FEERWERD, d. in het JP"esterhwartier y proy. Groningen, arr,
en u. N. N. W. van Groningen} kant. en n. N. N. O. van
Zuidhom y gem. en ^ u.’ 0. van Ezinge, op eene wierde (!)•
Men telt in de kom van dit d. 52 h., 55 huisgez. en 144 inw.,
en met het daartoe behoorende geh. A d ua rderz ij 1 en eenigc ver-
strooid liggende huizen, 65 h., bewoond door 79 buÍ9gez., aitma-
kende eene bevolking van 400 inw., die meest hun bestaan vinden in
den landbouw en veeteelt. Men vindt er geen slraat en zeer weinig
doortogt van rijtuigen.
De grond is , zoo als bier doorgaans y Noordwaarts hooger, dan ten
Zuiden , en van anderen aard : dáár is dezelve zavelig, d. i. bestaat
uit zachte, met zand gemengde , klei, en hier, integendeel, is de
klei zwaarder, wreeder en met rodoorn gemengd.
De inw., die, op drie na, allen Herv. zijn, maken eene gem. u it,
welke tot de klass. van Groningen, ring van Zuidhom, behoort. Deze
gem. is eerst door de Predikanten van Garnwerd bediend geworden ,
doch is in 1609 daarvan afgescheiden. Men vindt echter geen afzon-
derlijken Predikant in de gem. van F e e r w e r t vermeld vóór C o k r a d b s
G e o r s i i , die in betjaar 1625 herwaarts kwam , en in 1628 naar Ee-
num vertrok. De niet groote kerk, op welks westeinde een klein rond
koepeltorentje prjjkt, Staat ten N. van de vaart. Vóór de Reforma-
lie was zij aan den H. J a co bu s toegewijd, ten minste wordt die in
een Feerwerder klaauwboek onse Patroen genoemd. Onder de kerk is
een grafkelder, in welke aanzienlijke personen rusten, onder anderen
de A d r in g a s , die bier een beerenbuis of bürg bezaten, hetwelk ge-
staan heeft ter plaatse, waar men nu de boerderij h e tO u d e Boscb
vindt, N. O. van de kerk gelegen.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 45 leerlingen
bezocht.
Het Aduarderdiep loopt ten O. van F e e r w e r d , op de scheiding van
Garnwerd, naar het Reitdiep; ten Z. gaat, onmiddellijk längs het d.,
bet nieuwe , in 1825 en 1826 gegravene, kanaal of trekdiep, naar
Oldehove. Hier onder de scbepperij van F e e r w e r d lag voormaals ook
de Schilgeham. Vroeger beslonden te F e e r w e r d een regtstoel en scbepperij
op zieh zelve , ieder van vijftien omgangen, doch die, gelljk
ook de collatie, in banden van onderscheidenen zijn en waarvan velen
toebehooren aan de stad Groningen, die, in 1734, de Groote Borg
te F e e r w e r d , met de daarop liggende grietenij en schepperijregten
beeft aangekoebt voor 18,000 guld. van den Baron van R i p p e e d a , die
destijds woonden op Engelumborg onder Oldehove (2).
FÉFRE, naam , welke de Negers geven aan de koffijplant. O n v e r -
g en o eg d , in Nederlauds-Guiana, kol. Suriname. Zie O n v e r g e n o e g d .
FEHELLEN (HO0G-), d. in de heerl. Esch, grooth. Luxemburg. Zie
F e u l e n ( H oog- ) .
FEHELLEN (LAAG-), d. in de heerl. Esch, grooth. Luxemburg. Zie
F e o l e n ( L aag - ) .
FEHELLEN (NIEDER-), d. in de heerl. Esch, grooth. Luxemburg.
Zie F e o l e n ( L aag - ) .
(1) Over den loogen .uderdom van dit d . zie men D r i e s s e n , Ufonumcnta, l l . 820.
(2) Zie stadsresolutien van den 29 Julij en 12 Augustus 1785. uit welke laatste b lijk t, dat de
bedoelde groote bürg in da t ja a r is gesleten , zijnde uit het water opgetrokken. en eene teekening
daarvan , te vinden op de kaart der provincie Groningen, van d e Beeren Go end ers van H e e p e n .
FEHELLEN (OBER-), d. in de beeil. Esch, Luxemburg. Zie F e h l e n
( H oog- ) .
FEHLERHOFF, geh. in het balj. van Echternach, grooth. Luxemburg,
arr. en 4 u. 0 . ten Z. van Diekirch, kant. en gem. Echternach.
FEIJENOORD ,. eil. in Schieland, prov. Zuid-Holland. Zie F i j e n o o r d .
FEINERT (DE), naam , welken de landlieden ineestal geven aan
het d. F i jn a a r t , in het markgraafs. Bergen-op-Zoom, prov. Noord-
Braband. Zie F i jn a a r t .
FEINGA, hoeve, prov. Friesland, kwr. Oostergoo, griet. Kollumer-
land-en-Nieutv-Kruisland. Zie F o y in g a .
FEITEMEER , meertje, prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wonseradeel. Zie F e y t e m e e r .
FEITSMA , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet.
Fencerderadeel, arr. en 5 u. N. ten 0 . van Leeuwarden, kant. en
l-j u. N. ten Z. van Holwerd, £- u. N. W. van Hallum, waartoe
het behoorde.
FEITSMA , F e it z b a of F e y t sm a , voorm. state, prov. Frjesland, kw.
Oostergoo, griet. Ferwerderadeel, arr. Leeuwarden, kant. Holwerd,
£ u. N. W. van Hallum.
Deze state beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene opper-
vlakte van 36 bund. 74 v. r. 96 v. eil., en wordt thans in eigen-
dom bezeten door den Heer Mr. P. M a r t in , woonachtig te Leeuwarden.
FEITSMA, F e it zm a of F e y t sm a , voorm. state, prov. Friesland, kw.
Oostergoo, griet. Kollumerland-en-Nieuw-Kruisland, arr. Leeuwarden,
kant. Dockum, u. ten N. van Kollum, waartoe het behoort, bij en
even ten 0 . van de voorm. Kollumerzijl.
Deze voorm. state, nu eene aanzienlijke boerderij , wordt thans in
eigendom bezeten en bewoond door den Landbouwer D e r k J a ns F e it s e m a .
FEITSMA, F e it zm a of F e y t sm a , voorm. state, prov. Friesland, kw.
Oostergoo, griet. Leeuwarderadeel, arr. en kant. Leeuwarden, Z, 0.
van Huizum.
Deze voorm. state, zijnde thans eene hoeve, beslaat, met de daartoe
behoorende gronden , eene oppervlakte van 45 bund. 48 v. r. 70
v. eil., en wordt thans in eigendom bezeten door den Heer J . C. K u t s c h ,
woonachtig te Leeuwarden.
FEITSMA, F e it zm a of F e y t sm a , voorm. state, prov. Friesland, kw.
JLestergoo, griet. Franekeradeel, arr. Leeuwarden, kant. Harlingen,
te Dongjum.
FEITSMA, F e it zm a of F e y t s m a , later en thans nog S ie r sm a - s t a t e
genoemd, state, prov. Friesland, kw. fFestergoo, griet. Menalduma-
deel, arr. Leeuwarden, kant. Berlikum, ten Z. 0. der kerk van Deinum.
Deze state wordt thans in eigendom bezeten door den Heer Mr. W.
B. B gma , woonachtig te Weidum.
Eene dezer staten is het stamhuis geweest van het oude Friesche ge-
slacht F e it sm a , van hetwelk wij H e s s e l F e it sm a als teekenaar van het
verbond der Edelen' vermeld vinden, terwijl J e l g e r v a n F e it s m a , de
aanzienlijkste eerambten in Friesland bekleedde, toen hij met H e s s e l
A ysma , in 1585 benoemd werd , om het hoog gebied aan den Koning
van Frankrijk op te dragen (1 ).
FELDWERD, F e l d w ir t h , F e l w e r t of F e l t w e r t , voorm. abdij van
de Benedictijnerorde, in Fivelgo, prov. Groningen, gem. en 5 u. Z.
(1) Zie over den eersten J . W. t e W a tk ii , Historie van het verbond der Edelen , et. 11 , blade,
398 en over den laatsten , Mr. J . S ch b ltem a , Stadtkundig Ned erhmd , D. 1 , 8*9.