Men h ad e r voor de Hervorming v ijf mannenkloosters, als: Let D om in
i k a n e r - o f J a c o b i n e r k l o o s t e r , in de Jacobinerstraat, waarvan
d e gebouwentliansgrootendeels d ie n e n , to t b e t G r o e n e e n B l a a u w e
G e c o m b i n e e r d e D i a k o n i e K i n d e r h u i s ; hetk lo o ste r T e n - B r o e -
r e n , in de Zwanestraat, th an s to t eenc L a t i j n s c h c s c h o o l en
R e c t o r sw o n i n g en ■van boven to t de A k a d e m i e - B i b l i o t h e e k
d ien en d e; h e t Hu i s d e r K l e r k e n v a n ’tG e m e e n e Le v e n , vroe-
ger he t P r e f e c t e n h u i s , la te r be t B i s s e h o p p e l i j k , e n , to t 1 7 9 3 ,
h e t S t a d h o u d e r l i j k e - H o f , op h e t St. Walburgsplein, thans to t
een M i l i t a i r e z i e k e n h u i s in g e r ig t; h e t F r a t e r b u i s , in de
Oude-Johannesstraat, h e tw elk , in het ja a r . 1 3 3 0 , to t Opzigter of
Overste had den geleerden en vromen G o z e w h n v a n H a l e n , den Leer-
meester van den beroemden R e g n e r u s P r a e d i n u s en A l b e r t u s H a r d e n b e r g ,
en tegenwoordig to t eene burgerwoning verbouwd i s ; en he t J e s u i -
t e n h u i s , in de Popkenstraat, la te r gediend hebbende to t Ge v a n -
g e n h u i s voor diegenen, welke geen burgers waren, th an s ingerigt
to t S t a d s - Z i e k e n h u i s . Tevens bestonden er zes vrouwenkloosters,
a ls : h e t C l a r i s s e n k l o o s t e r of O u d e - C o n v e n t , in h e t Geeste-
lijke-Hlaagdestraatje, thans ingerigt to t B n r g e rw e e s h u i s ; het H i e r
o n y m u s Z u s l e r h u i s ; het Z n s t e r h u i s v a n W i l l e k e s o r d e *
volgens sommigen hetzelfde m et h e t Begijnehof; h e t A g n i e t e n k l o o s -
t e r ; he t V r o u w -M e n o l a a k l o o s t e r , in de Professorsgang, nu mee-
rendeels geschikt to t woningen voor eenige Hoogleeraren; he t Vr o uw-
S y w e n t c o n v e n t , en het k l o o s t e r d e r A d e l l i j k e M a a g d e n of
A u g u s t i n e r J u f f e r e n , in de Broerestraat, tegenwoordig to t een
gebouw de r Hoogescbool dienende.
De I s r a e l i t e n , die hier ongeveer 1200 in getal zijn , en welke in
h e t ja a r 1 7 1 0 , nog gelast werden om de stad met hunne huisgezinnen
te vertaten en e r nimmer weder teru g te k e e re n , bezitten er th an s
eene Synagoge in de Folkeringestraat, zijnde een z e e rn e t en doelmatig
in gerigt gebonw, hetwelk tevens de Hoofd-Synagoge de r geheele pro-
vincie is.
In 1827 zijn e r twee nienwe begraafplaatsen aangelegd , de e en e , de
Z u id e r b e g r a a f p l a a t s gen aamd , buiten de Heerepoort, ende a n d e re ,
de N o o r d e r b e g r a a f p l a a t s , buiten de Boteringepoort, op he t einde
van den Hondsrug. Op beide deze begraafplaatsen rusten reeds mann
en van grooten naam , wier steenen en monumenten de gedachtenis
h u n n e r Verdiensten voor h e t nageslacht bewaren , als : de Gouverneur
d e r provincie Groningen Gustaaf Willem Baron van Imhof , de Hooglee
raa r Driessen , de Hoogleeraar Ypeij , de Hoogleeraar Stbating , de
Archivarius Driessen , en anderen.
Onder de weldadige in rig tin g en , verdient vooral melding h e t I n s t i -
t n u t v o o r D o o f s t om m e n , in 1790 opgerigt door den Franschen
P red ik an t H e n r i D a n i e l G u t o t , die to t aan zijnen dood, in 1828 , en
dus gedurende eene reeks van bijna veertig jaren , onafgebroken d a ar-
a an werkzaam gewcest is. In d it liefdadige gestiebt worden, sedert
vele jaren , jeugdige doofstommen van negen to t vijftien jaren , u it
verschillende oorden van h e t V ad e rlan d , opgevoed , to t da t zij groo-
tendeels met behulp van een , mede h ier aangeleerd ambacht of har.d-
we r k , in bnnne eigene behoeften können voorzien, en grondig on-
derwezen zijn in he t uiten h unner g ed ach ten , door middcl van de
sp ra a k , h e t sebrift en de na tu u rlijk e g eb a a rm a k in g , waardoor zij
voldoende begrippen van godsdienst en zed ek u n d e , gesebiedenis en
aardrijksknnde opgedaan hebben. In h e t m et verstand lezen van
boeken , over allerlei welenschappen , en h e t maken vatt eigen opstellen,
.alsmede in de gewone vakken van schoolonderwijs, worden zij hier
dauelijks geoefend. Van al hetgeen wroeger Spanjaards Engelschen ,
benevens de Zwitzer A m m a n , a lsm ed e, in lateren tijd , Italianen , Du*1"
se b e rs, Franschen en Amerikanen over d it onderwijs geschreven hebben ,
wordt, bij de opvoeding en he t onderrigt op he t I n s titu u t, een oordeelkun-
d iff gebruik gemaakt, ten dienste van d en Nederlandschen of liever Gro-
ninaschen le e rtran t van doofstommen, door G u t o t mgevoerd. Een a antal
v an meer dan 300 doofstommen heeft, sedert de oprigting, reeds onderwijs
op d it In s titu u t genoten en th an s bevinden er zieh nog 1 6 2 kweekelingcn
van verschillende standen en godsdienstige gezindheden die met onder
B e t eerstgemelde getal begrepen zijn. De kosten van d it gesticht word
e n voornamelijk goed gemaakt door jaarlijksebe toelagen der leden
(bij de 4,000) en u it de giften en erfmakingen van een groot a an ta l
menschenvricnden ; terwijl he t door den ouden Romng , W i l l e m l ,
door de Koningin, h e t >rijk en he t Stedelijk bestuur mede krachtdadig
ondersteund wordt 1 waardoor h e t dan oek alleen m Staat b l ij t t , om
a an zijn doel te beantwoorden , en in de behoefte van b e t v aderland
te dezen opzigte geheel te voorzien. Het bestuur bestaat in t zeven
Hoofddirecteuren , en . als dames directrices , de echtgenooten d e r tijd e -
lijke hoofd-directeurenen , des noodig, anderedaartoe verzochte d ame s;
een Rentmeester, negen onderwijzers van verschillenden rang (behalve
.de beide Hoofd-Instituteuren en eenige Kweekeling-Onderwijzers); twee
onderwijzeressen in de vrouwelijke handwerken ; een Binnenvader, oene
Binnenmoeder, eene Ziekenmoeder; vier k n e c h te n , v ijf vrouwelijke
bedienden , een Israelitische kost-huisbouder en houderes voorts een
Geneesheer, eenHeelmeester, een Tandmeester, een der Hoogleeraren,
als Consulent geneesheer. E r zijn 24 verschillende we rkplaatsen, waar
de kweekelingen in onderscheidene ambachten onderwezen worden ( ) .
Ons vaderland is h e t eenige onder alle rijken en staten van Europa en
Noord-Amerika , d a t be t geluk heeft jaarlijks telkens alle de in de te r-
men vallende doofstommen op d it In s titu u t g e p la a ts t, verzorgd , opgevoed
en onderwezen te zien. Koning W i l l e m I heeft d it gesticht be-
giftigd m et een kostbaar marineren borstbeeld van den stichter , die
4 0 jaren van zijn n u ttig leven a an de opkweeking en vormmg van die
ongelukkigen besteed heeft (2). .
De G a r n i z o e n s - Z i e k e n z a a l , aan h e t St. Maartenskerkhof, is een
der o u d s te , zoo niet he t oudste huis van G r o n i n g e n , en werd vroeger
h e t P r a e f e c t e n - of G r o n i n g e r l i u i s genoemd. Men v in d t echter
m et zekerheid eerst gewag gemaakt van d it h u is , hetwelk waarschijn-
lijk vroeger gediend heeft to t een verblijf der Graven , welke door
(i) In het schooljaar van den i September 1841 en 1842 tot den 81 Julij zqn aan dit Instituât
onderwezen 15* kweekelingen , 83 jongens waren in het jongens-, en meisjes in het meisjes-kost»
huis, en 13 woonden in het Israelitisch |kosthuis, — Van de jongens leerden 17 het kleermaken, 1* bet
•choenmaken, 8 het Ielter?etten, 6 het schrijnweiken , 5 het kuipen, 5 het mandenmaken, 4 het
wagenmaken , 2 het boekbinden, 2 het zadelmaken, 2 het blikslagen, 2 het borstelmaken, 2 het
stoelmaken, 1 het witwerken, 1 het zeilmaken, 1 het broodbakken en 1 het smeden ; terwijl de
orerige 19 nog te jong waren om een ambacht te leeren. Van de meisjes leerden 16 het breijen en
47 het linnen- en wollenaaijen.
v (2) Hen die meer omstandig omtrent deze inrigting willen ingelicht zijn y verwijzen wq naar
de Redevoering van onzen volijverigen medearbeider Mr. H. 0 . F b i th , uitgesproken op het feest ,
<]evierd bij het vijftigjarig bestaun van het Instituut voor doofstomiMn té G&oiuxgek Op den
22 van Hooimaand 1840.