zie H oopdplaat.
IV. D eel. 54