le W in te rsw ijk , céne te E ib e rg e n , ééne te B re d e v o o rt, ééne
te D inxpe rloo en ééne te Wageningen.
De stad G r o e n lo , bij verkorting meestal G r o l of G r o l l e , in het
Lat. G r o l l a geheeten , ligt 7 u. O. Z. O. van Zutpheu , 4 u. Z. W.
van Locherà, 2 u. Z. Z. W. van Borculo , aan de Slink, 32°02' 34"
N. B., 24° 17' 1" O. L. Men telt er binnen de muren der stad ,
296 h., 1800 in w.
Het is zeer waarschijnlijk, dat hct stadje den naam van G r o e n l o
of G r o e n e b o o g t e gekregen heeft, omdat het met geboomte bezet ge-
weest is. In oude brieven heet het gemeenlijk G r u n l o b of G r o e n l o e .
In eeneh brief van O t t o III , van den jare 1236 ¿ draagt G r o e n l o den
naam van curtís, welke benaming van eene onzekere beteekenis is.
Yan ouds is G r o en lo eene heerl. geweest, voorzien van hooge ge-
regtigheid aan den huize B o r c u lo toebehoorende. G r o e n lo werd in het
jaar 1233 door O t t o III, Graaf van Gelder, gekocht van H e n d r ik
v a n B o r c u lo , en sedert, door R ein o u d I I , met muren omringd. In
bet jaar 1330 heeft Keizer Karel V , het stadje met nieuwe grach-
ten en wallen doen versterken. Naderhand heeft de Koning van Spanje,
en vervolgens hebben de Heeren Staten de fortifícatién met halve manen,
hoorn- en buitenwerken vergroot en versterkt, zoodat dit stadje ge-
rekend werd onder de voornaamste vestingen der Nederlanden , en als
den siebtel tegen Munsterland , bebbende bchalve de door kunst ge-
maakte vestingwerken ook een natuurlijk voordeel van den grond,
die rondoni de plaats moerassig is. De stad had voor eenigen tijd nog
drie poorten, doch deze zijn , in het jaar 4832 , ten behoeve van den
nieuwen steenweg afgebroken, en door bruggen met hekken vervangen.
De werken zijn, voor zoo ver die nog bestonden , onder het bewind van
den Hertog van Brunswijk gesiecht, alleen aan den zuid- en den noord-
kant zijn nog bloote wallen, ook ontdekt men hier en daar nog de ge-
daante van eene enkele bastión. Aan den voet der voormalige wallen ,
heeft men eenen heplanten bedekten weg. De diepe grachten rondom
de stad , zijn echter nog aanwezig.
De burgcrs van G r o e n lo genoten vroeger zeer vele voorregten ,
b. v. om in de geheele heerl. van Lichtevoorde, en voor een gedeelte
in die van Borculo te mögen jagen, alsmede het regt van beide en
weide en veenen in gemelde heerl., en in het Ruurlosche-broek. Zij
waren vrij van toi aan het koerhuis te üevenler. Men heeft hier veel
doortogt van koopgoederen op Munsterland en de omliggende plaat-
sen , waarom ook G r o e n lo , door het doortrekken van de troepen in
1813 en 1814 veel geleden heeft. De nieuwe aan te leggen straatweg
van Zutphen naar de Pruissische grenzen, welke ook door deze stad
zal loopen , belooft haar nieuw vertier.
Het S tad h u is , aan de Markt, is een in de jaren 1841 en 1842
hernieuwd en zeer doelmatig ingerigt gebouw.
De Herv. k e rk , aan deLieveldestraat, was vóór de Reformatie aan
den H. C a l ix t u s toegewijd, en wordt, naast die van Zutphen, voor de
schoonste en grootste van het geheele arr. gehoaden. Deze kerk was
eertijds zeer rijk , volgens de lijsten daarvan nog voorhanden, bedroeg
de waardij der goederen veel meer dan 130,000 guldèn , ihaar die
zijn, op zeer wemige na, welke nog onder het beheer van het do»
meinbestiiur staan, sedert het jaar 1763 door het Gouvernement,
van tijd tot tijd ten voordeele van het land verkocht. Den 12
Februarij 1836, werd de spits van den toren der kerk, door den
bliksem getroffen, zpodat die toren geheel afbrandde, en de kerk en
het orgel zwaar beschadigd werden. Men heeft aanteekeningen ge-
vonden, dat het orgel reeds vöör 300 jaren is aanwezig geweest. Het
bestond uit een groot en een klein orgel. Het eerste moet zeer kost-
baar zijn geweest, doch was geheel onbruikbaar geworden , toen men ,
in het jaar 1833 , het kleine orgel uit bijdragen der gemeenten geheel
vernieuwde. Nadat dit laatste door den brand van 1836 vermeid
was, is men er op bedacht geweest, om uit de stukken van het
groote en het kleine orgel, een ander zamen te stellen, of uit de
opbrengst daarvan een geheel nieuw te doen vervaardigen, waartoe
vele fondsen zijn bijgedragen. In-het-jaar 1830 werd door Mejufvrouw
Kraaijenhorst, wed. van den Heer E. H. Hcyskes, volgens de begeerte
van hären man aan deze kerk , eenen nog aan het Avondmaalservies ont-
hrekende zilveren schotel gegeven, en in het jaar 1834 door hare kin-
deren eene fraaije zilveren schenkkan , ten dienste van het H. Avond-
maal. In eenen hoek der kerk hangt nog eene schilderij , ter gedach-
tenis van eene moeder, die, vier kinderen te gelijk ter wereld gg-
bragt hebbende, ook aldaar met die kinderen begraven ligt. Het is
een kladwerk , waarover echter, naar oude verhalen , eene kerkelijke
twist is geweest, om de plaatsing in de kerk. te belelten.
De R. K. hadden vroeger eene kerk buiten de stad, doch in 1784
werd e r, ook met ■ medewerking van de Herv. ingezetenen, eene kerk
binnen de stad gebouwd. Aangezien deze kerk, welke in het jaar 1818
met eenen kleinen houten toren was voorzien, en tevens met een orgel
prijkte, bouwvallig was geworden, werd er in het jaar 1836 eene geheel
nieuwe gebouwd, welke, even als de beide vorige, aan den H. C a lu x -
t d s is toegewijd ; ook deze is van toren en orgel voorzien.
Yoorhecn waren hier twee Mannenkloosters , het Oude c o n v e n te n
het Nieuwe c o n v e n t geheeten, doch deze zijn na de Hervorming
geheel vernietigd.
De Synagoge is.een afzonderlijk gebouw, ten tijde van Koning
L o d e w i jk opgerigt, en gedeeltelijk uit eene milde bijdrage van dien
Koning gebouwd.
Men heeft te G r o e n lo ook eene Latijnsche school, waar door eenen
Rector aan 8 leerlingen onderwijs gegeven wordt ; alsmede eene stads-
school.
Men heeft te G r o en lo zes jaarlijksche beestenmarkten , welke ge-
houden worden, de eerste, den 1 Mei; de tweede , den 11 Mei; de
derde, den 22 Junij , welke drie tevens paardenmarkten zijn; de
vierde, den 24 Augustus ; den vijfde, den derden Maandag in October
, en de zesde, den 2 November, welke beide laatsten, vette
heestenmarkten zijn, en zeer druk bezocht worden.
Na de pacificatie van Gent voegde zieh dit stadje, even als de andere
steden van deze landstreek, bij diegenen , welke de wapenen tot ver-
dediging van vrijheid en godsdienst, tegen de geweldenarijen van de
Spanjaarden , opnamen, maar toeri de Graaf v an R e n n e b e r g de zijde van
de Vereenigde Nederlanden trouweloos verliet en tot den vijand overgiug,
kwam, onder anderen, G r o e n lo ook in banden van laatstgenoerade.
In het jaar 1393 werd zij door M a u r it s , Prins van Oranje, belegerd,
maar, op de aankomst van M o n d r a g o n , weder door hem verlaten. Twee
jaren later , namelijk den 11 September 1797 , sloeg hij zieh ander-
maal voor deze plaats neder, waar achthondcrd man voetvolk en drie
kornetten ruiters, onder den Graaf J an v an S t y r u m , binnen lagen.
Naarstig deed de Prins aan de verschansingen en loopgraven arbei-
den : en eerlang het water der gracht aftappen , in welken arbeid , de