BBSE (DE), DB Ese of db Eeze , havez. in Vollenhoven, prov. Over-
ijssel, arr. en 8 u. N. van Zwolle, kant. en 1 u. N. van Steenwijk,
gem. en £ u. N. 0 . van Steenwijkerwold.
Deze havez. beslaat , met de daartoe behoorende gronden , eene op-
pervlakte van 617 bund. 36 v. r. 18 v. ell. Het was vroeger en is
ook nog een eigendom van de Graven v a n R e c h te r e n .
EESE (DE), geh. cn voorm. adell. h., in het Westerkwartier, prov.
Groningen. Zie E est (De).
EESKWERD , E c k sw e r d of E c k sw e r t , geh., prov. Friesland, kw.
Westergoo , griet. Hennaarderadeel, arr. Sneek, kant. Boisward , £ u.
N. N. 0. van Oosterend, waartoe het behoort; met 3 h. cn 24 inw.
EESLEK (DE-), naam, onder welke de landstreek A rd e n n e n , in het
noordwesten van het gröoth. en de Belg. prov. Luxemburg, onder de
landlieden van sommige gemeenten bekend is. Zie A rd e n n e n .
EESSCHAREN , d. in het Land van Cuyk, prov. Noord-Braband.
Zie E s c h a r e n .
EEST , geh. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe. Zie E e s .
EEST (DE) , db E e s e of db E e h s e , geh. in het Westerkwartier, prov,
Groningen, arr. en 4 | u. W. van Groningen , kant. 2 j u. Z. W. van
Zuidhorn, gem. cn u. W. van Grootegast, £ u. N. van Doezum,
waartoe het behoort.
Dit geh. ligt aan den Doezumer-togt, 0 - van den Ecstweg, op
eenen hoogen vruchtbaren zandgrond, omgeven door läge landen. Er
plagt vroeger een bürgt van dezelfde naam te staan.
EEST (DE) , d e E e s e of E e h s e , voorm. oud adell. h. in het Wesler-
kwartier, prox. Groningen, £ u. N. van Doezum, in het geh. de Eest.
Hetwerd, bij keerskoopsbrief van 29 Januarij 1727 , ' verkocht, behoorende
toen aan den Heer J. C . S c h a t t e r . Vroeger was het door de
familie C e a n t bezeten. Het is , waarschijnlijk in het jaar 1727 of
daaromtrent, gesloopt.
EEST (DE-) o f S aaxhmborg , g e h . in FLunsingo, p ro v . Groningen,
arr. en 3 u." N. W. van Appingedam, kant.' en 1J u. N. W. van
Onderdendam, gem. en 5 u. W. van Baflo.- .............
Vroeger plagt hier de bürgt Saaxumborg te staan , waarvan dit
geh. zijnen tweeden naam ontleent.
EEST (DE-HOOGE-)landg. in de Over-Beluwe, prov. Gelderland,
arr., kw., distr. en 1 u. N. ten 0 . van Nijmegen, kant. en 1 u. Z.
Z. W. van Eist, gem. en in het d..Bemmel.
Dit landg. beslaat eene oppervlakte van 4 bund. 76 v. r. 30 v. eil.,
en wordt thans in eigendom bezeten en bewbond door den Heer J . v a n
Rossdm.
EESTERRUREN , geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wonseradeel, arr. en 3£ u. N. W. van Sneek, kant. en 1J ftt N. W.
van Boisward, £ u. Z. 0. van Arum , aan de Eraneker-vaart.
EESTERGA, d., prov. Friesland, kw. Zevenwonden, griet. Lem-
sterland, arr.en 4-£ u. Z. van Sneek, kant. en £ u. N. ten 0. van Lemmer.
Men telt er 13 fraaije boerenwoningen en 10 andere kleine gebou-
wen of huizen, gezamenlijk bewoond door ongeveer 130 inw., die meest
hun hestaan vinden in de veeteelt.
De Herv., die hier ruim 110 in getal zijn , behooren tot de gem.
Lemmer-Follega-en-Eesterga, welke hier eertijds eene kerk had , ruim
£ u. van de Lemmer af Staan de. De juiste tijd , 'wanneer dit gebouw
wcrd afgebroken, is niet met zekcrheid bekend , doch waarschijnlijk is
dit geschied in 1740 of eenige jarcn later, Het kerkhof, hetwclk
nog aanwezig is , dient bij voortduring tot begraafplaats. Men vindt
daarop eene overdekte klok, een zoogenaamd klokhuis , gelijk men
meer op kleine plaatsen in de provincie Friesland aantreft, waarmedc
gedurende de begrafenisplegtigheid geluid wordt.
De R. K., van welke men er 16 aantreft, worden tot de sjtat. van
de Lemmer gerekend.
Er bcstaat ook geen dorpschool meer; terwijl de kinderen de scholen
te Follega en te Lemmer bezoeken.
De landerijen van dit d. zijn uitmuntend, vrij uitgebreid en loopen
tot aan de Groote Rrekken ; doch de huizen en de boerderijen staan in
eene rij , van het Zuiden naar het Noörden , ter zijde van den weg
naar de Lemmer, cn zijn weinig in getal. Ten westen van den rij weg
naar Heerenveen zag men vroeger nog het oude kerkhof van het
voorm. dorp B a n d t of B a n t e g a , welks landen zieh zuidwaarts zeer verre
uitstrekten, doch die van overlang door. de- zee zijn weggespoeld.
Thans vindt men daarvan geene sporen meer , alleen worden nog ten
huidigen dage eenige stukken lands, daarnaar de B a n d -A k k e r s
genaamd. Ook moet hier vroeger een huis of plaats, met name de
Brandende p u t geweest zijn. In dit huis werd;, in,het laatst der
zeventiende eeuw, eene put gegraven, welke geen water wilde geven ,
waarom men een man met een touw om den middel, daarin nederliet,
om, wanneer het water,: bij het verder uitdelven, te spoedig mögt
opkomen, ras wederom te kunnen worden opgetrokken ; doch , toen
hij door het welzand henen was, kwam er geen water , maar wel eene
zwavelvlam ; ■ welke, niettegenstaande men den arbeider ras omhoog
haalde1, hem het haar en de kleederen verzengde , ja , tot boven de
put uitsloeg, doch waarna het opkomend water ras de vlam uitdoofde.
Buiten twijiel loopt hier ü den grond een ader van aluinachtige zwa-
velaarde, die, zoo als later genoegzaam, door proeven met den Hom-
bergiaanschen pyrophorus, gebleken is , vuur vat ,• zoo ras zij' aan de
open lucht wordt biootgesteld. Van deze brandende p u t, weet men
echter met geene zekerheid de juiste plaats meer aan te wijzen.
De meertjes: het Gro o te -W ie l, het K le in e -W ie l, de Kleine-
Brekken en een gedeelte der G ro o te -B rek k en , benevens een gc-
deelte van den stroom de R ijn , behooren tot dit dorp.
EESTER-RIJD of E e s t e r -R i e d , vaart, prov. Friesland, kw. Ooster-
goo, griet. Oost-Dongeradeel, bij den molen van het d. Ee een begin
nemende, en van daar in eene noordelijke rigting naar de Zuider-Ee
loopende, waarin zij zieh ontlast.
EESTERWIJK, oude naam van het d. O o s t e rw i jk , in het Land
van Arkel, prov. Zuid-Holland. Zie O o s t e rw i jk .
EESTRUM of I e s trum , d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet.
Tietjerksteradeel, arr. en 4 u. 0. van Leeuwarden, kant. en 1 | u.
0. ten N. van Bergum, zieh zuidwaarts tot aan de zoogenaamde Barge-
tille uitstrekkende, en tussclien goede bouwlanden en geboomtegelegen.
Men telt er in de kom van het d., door welke een rijweg naar
Oostermeer en Kooten loopt, en van waar eene vaart naar het Ber-
grimermeer schiet, ruim 78 h. en 370 inw., die zieh meest op den
landbouw tocleggen , waartoe het hier geenszins aan geschikten grond
ontbreekt; zijnde er onderscheidene personen rijk geworden door de
heidevelden in goed bouwlaod te veränderen, en voornamelijk zekere
vrouw, met name A a t B o e l e n s , die eene zeer groote uitgestrektheid
dorre heidevelden dus nuttig heeft aangelegd, zelve de arbeiders voor-
gaande, en in eigen persoon werkende.